Archief: artikelen van

| Home |

 

geen zin is onzin

Dinsdag 15 April 2003 in categorie Overpeinzingen & andere gedachten

Bekende onzin-uitspraak: wie schrijft, die blijft. Hoe weten ze dat nou? Want wie niet is gebleven, heeft misschien óók wel geschreven. Daar hebben we dan alleen nooit iets van teruggevonden. Hoe het ook zij, iemand die schrijft denkt tenminste na, is mijn ervaring. Men flapt er niet zomaar allerlei onberedeneerde onzin uit, nee, men brengt gedachten onder woorden. En dat laatste suggereert een zorgvuldig afwegingsproces, structuur, woordkeuze. En dan nóg is er geen garantie tegen nutteloos geouwehoer, zoals dit.

Stukgelopen stukkie...
geen zin is onzin

de mond gesnoerd

Zondag 13 April 2003 in categorie Ergernis, Woede of Frustratie

Ik ben te breedsprakig, beweert mijn hosting-provider. Hij zegt het niet met zoveel woorden, maar volgens mij probeert hij mij wél iets in die richting duidelijk te maken. Hij schrijft mij dat mijn site een groot succes is, omdat ik vorige maand meer dan 5 Gigabyte aan dataverkeer heb gegenereerd. Hij zal het dit keer kosteloos door de vingers zien, maar als het nog een keer gebeurt wordt het extra dokken. Volgens de 'fair-use policy' mag ik namelijk hooguit 3 Gigabyte per maand consumeren.

Nou, daar ben ik dan mooi klaar mee. Ik krijg hier op hoogtijdagen hooguit tweehonderd unieke bezoekers per etmaal. Dat lijkt me toch niet overdreven unfair. En er komen hier merendeels nette mensen, helemaal niet van die uitvreters die direct de koelkast plunderen en zich volproppen met gigabytes. Dus waar ligt dat aan?

Blijkbaar moet ik dus toch op mijn woorden gaan passen. Of een wat luchtiger toon aanslaan, niet altijd van die zware woorden gebruiken. Zouden serieuze onderwerpen meer bandbreedte kosten dan een permanente stroom van slap geouwehoer? Wat moet ik doen, waarde lezer? Ik ben ten einde raad! Ik kan u toch moeilijk gaan verzoeken hier niet meer te komen! Ik voel mij financieel beknot in mijn vrijheid van meningsuiting. Straks moet ik letterlijk elk woord op een goudschaaltje gaan zitten wegen!

Maar goed, ik heb alweer teveel gezegd, vrees ik. Misschien kunt u af en toe een fooitje achterlaten...

Mijn gironummer is 4534870 o.v.v. Hulpbehoevend Verbal Jam.
de mond gesnoerd

Misschien

Zaterdag 12 April 2003 in categorie Even afreageren

Misschien...
...moeten wij voor Jan-Peter Balkenende een standbeeld oprichten. Uiteraard met alvast een touw om de nek en een tank eraan vast. Dit lijkt mij voldoende psychologische druk om niet al teveel te willen bezuinigen en een volgende formatie binnen drie dagen af te ronden.
...moeten wij Mat Herben dit keer op een kameel hijsen in plaats van een olifant en hem vervolgens richting Bagdad jagen, het Walhalla voor vliegtuigspotters.
...moeten wij eens handelen met voorkennis en onze Zuiderburen waarschuwen dat Cor Boonstra graag Belg wil worden. Dat zal de betrekking tussen onze twee landen zeer ten goede komen.
...moeten wij Wouter Bos nog even laten weten dat wij met ingang van heden ons abonnement op de Bosbode (ja, die bestaat, je verzint het niet!) opzeggen vanwege het hoge Fabeltjeskrant-gehalte.
...moeten wij Maxime Verhagen wegpromoveren tot ambassadeur bij het Vaticaan, opdat in het vervolg alleen nog Katholieken last van hem hebben. Zijn Jezuïtentronie past ruim binnen het functieprofiel.
...moeten wij eens durven constateren dat het met ons land zo'n beetje dezelfde kant opgaat als met Argentinië sinds Máximá hier verblijft.
...was het achteraf beter geweest voor het aanzien van de politiek wanneer wij het plaatsje Kapelle (Zeeland) destijds buiten het Deltaplan hadden gelaten. Dan had Balkenende zijn tijd moeten besteden aan permanente dijkbewaking in plaats van aan zijn stuntelig worstelen om boven te komen in Den Haag.
...hebben wij er fout aan gedaan Volkert van der G. niet vooraf te vertellen dat je er in het Amerikaanse leger wél mee wegkomt.
...heeft Beatrix haar nichtje Margarita ervan kunnen overtuigen dat er belangrijker zaken in de wereld zijn dan een familieruzie, want gek genoeg hoor je er ineens niets meer over...
...hebben politici het wel veel te druk om zich met het land bezig te houden. Laat staan het volk...
...moeten wij in Nederland gewoon eens een staatsgreep plegen. Dit lijkt mij namelijk de enige formatie die nog een beetje vlot rond te krijgen is.

