Zondag 08 Augustus 2004 in categorie Klein Proza
Ik weet niet hoe dat u vergaat, maar sommige mensen kunnen mij met bepaalde woorden waanzinnig ergeren. Deze woorden hebben een dusdanige hoog truttigheidsgehalte, dat ik het liefst zou zien dat ze van staatswege uit de roulatie worden genomen. Ze vormen namelijk een regelrechte bedreiging voor de geestelijke volksgezondheid. Ze zijn bovendien gewoon fout. Naar mijn opvatting wel te verstaan, want ik wil niemand bevoogden. Laten we op z’n minst afspreken: gebruik ze gerust, maar niet in mijn bijzijn. Ook ik heb immers recht op een tutvrije leefplek op deze aarde.
Een van de woorden waarvan ik eczeem op mijn trommelvlies krijg is 'kindjes'. Het is het vooral het meervoud dat mij hier doet samenkrimpen. Categorie nagel over het schoolbord, tandartsboor op open zenuw. Ik vermijd daarom zoveel mogelijk samenscholingen van beppende jonge moeders en confrontaties met crècheleidsters. Want de vele 'kindjes dit', 'kindjes dat' springen uit het moederclubje omhoog als popcorn uit een hete pan.
Vroeger heetten 'kindjes' gewoon 'kindertjes'. Dat klinkt ook veel kindvriendelijker. Ooit Jezus horen prediken 'laat de kindjes tot mij komen?'. Nee natuurlijk, want daar waren wij niet bij. Maar volgens mij staat in de Bijbel dat hij sprak van ‘kinderen’. Dus als u ook maar enige waarde hecht aan de heilige schrift, moet u geen ‘kindjes’ zeggen, lijkt mij zo.
Lees verder...
Zaterdag 31 Juli 2004 in categorie Klein Proza
Het is maar goed dat mijn moeder mij zo netjes en beschaafd heeft opgevoed. Anders zou ik niet hebben kunnen instaan voor de bloederige gevolgen. Vroeger mocht ik niets, tegenwoordig mag ik alles. Het maakt me razend.
Razend? Het is toch alleen maar fijn wanneer je alles mag? Nee, dat is niet alleen maar fijn, want het meeste mogen is maar schijn. De dienstverlenende wereld om mij heen teistert mij met het mogen.
U volgt mij niet? Wacht maar, dat is zò verholpen!
Lees verder...
Dinsdag 27 Juli 2004 in categorie Klein Proza
Ik liep langs een bushokje. Een grote reclameposter vertelde mij dat een prachtige Nokia NummerZoveel telefoon ¤ 0,- * kostte. Die telefoon interesseerde mij niet bijster, maar het bijgaande sterretje des te meer. Het sterretje is het symbool geworden van ‘het addertje onder het gras’.
Ik trok mijn leesbril en las onderaan in minuscule lettertjes dat de telefoon alleen gratis was bij zo’n duur biznuz abonnement.
Ik liep door en treurde over de verloedering van het sterretje. De laatste jaren is het gras namelijk vergeven van zulke addertjes:
Lees verder...
Woensdag 21 Juli 2004 in categorie Klein Proza
Buiten leven de wind en de regen zich uit. Ik sta in de hal van ons flatgebouw om de post op te halen. Uit de lift komt de buurman met zijn hond. Dat tref ik weer. Van de vierentwintig uren in een etmaal vertoef ik alles bij elkaar genomen misschien een luttele vier minuten in de hal. En uitgerekend in die vier minuten kom ik de man tegen die ik nimmer wil tegenkomen. Want hij is de man van de nietszeggende opmerking. En ook dit keer laat hij de kans niet onbenut om mijn dag te verpesten. Narrig staart hij naar buiten en zegt: “Heb jij dit weer besteld?”
Lees verder...
Maandag 12 Juli 2004 in categorie Klein Proza
Er is er één jarig hoera en we zijn uitgenodigd om te komen eten. Dat is gezellig en het scheelt weer een keertje koken. Hoewel, feitelijk moeten we het tòch zelf klaarmaken, want we gaan gourmetten. De familie waar wij eten heeft een geavanceerde gourmetset, geheel elektrisch met kleine pannetjes die zijn voorzien van antiaanbaklaag. Wij worden daarom vooraf beleefd verzocht niet met de vork in de gourmetpannetjes te harken, maar het bijgeleverde houten spateltje te gebruiken.
Lees verder...
Zondag 04 Juli 2004 in categorie Klein Proza
Sommige mensen zijn bang voor de tandarts. Ik niet, ik ga er fluitend heen. Of ik ook fluitend terugkom is een andere kwestie, maar dat ligt meestal aan een nog niet uitgewerkte verdoving. Ik heb trouwens een beetje een literaire tandarts, want zij is een lieve jonge vrouw die is vernoemd naar de titel van een boek.
Ik lig weerloos achterover in de stoel en terwijl mijn tandarts lekker aan het klussen is, krijg ik de tijd om na te denken. Over het beroep van tandarts bijvoorbeeld.
Zo realiseer ik me eigenlijk nu pas dat ik best een intieme relatie met mijn tandarts heb. Want regelmatig brengt haar werk met zich mee dat haar borstkas en de bijbehorende ornamenten zich op minder dan een decimeter afstand van mijn gezicht bevinden. Dat sta ik slechts een enkeling toe. Maar mijn tandarts vertrouw ik wel, die maakt daar geen misbruik van.
Lees verder...
Zondag 27 Juni 2004 in categorie Klein Proza
Het is maar een spelletje. Het interesseert me eigenlijk niet, zeg ik altijd stoer... Maar toch vreet het aan me, toch kan het me schelen of Nederland wint of verliest. Dat vind ik nog het ergste. Blijkbaar ben ik dusdanig nationalistisch gehersenspoeld dat het Nederlands elftal van mij moet winnen. Vreselijk vind ik dat! Ik zou willen dat het mij allemaal volkomen koud liet, maar tevergeefs haal ik mijn schouders erover op.
Lees verder...