van den vos reinaerde

Vrijdag 11 April 2003 in categorie Vertellingen

[geactualiseerde, maar ernstig verminkte versie van een middeleeuws dierdicht]

"Doe quamen te sconinx hove
Alle die diere, groot ende cleene,
Sonder vos Reinaert alleene."


Nobel, de Koning der Dieren, had al zijn onderdanen rond zich verzameld om de lopende zaken in het bos te bespreken. Slechts één dier ontbrak: de vos Reinaert.
Vele dieren maakten van zijn afwezigheid gebruik door zich bij de koning te beklagen over de gemene streken die de sluwe vos telkens weer uithaalde. Zij waren nog niet uitgesproken, of daar kwam plotsklaps de vos toch nog aangerend.
Opgewonden en verontwaardigd richtte Reinaert zich terstond tot de koning en de andere dieren. Hij had iets vreselijks ontdekt! Hij waarschuwde alle aanwezigen dat zich helemaal aan de andere kant van het bos een kippenhok bevond waar het niet pluis was. Dit kippenhok, zo vertelde de vos op dramatische toon, lag namelijk vol met giftige eieren die op den duur alle dieren in het bos zouden kunnen doden. Een wrede haan, Cantecleer genaamd, zwaaide de scepter over dit Kippenhok van het Kwaad, zoals Reinaert het direct maar noemde. De vos eiste op hoge toon dat hier onmiddellijk werd ingegrepen en voegde eraan toe dat hij dit klusje wel zou klaren.

De koning aarzelde, want hij kende de streken van de vos. Ook de meeste andere dieren vertrouwden Reinaert voor geen meter. De koning besloot daarom eerst maar eens Bruun de Beer op onderzoek uit te sturen. Na enige dagen keerde de beer terug met de mededeling dat hij in het kippenhok was geweest, maar nog niets had kunnen vinden. Hij had echter nu ook niet bepaald veel medewerking gekregen van de haan Cantecleer, die volgens Bruun inderdaad een nogal agressief tiepje was.
Reinaert zag zijn gelijk bevestigd en drong wederom aan op ingrijpen. Maar de koning wilde geen overhaaste beslissingen nemen, want het verre kippenhok was in principe een rijke bron van inkomsten en hij stuurde opnieuw Bruun naar het kippenhok met de eis dat Cantecleer zijn eieren zou laten controleren.

Het duurde weer enige tijd voordat Bruun terugkeerde om verslag uit te brengen aan de dieren die zich in vergadering rond koning Nobel hadden verenigd. Bruun had nog steeds geen giftige eieren kunnen vinden. Hij had weliswaar iets meer medewerking gekregen, maar de snode Cantecleer had niet kunnen bewijzen dat hij ze niet bezat. Bruun klaagde dat hij ook wel een beetje weinig tijd had en wilde wederom terug om nóg beter te kunnen kijken. Tenslotte waren die kippenhokken van tegenwoordig wél even wat groter dan die van vroeger, het viel niet mee om zo'n complete legbatterij grondig te doorzoeken.

De koning en de meeste dieren waren het hiermee eens en wilden Bruun meer tijd geven. Reinaert de Vos ontplofte bijkans en verklaarde op hoge toon dat hij het nu wel welletjes vond. Hij wilde niet langer wachten en zei dat hij dan wel zonder toestemming van de koning zou gaan ingrijpen. Immers, de boosaardige haan Cantecleer vormde een ernstige bedreiging voor het hele bos en dan zou hij zijn verantwoordelijkheid wel nemen.
Met priemende oogjes keek de sluwe vos de kring der dieren rond en vroeg wie er met hem mee wilden gaan. Slechts zijn neef Grimbert de Das en Belijn de Ram verklaarden zich bereid met hem een coalitie te vormen. De Ezel Balkenende zegde toe Reinaerts actie alleen politiek te ondersteunen, maar zoals gewoonlijk werd er op deze bijziende druiloor nauwelijks gelet.

Het drietal trok onder aanvoering van Reinaert ten strijde tegen Cantecleer en sloopten binnen no-time diens hele kippenfarm. Triomfantelijke reportages over grootse daden en overwinningen overspoelden het ganse bos. Er kwam echter nog steeds geen enkele kennisgeving omtrent de vondst van giftige eieren. De eerlijkheid gebiedt te zeggen, dat daarop inmiddels ook niet meer zo op werd gelet. De sluwe Reinaert had namelijk gaandeweg het accent van zijn beweegredenen listig verlegd naar het aspect van de afschuwelijke wreedheid van Cantecleer.
Waar was Reinaert allemaal mee bezig? Toen het karwei vrijwel was geklaard bereikten bovendien nog enige verontrustende berichten over vele uiteen gereten kippen en kuikens het hof van koning Nobel. Op een dag werd zelfs het ontzielde lichaam van de dode kip Coppe ten paleize bezorgd. Tevens scheen er volstrekte chaos te heersen onder het pluimvee en was er sprake van dermate heftige plunderingen dat de veren in het rond stoven.
Koning Nobel overzag het allemaal niet meer. Toen de ezel Balkenende vervolgens ook nog eens begon te raaskallen dat er zelfs kippenpest was uitgebroken, sloegen de stoppen bij de koning der dieren volledig door. Brullend en tierend schold de getergde monarch het warrige lastdier de huid vol, verklaarde tenslotte dat een Bos en een balkende ezel niet samengingen en joeg hem van zijn territorium.

Reinaert de Vos intussen voelde zich na zijn overwinning de Nieuwe Koning der Dieren, deed zich tegoed aan de rijkdommen in de pluimvee-sector. Hij trok zich niets aan van de beestenbende die hij in de regio had aangericht en waarvan de gevolgen nog lang merkbaar zouden zijn in het dierenbos.
Van Cantecleer is nimmer meer vernomen, in tegenstelling tot de ezel, die koppig is blijven proberen nog een stabiele coalitie met Gereart de Zalm te vormen en ondertussen in het wilde weg maar zélf wat kippen is gaan ruimen...

Moraal van dit verhaal: Als de vos de passie preekt, boer pas op je kippen!

Binnenkort in Engelse vertaling: "About the fox Rumsfeld and the eggs of mass destruction"