Maar misschien ook niet...
Misschien

van den vos reinaerde

Vrijdag 11 April 2003 in categorie Vertellingen

[geactualiseerde, maar ernstig verminkte versie van een middeleeuws dierdicht]

"Doe quamen te sconinx hove
Alle die diere, groot ende cleene,
Sonder vos Reinaert alleene."


Nobel, de Koning der Dieren, had al zijn onderdanen rond zich verzameld om de lopende zaken in het bos te bespreken. Slechts één dier ontbrak: de vos Reinaert.
Vele dieren maakten van zijn afwezigheid gebruik door zich bij de koning te beklagen over de gemene streken die de sluwe vos telkens weer uithaalde. Zij waren nog niet uitgesproken, of daar kwam plotsklaps de vos toch nog aangerend.
Opgewonden en verontwaardigd richtte Reinaert zich terstond tot de koning en de andere dieren. Hij had iets vreselijks ontdekt! Hij waarschuwde alle aanwezigen dat zich helemaal aan de andere kant van het bos een kippenhok bevond waar het niet pluis was. Dit kippenhok, zo vertelde de vos op dramatische toon, lag namelijk vol met giftige eieren die op den duur alle dieren in het bos zouden kunnen doden. Een wrede haan, Cantecleer genaamd, zwaaide de scepter over dit Kippenhok van het Kwaad, zoals Reinaert het direct maar noemde. De vos eiste op hoge toon dat hier onmiddellijk werd ingegrepen en voegde eraan toe dat hij dit klusje wel zou klaren.

De koning aarzelde, want hij kende de streken van de vos. Ook de meeste andere dieren vertrouwden Reinaert voor geen meter. De koning besloot daarom eerst maar eens Bruun de Beer op onderzoek uit te sturen. Na enige dagen keerde de beer terug met de mededeling dat hij in het kippenhok was geweest, maar nog niets had kunnen vinden. Hij had echter nu ook niet bepaald veel medewerking gekregen van de haan Cantecleer, die volgens Bruun inderdaad een nogal agressief tiepje was.
Reinaert zag zijn gelijk bevestigd en drong wederom aan op ingrijpen. Maar de koning wilde geen overhaaste beslissingen nemen, want het verre kippenhok was in principe een rijke bron van inkomsten en hij stuurde opnieuw Bruun naar het kippenhok met de eis dat Cantecleer zijn eieren zou laten controleren.

Het duurde weer enige tijd voordat Bruun terugkeerde om verslag uit te brengen aan de dieren die zich in vergadering rond koning Nobel hadden verenigd. Bruun had nog steeds geen giftige eieren kunnen vinden. Hij had weliswaar iets meer medewerking gekregen, maar de snode Cantecleer had niet kunnen bewijzen dat hij ze niet bezat. Bruun klaagde dat hij ook wel een beetje weinig tijd had en wilde wederom terug om nóg beter te kunnen kijken. Tenslotte waren die kippenhokken van tegenwoordig wél even wat groter dan die van vroeger, het viel niet mee om zo'n complete legbatterij grondig te doorzoeken.

De koning en de meeste dieren waren het hiermee eens en wilden Bruun meer tijd geven. Reinaert de Vos ontplofte bijkans en verklaarde op hoge toon dat hij het nu wel welletjes vond. Hij wilde niet langer wachten en zei dat hij dan wel zonder toestemming van de koning zou gaan ingrijpen. Immers, de boosaardige haan Cantecleer vormde een ernstige bedreiging voor het hele bos en dan zou hij zijn verantwoordelijkheid wel nemen.
Met priemende oogjes keek de sluwe vos de kring der dieren rond en vroeg wie er met hem mee wilden gaan. Slechts zijn neef Grimbert de Das en Belijn de Ram verklaarden zich bereid met hem een coalitie te vormen. De Ezel Balkenende zegde toe Reinaerts actie alleen politiek te ondersteunen, maar zoals gewoonlijk werd er op deze bijziende druiloor nauwelijks gelet.

Het drietal trok onder aanvoering van Reinaert ten strijde tegen Cantecleer en sloopten binnen no-time diens hele kippenfarm. Triomfantelijke reportages over grootse daden en overwinningen overspoelden het ganse bos. Er kwam echter nog steeds geen enkele kennisgeving omtrent de vondst van giftige eieren. De eerlijkheid gebiedt te zeggen, dat daarop inmiddels ook niet meer zo op werd gelet. De sluwe Reinaert had namelijk gaandeweg het accent van zijn beweegredenen listig verlegd naar het aspect van de afschuwelijke wreedheid van Cantecleer.
Waar was Reinaert allemaal mee bezig? Toen het karwei vrijwel was geklaard bereikten bovendien nog enige verontrustende berichten over vele uiteen gereten kippen en kuikens het hof van koning Nobel. Op een dag werd zelfs het ontzielde lichaam van de dode kip Coppe ten paleize bezorgd. Tevens scheen er volstrekte chaos te heersen onder het pluimvee en was er sprake van dermate heftige plunderingen dat de veren in het rond stoven.
Koning Nobel overzag het allemaal niet meer. Toen de ezel Balkenende vervolgens ook nog eens begon te raaskallen dat er zelfs kippenpest was uitgebroken, sloegen de stoppen bij de koning der dieren volledig door. Brullend en tierend schold de getergde monarch het warrige lastdier de huid vol, verklaarde tenslotte dat een Bos en een balkende ezel niet samengingen en joeg hem van zijn territorium.

Reinaert de Vos intussen voelde zich na zijn overwinning de Nieuwe Koning der Dieren, deed zich tegoed aan de rijkdommen in de pluimvee-sector. Hij trok zich niets aan van de beestenbende die hij in de regio had aangericht en waarvan de gevolgen nog lang merkbaar zouden zijn in het dierenbos.
Van Cantecleer is nimmer meer vernomen, in tegenstelling tot de ezel, die koppig is blijven proberen nog een stabiele coalitie met Gereart de Zalm te vormen en ondertussen in het wilde weg maar zélf wat kippen is gaan ruimen...

Moraal van dit verhaal: Als de vos de passie preekt, boer pas op je kippen!

Binnenkort in Engelse vertaling: "About the fox Rumsfeld and the eggs of mass destruction"
van den vos reinaerde

van den vos reinaerde

Vrijdag 11 April 2003 in categorie Vertellingen

[geactualiseerde, maar ernstig verminkte versie van een middeleeuws dierdicht]

"Doe quamen te sconinx hove
Alle die diere, groot ende cleene,
Sonder vos Reinaert alleene."


Nobel, de Koning der Dieren, had al zijn onderdanen rond zich verzameld om de lopende zaken in het bos te bespreken. Slechts één dier ontbrak: de vos Reinaert.
Vele dieren maakten van zijn afwezigheid gebruik door zich bij de koning te beklagen over de gemene streken die de sluwe vos telkens weer uithaalde. Zij waren nog niet uitgesproken, of daar kwam plotsklaps de vos toch nog aangerend.
Opgewonden en verontwaardigd richtte Reinaert zich terstond tot de koning en de andere dieren. Hij had iets vreselijks ontdekt! Hij waarschuwde alle aanwezigen dat zich helemaal aan de andere kant van het bos een kippenhok bevond waar het niet pluis was. Dit kippenhok, zo vertelde de vos op dramatische toon, lag namelijk vol met giftige eieren die op den duur alle dieren in het bos zouden kunnen doden. Een wrede haan, Cantecleer genaamd, zwaaide de scepter over dit Kippenhok van het Kwaad, zoals Reinaert het direct maar noemde. De vos eiste op hoge toon dat hier onmiddellijk werd ingegrepen en voegde eraan toe dat hij dit klusje wel zou klaren.

De koning aarzelde, want hij kende de streken van de vos. Ook de meeste andere dieren vertrouwden Reinaert voor geen meter. De koning besloot daarom eerst maar eens Bruun de Beer op onderzoek uit te sturen. Na enige dagen keerde de beer terug met de mededeling dat hij in het kippenhok was geweest, maar nog niets had kunnen vinden. Hij had echter nu ook niet bepaald veel medewerking gekregen van de haan Cantecleer, die volgens Bruun inderdaad een nogal agressief tiepje was.
Reinaert zag zijn gelijk bevestigd en drong wederom aan op ingrijpen. Maar de koning wilde geen overhaaste beslissingen nemen, want het verre kippenhok was in principe een rijke bron van inkomsten en hij stuurde opnieuw Bruun naar het kippenhok met de eis dat Cantecleer zijn eieren zou laten controleren.

Het duurde weer enige tijd voordat Bruun terugkeerde om verslag uit te brengen aan de dieren die zich in vergadering rond koning Nobel hadden verenigd. Bruun had nog steeds geen giftige eieren kunnen vinden. Hij had weliswaar iets meer medewerking gekregen, maar de snode Cantecleer had niet kunnen bewijzen dat hij ze niet bezat. Bruun klaagde dat hij ook wel een beetje weinig tijd had en wilde wederom terug om nóg beter te kunnen kijken. Tenslotte waren die kippenhokken van tegenwoordig wél even wat groter dan die van vroeger, het viel niet mee om zo'n complete legbatterij grondig te doorzoeken.

De koning en de meeste dieren waren het hiermee eens en wilden Bruun meer tijd geven. Reinaert de Vos ontplofte bijkans en verklaarde op hoge toon dat hij het nu wel welletjes vond. Hij wilde niet langer wachten en zei dat hij dan wel zonder toestemming van de koning zou gaan ingrijpen. Immers, de boosaardige haan Cantecleer vormde een ernstige bedreiging voor het hele bos en dan zou hij zijn verantwoordelijkheid wel nemen.
Met priemende oogjes keek de sluwe vos de kring der dieren rond en vroeg wie er met hem mee wilden gaan. Slechts zijn neef Grimbert de Das en Belijn de Ram verklaarden zich bereid met hem een coalitie te vormen. De Ezel Balkenende zegde toe Reinaerts actie alleen politiek te ondersteunen, maar zoals gewoonlijk werd er op deze bijziende druiloor nauwelijks gelet.

Het drietal trok onder aanvoering van Reinaert ten strijde tegen Cantecleer en sloopten binnen no-time diens hele kippenfarm. Triomfantelijke reportages over grootse daden en overwinningen overspoelden het ganse bos. Er kwam echter nog steeds geen enkele kennisgeving omtrent de vondst van giftige eieren. De eerlijkheid gebiedt te zeggen, dat daarop inmiddels ook niet meer zo op werd gelet. De sluwe Reinaert had namelijk gaandeweg het accent van zijn beweegredenen listig verlegd naar het aspect van de afschuwelijke wreedheid van Cantecleer.
Waar was Reinaert allemaal mee bezig? Toen het karwei vrijwel was geklaard bereikten bovendien nog enige verontrustende berichten over vele uiteen gereten kippen en kuikens het hof van koning Nobel. Op een dag werd zelfs het ontzielde lichaam van de dode kip Coppe ten paleize bezorgd. Tevens scheen er volstrekte chaos te heersen onder het pluimvee en was er sprake van dermate heftige plunderingen dat de veren in het rond stoven.
Koning Nobel overzag het allemaal niet meer. Toen de ezel Balkenende vervolgens ook nog eens begon te raaskallen dat er zelfs kippenpest was uitgebroken, sloegen de stoppen bij de koning der dieren volledig door. Brullend en tierend schold de getergde monarch het warrige lastdier de huid vol, verklaarde tenslotte dat een Bos en een balkende ezel niet samengingen en joeg hem van zijn territorium.

Reinaert de Vos intussen voelde zich na zijn overwinning de Nieuwe Koning der Dieren, deed zich tegoed aan de rijkdommen in de pluimvee-sector. Hij trok zich niets aan van de beestenbende die hij in de regio had aangericht en waarvan de gevolgen nog lang merkbaar zouden zijn in het dierenbos.
Van Cantecleer is nimmer meer vernomen, in tegenstelling tot de ezel, die koppig is blijven proberen nog een stabiele coalitie met Gereart de Zalm te vormen en ondertussen in het wilde weg maar zélf wat kippen is gaan ruimen...

Moraal van dit verhaal: Als de vos de passie preekt, boer pas op je kippen!

Binnenkort in Engelse vertaling: "About the fox Rumsfeld and the eggs of mass destruction"
van den vos reinaerde

De stoffelijke resten van René

Woensdag 09 April 2003 in categorie Lijf en ledematen

De scheiding tussen lichaam en geest is een mythe. Deze mythe hebben we te danken aan de Franse filosoof René Descartes, die in de zeventiende eeuw in zijn 'Méditations' beweerde dat het lichaam stoffelijk was en de geest onstoffelijk. Derhalve dienden deze twee componenten van het menselijk wezen te worden beschouwd als volstrekt losstaand van elkaar. Later heeft hij deze opvatting weliswaar genuanceerd in zijn geschrift 'Les passions de l'âme', maar de archeologische overblijfselen van zijn oorspronkelijke opvatting blijken moeilijk afbreekbaar en hierdoor zitten wij er tot op de dag van vandaag mee opgescheept.

kortzichtig
Bij menig ziekteverschijnsel dat door de medische wereld nog wat lastig te duiden is, wordt nog gemakshalve teruggegrepen op die altijd handige Descartes. Het zit tussen de oren, het is psychisch, aanstellerij of simpelweg 'niet aangetoond'. Met dit laatste wordt dan bedoeld: niets lichamelijks te vinden. En dus mankeert de patiënt officieel ook niets.
Nóg gretiger wordt onze René er impliciet bijgesleept wanneer het ziektebeeld teveel centjes dreigt te gaan kosten, getuige de alsmaar voortslepende WAO-discussie. De tendens is toch telkens om al het leed dat niet fysiek van oorsprong is maar uit de WAO te wippen. Een kortzichtige opvatting, die alles wat zich nog achter de horizon van de medische kennis bevindt gemakshalve als niet bestaand etiketteert.

radicaal
De kortzichtigheid laat zich aardig illustreren aan de hand van het verschijnsel 'vrije radicalen'. Vrije radicalen zijn simpel gezegd atomen of moleculen die een electron missen en daardoor instabiel zijn. Electronen moeten altijd 'gepaard' zijn, dus een atoom of molecuul waarbij een electron ontbreekt zal meedogenloos op zoek gaan om dit gemis op te heffen. In het menselijk lichaam kunnen vrije radicalen hierdoor flinke schade aanrichten aan celmembramen en het DNA, met als mogelijk gevolg ernstige aandoeningen als kanker en hart- en vaatziekten. Een van de simpele middelen om vrije radicalen af te vangen is vitamine C. Maar vitamine C is goedkoop en daardoor geen produkt dat in de belangstelling staat bij de onderzoekscentra van de farmaceutische industrie. Er valt domweg geen geld mee te verdienen.

weggehoonde vitamientjes
Tweevoudig Nobelprijswinnaar Dr. Linus Pauling (1901-1994) propageerde al in de jaren zestig het gebruik van extra vitaminen (met name vitamine C) en gezonde voeding in het algemeen als aanvullend middel voor de bescherming tegen ernstige ziekten als kanker. Eén van zijn Nobelprijzen had hij verdiend als chemicus en vanuit dit vakgebied benaderde hij dan ook de biochemische processen in het menselijk lichaam. Zijn principes raakten bekend onder de naam 'orthomoleculaire geneeskunde', waarin ook het gevaar van vrije radicalen en het gebruik van vitamine C voor het eerst serieus werd onderkend. De orthomoleculaire invalshoek is in de reguliere geneeskunde echter lange tijd verguisd. De eerlijkheid gebied te zeggen dat ook allerlei 'genezers' met een nogal hoog zweefvermogen ermee aan de haal gingen en dat kwam de reputatie van Paulings theorieën niet ten goede.
Of Pauling helemáál gelijk had valt te bezien, maar zijn ideeën waren in elk geval een goede voorzet. Want grofweg het laatste decennium schijnen ook andere wetenschappers ontdekt te hebben dat je het fenomeen vrije radicalen maar beter serieus kunt nemen en staat het onderwerp volop in de belangstelling bij de reguliere geneeskunde. Een beginsel dat eerst werd weggehoond, krijgt eindelijk erkenning.

niet aangetoond
Helaas is het Descartes-denken nog steeds niet uitgebannen uit de wetenschap. Er blijven medische volksstammen die denken volgens de lijn: wat niet is aangetoond bestaat niet. Anekdotisch is in dit verband een interview dat ik eind jaren tachtig hield met een gerespecteerd allergoloog in het Academisch Ziekenhuis in Groningen. Ik vroeg hem naar het mogelijk verband tussen voedingsstoffen en psychische aandoeningen. Stellig verklaarde hij: "Dat verband is niet aangetoond." Hierop informeerde ik of het verband überhaupt wel eens was onderzocht. Dat was niet zo. Ik kon niet nalaten op te merken dat het dan ook logisch was dat het niet was aangetoond, want als je iets niet onderzoekt valt er ook niets aan te tonen...

oogkleppen
En zo blijft het oogkleppen-denken doorgaan. Vele 'psychische' klachten zijn in het verleden afgedaan met allerlei modieuze dooddoeners als 'nervositeit', 'overspannenheid' of 'hyperventilatie'. De opzienbarend goede resultaten van relatief nieuwe geneesmiddelen als Prozac, Seroxat en aanverwante anti-depressiva (de zogeheten serotonine re-uptake remmers, SSRIs) duiden er echter wel degelijk op, dat men de oplossing in de biochemische hoek heeft gevonden. Deze medicijnen worden gebruikt tegen depressie, dwangmatige gedachten en paniekstoornissen. De regulering van een neurotransmitter, gewoon een chemisch stofje, is domweg uit balans en een Prozacje brengt de zaak weer netjes op orde. Volgens de redenering van Descartes zouden we nu dus moeten vaststellen dat klachten als depressie en paniekstoornissen de facto een fysiek probleem zijn en geen psychisch.

aardgas
Doktoren worden dikwijls erg zenuwachtig van 'vage klachten'. Want op alles moet liefst zo snel mogelijk een etiket. Maar daar werkt ons lichaam mooi niet aan mee. U bent chronisch moe? Misschien heeft u een Chronisch Vermoeidheids Syndroom. Het beestje heeft dan een naam, maar in het dagelijks leven schiet u daar weinig mee op. Moe is moe. En niet zo'n béétje moe, maar echt volledig gesloopt. En ja hoor, daar komt weer zo'n professor die roept dat het tussen de oren zit en dat een duchtige Cognitieve Gedragstherapie een hoop ellende wegneemt. Dit is arrogante modieuze praat om de aandacht op het eigen vakgebied te vestigen. Bij de professor zit het duidelijk niet tussen de oren, maar tussen de oogkleppen. Zijn therapie zal hooguit een nuttige bagage blijken op de weg naar beterschap. Want theoretisch zijn er duizenden manieren om chronisch moe te worden, maar die manieren worden dikwijls nog door de reguliere geneeskunde met scepsis bekeken. Allergie of intolerantie voor bepaalde (voedings)stoffen bijvoorbeeld. Zeker vijfentwintig procent van de Nederlandse bevolking is 'atopisch', hetgeen wil zeggen: heeft de erfelijke eigenschappen om mogelijk in zijn leven een allergie te ontwikkelen. Dit percentage is het hoogste in de wereld. Waarschijnlijk gewoon toeval, veroorzaakt door de genen die de oude Batavieren en Kaninefaten hier importeerden.
Allergie uit zich niet alleen hooikoorts of huiduitslag. Er kunnen ook heel andere andere klachten zijn, waaronder dus die chronische vermoeidheid, de angsten, de depressies, de stress. En zie er dan maar eens achter te komen wélk stofje de klachten precies veroorzaakt. Sommige mensen worden zelfs beroerd bij het ruiken van aardgas. Treffend is ook dat er zelfs een kans bestaat dat juist de lekkernijen waarvoor je 's nachts de voorraadkast induikt, duiden op een allergie of intolerantie voor dat produkt.

wondermiddel
De opvattingen van Descartes zijn verouderd. Ons lichaam is een veel te complex biochemisch systeem om zomaar in tweeën te hakken. En de les van Linus Pauling is, dat wij geen zaken moeten weghonen die nog achter de horizon van ons begrip liggen. Serieuze wetenschap staat juist open en onbevooroordeeld tegenover nieuwe ideeën. Wij moeten leren dat er niet één enkele oorzaak behoeft te zijn voor nog niet geheel te bevatten kwalen en dus ook niet één wondermiddel daartegen.
Laten we voorlopig dus die kunstmatige breuk tussen lichaam en geest maar lijmen. Ná dit leven kunnen we dan altijd nog bezien of Descartes misschien gelijk had...

Opgedragen aan mijn liefste doctorandus in de chemie.
De stoffelijke resten van René

De stoffelijke resten van René

Woensdag 09 April 2003 in categorie Lijf en ledematen

De scheiding tussen lichaam en geest is een mythe. Deze mythe hebben we te danken aan de Franse filosoof René Descartes, die in de zeventiende eeuw in zijn 'Méditations' beweerde dat het lichaam stoffelijk was en de geest onstoffelijk. Derhalve dienden deze twee componenten van het menselijk wezen te worden beschouwd als volstrekt losstaand van elkaar. Later heeft hij deze opvatting weliswaar genuanceerd in zijn geschrift 'Les passions de l'âme', maar de archeologische overblijfselen van zijn oorspronkelijke opvatting blijken moeilijk afbreekbaar en hierdoor zitten wij er tot op de dag van vandaag mee opgescheept.

Kortzichtig

Bij menig ziekteverschijnsel dat door de medische wereld nog wat lastig te duiden is, wordt nog gemakshalve teruggegrepen op die altijd handige Descartes. Het zit tussen de oren, het is psychisch, aanstellerij of simpelweg 'niet aangetoond'. Met dit laatste wordt dan bedoeld: niets lichamelijks te vinden. En dus mankeert de patiënt officieel ook niets.

Nóg gretiger wordt onze René er impliciet bijgesleept wanneer het ziektebeeld teveel centjes dreigt te gaan kosten, getuige de alsmaar voortslepende WAO-discussie. De tendens is toch telkens om al het leed dat niet fysiek van oorsprong is maar uit de WAO te wippen. Een kortzichtige opvatting, die alles wat zich nog achter de horizon van de medische kennis bevindt gemakshalve als niet bestaand etiketteert.

Radicaal

De kortzichtigheid laat zich aardig illustreren aan de hand van het verschijnsel 'vrije radicalen'. Vrije radicalen zijn simpel gezegd atomen of moleculen die een electron missen en daardoor instabiel zijn. Electronen moeten altijd 'gepaard' zijn, dus een atoom of molecuul waarbij een electron ontbreekt zal meedogenloos op zoek gaan om dit gemis op te heffen. In het menselijk lichaam kunnen vrije radicalen hierdoor flinke schade aanrichten aan celmembramen en het DNA, met als mogelijk gevolg ernstige aandoeningen als kanker en hart- en vaatziekten. Een van de simpele middelen om vrije radicalen af te vangen is vitamine C. Maar vitamine C is goedkoop en daardoor geen produkt dat in de belangstelling staat bij de onderzoekscentra van de farmaceutische industrie. Er valt domweg geen geld mee te verdienen.

Weggehoonde vitamientjes

Tweevoudig Nobelprijswinnaar Dr. Linus Pauling (1901-1994) propageerde al in de jaren zestig het gebruik van extra vitaminen (met name vitamine C) en gezonde voeding in het algemeen als aanvullend middel voor de bescherming tegen ernstige ziekten als kanker. Eén van zijn Nobelprijzen had hij verdiend als chemicus en vanuit dit vakgebied benaderde hij dan ook de biochemische processen in het menselijk lichaam. Zijn principes raakten bekend onder de naam 'orthomoleculaire geneeskunde', waarin ook het gevaar van vrije radicalen en het gebruik van vitamine C voor het eerst serieus werd onderkend. De orthomoleculaire invalshoek is in de reguliere geneeskunde echter lange tijd verguisd. De eerlijkheid gebied te zeggen dat ook allerlei 'genezers' met een nogal hoog zweefvermogen ermee aan de haal gingen en dat kwam de reputatie van Paulings theorieën niet ten goede.

Of Pauling helemáál gelijk had valt te bezien, maar zijn ideeën waren in elk geval een goede voorzet. Want grofweg het laatste decennium schijnen ook andere wetenschappers ontdekt te hebben dat je het fenomeen vrije radicalen maar beter serieus kunt nemen en staat het onderwerp volop in de belangstelling bij de reguliere geneeskunde. Een beginsel dat eerst werd weggehoond, krijgt eindelijk erkenning.

Niet aangetoond

Helaas is het Descartes-denken nog steeds niet uitgebannen uit de wetenschap. Er blijven medische volksstammen die denken volgens de lijn: wat niet is aangetoond bestaat niet. Anekdotisch is in dit verband een interview dat ik eind jaren tachtig hield met een gerespecteerd allergoloog in het Academisch Ziekenhuis in Groningen. Ik vroeg hem naar het mogelijk verband tussen voedingsstoffen en psychische aandoeningen. Stellig verklaarde hij: "Dat verband is niet aangetoond." Hierop informeerde ik of het verband überhaupt wel eens was onderzocht. Dat was niet zo. Ik kon niet nalaten op te merken dat het dan ook logisch was dat het niet was aangetoond, want als je iets niet onderzoekt valt er ook niets aan te tonen...

Oogkleppen

En zo blijft het oogkleppen-denken doorgaan. Vele 'psychische' klachten zijn in het verleden afgedaan met allerlei modieuze dooddoeners als 'nervositeit', 'overspannenheid' of 'hyperventilatie'. De opzienbarend goede resultaten van relatief nieuwe geneesmiddelen als Prozac, Seroxat en aanverwante anti-depressiva (de zogeheten serotonine re-uptake remmers, SSRIs) duiden er echter wel degelijk op, dat men de oplossing in de biochemische hoek heeft gevonden. Deze medicijnen worden gebruikt tegen depressie, dwangmatige gedachten en paniekstoornissen. De regulering van een neurotransmitter, gewoon een chemisch stofje, is domweg uit balans en een Prozacje brengt de zaak weer netjes op orde. Volgens de redenering van Descartes zouden we nu dus moeten vaststellen dat klachten als depressie en paniekstoornissen de facto een fysiek probleem zijn en geen psychisch.

Aardgas

Doktoren worden dikwijls erg zenuwachtig van 'vage klachten'. Want op alles moet liefst zo snel mogelijk een etiket. Maar daar werkt ons lichaam mooi niet aan mee. U bent chronisch moe? Misschien heeft u een Chronisch Vermoeidheids Syndroom. Het beestje heeft dan een naam, maar in het dagelijks leven schiet u daar weinig mee op. Moe is moe. En niet zo'n béétje moe, maar echt volledig gesloopt. En ja hoor, daar komt weer zo'n professor die roept dat het tussen de oren zit en dat een duchtige Cognitieve Gedragstherapie een hoop ellende wegneemt. Dit is arrogante modieuze praat om de aandacht op het eigen vakgebied te vestigen. Bij de professor zit het duidelijk niet tussen de oren, maar tussen de oogkleppen. Zijn therapie zal hooguit een nuttige bagage blijken op de weg naar beterschap. Want theoretisch zijn er duizenden manieren om chronisch moe te worden, maar die manieren worden dikwijls nog door de reguliere geneeskunde met scepsis bekeken. Allergie of intolerantie voor bepaalde (voedings)stoffen bijvoorbeeld. Zeker vijfentwintig procent van de Nederlandse bevolking is 'atopisch', hetgeen wil zeggen: heeft de erfelijke eigenschappen om mogelijk in zijn leven een allergie te ontwikkelen. Dit percentage is het hoogste in de wereld. Waarschijnlijk gewoon toeval, veroorzaakt door de genen die de oude Batavieren en Kaninefaten hier importeerden.

Allergie uit zich niet alleen via hooikoorts of huiduitslag. Er kunnen ook heel andere andere klachten zijn, waaronder dus die chronische vermoeidheid, de angsten, de depressies, de stress. En zie er dan maar eens achter te komen wélk stofje de klachten precies veroorzaakt. Sommige mensen worden zelfs beroerd bij het ruiken van aardgas. Treffend is ook dat er zelfs een kans bestaat dat juist de lekkernijen waarvoor je 's nachts de voorraadkast induikt, duiden op een allergie of intolerantie voor dat produkt.

Wondermiddel

De opvattingen van Descartes zijn verouderd. Ons lichaam is een veel te complex biochemisch systeem om zomaar in tweeën te hakken. En de les van Linus Pauling is, dat wij geen zaken moeten weghonen die nog achter de horizon van ons begrip liggen. Serieuze wetenschap staat juist open en onbevooroordeeld tegenover nieuwe ideeën. Wij moeten leren dat er niet één enkele oorzaak behoeft te zijn voor nog niet geheel te bevatten kwalen en dus ook niet één wondermiddel daartegen.

Laten we voorlopig dus die kunstmatige breuk tussen lichaam en geest maar lijmen. Ná dit leven kunnen we dan altijd nog bezien of Descartes misschien gelijk had...


Opgedragen aan mijn liefste doctorandus in de chemie.
De stoffelijke resten van René