Archief: artikelen van

| Home |

 

De stoffelijke resten van René

Woensdag 09 April 2003 in categorie Lijf en ledematen

De scheiding tussen lichaam en geest is een mythe. Deze mythe hebben we te danken aan de Franse filosoof René Descartes, die in de zeventiende eeuw in zijn 'Méditations' beweerde dat het lichaam stoffelijk was en de geest onstoffelijk. Derhalve dienden deze twee componenten van het menselijk wezen te worden beschouwd als volstrekt losstaand van elkaar. Later heeft hij deze opvatting weliswaar genuanceerd in zijn geschrift 'Les passions de l'âme', maar de archeologische overblijfselen van zijn oorspronkelijke opvatting blijken moeilijk afbreekbaar en hierdoor zitten wij er tot op de dag van vandaag mee opgescheept.

Kortzichtig

Bij menig ziekteverschijnsel dat door de medische wereld nog wat lastig te duiden is, wordt nog gemakshalve teruggegrepen op die altijd handige Descartes. Het zit tussen de oren, het is psychisch, aanstellerij of simpelweg 'niet aangetoond'. Met dit laatste wordt dan bedoeld: niets lichamelijks te vinden. En dus mankeert de patiënt officieel ook niets.

Nóg gretiger wordt onze René er impliciet bijgesleept wanneer het ziektebeeld teveel centjes dreigt te gaan kosten, getuige de alsmaar voortslepende WAO-discussie. De tendens is toch telkens om al het leed dat niet fysiek van oorsprong is maar uit de WAO te wippen. Een kortzichtige opvatting, die alles wat zich nog achter de horizon van de medische kennis bevindt gemakshalve als niet bestaand etiketteert.

Radicaal

De kortzichtigheid laat zich aardig illustreren aan de hand van het verschijnsel 'vrije radicalen'. Vrije radicalen zijn simpel gezegd atomen of moleculen die een electron missen en daardoor instabiel zijn. Electronen moeten altijd 'gepaard' zijn, dus een atoom of molecuul waarbij een electron ontbreekt zal meedogenloos op zoek gaan om dit gemis op te heffen. In het menselijk lichaam kunnen vrije radicalen hierdoor flinke schade aanrichten aan celmembramen en het DNA, met als mogelijk gevolg ernstige aandoeningen als kanker en hart- en vaatziekten. Een van de simpele middelen om vrije radicalen af te vangen is vitamine C. Maar vitamine C is goedkoop en daardoor geen produkt dat in de belangstelling staat bij de onderzoekscentra van de farmaceutische industrie. Er valt domweg geen geld mee te verdienen.

Weggehoonde vitamientjes

Tweevoudig Nobelprijswinnaar Dr. Linus Pauling (1901-1994) propageerde al in de jaren zestig het gebruik van extra vitaminen (met name vitamine C) en gezonde voeding in het algemeen als aanvullend middel voor de bescherming tegen ernstige ziekten als kanker. Eén van zijn Nobelprijzen had hij verdiend als chemicus en vanuit dit vakgebied benaderde hij dan ook de biochemische processen in het menselijk lichaam. Zijn principes raakten bekend onder de naam 'orthomoleculaire geneeskunde', waarin ook het gevaar van vrije radicalen en het gebruik van vitamine C voor het eerst serieus werd onderkend. De orthomoleculaire invalshoek is in de reguliere geneeskunde echter lange tijd verguisd. De eerlijkheid gebied te zeggen dat ook allerlei 'genezers' met een nogal hoog zweefvermogen ermee aan de haal gingen en dat kwam de reputatie van Paulings theorieën niet ten goede.

Of Pauling helemáál gelijk had valt te bezien, maar zijn ideeën waren in elk geval een goede voorzet. Want grofweg het laatste decennium schijnen ook andere wetenschappers ontdekt te hebben dat je het fenomeen vrije radicalen maar beter serieus kunt nemen en staat het onderwerp volop in de belangstelling bij de reguliere geneeskunde. Een beginsel dat eerst werd weggehoond, krijgt eindelijk erkenning.

Niet aangetoond

Helaas is het Descartes-denken nog steeds niet uitgebannen uit de wetenschap. Er blijven medische volksstammen die denken volgens de lijn: wat niet is aangetoond bestaat niet. Anekdotisch is in dit verband een interview dat ik eind jaren tachtig hield met een gerespecteerd allergoloog in het Academisch Ziekenhuis in Groningen. Ik vroeg hem naar het mogelijk verband tussen voedingsstoffen en psychische aandoeningen. Stellig verklaarde hij: "Dat verband is niet aangetoond." Hierop informeerde ik of het verband überhaupt wel eens was onderzocht. Dat was niet zo. Ik kon niet nalaten op te merken dat het dan ook logisch was dat het niet was aangetoond, want als je iets niet onderzoekt valt er ook niets aan te tonen...

Oogkleppen

En zo blijft het oogkleppen-denken doorgaan. Vele 'psychische' klachten zijn in het verleden afgedaan met allerlei modieuze dooddoeners als 'nervositeit', 'overspannenheid' of 'hyperventilatie'. De opzienbarend goede resultaten van relatief nieuwe geneesmiddelen als Prozac, Seroxat en aanverwante anti-depressiva (de zogeheten serotonine re-uptake remmers, SSRIs) duiden er echter wel degelijk op, dat men de oplossing in de biochemische hoek heeft gevonden. Deze medicijnen worden gebruikt tegen depressie, dwangmatige gedachten en paniekstoornissen. De regulering van een neurotransmitter, gewoon een chemisch stofje, is domweg uit balans en een Prozacje brengt de zaak weer netjes op orde. Volgens de redenering van Descartes zouden we nu dus moeten vaststellen dat klachten als depressie en paniekstoornissen de facto een fysiek probleem zijn en geen psychisch.

Aardgas

Doktoren worden dikwijls erg zenuwachtig van 'vage klachten'. Want op alles moet liefst zo snel mogelijk een etiket. Maar daar werkt ons lichaam mooi niet aan mee. U bent chronisch moe? Misschien heeft u een Chronisch Vermoeidheids Syndroom. Het beestje heeft dan een naam, maar in het dagelijks leven schiet u daar weinig mee op. Moe is moe. En niet zo'n béétje moe, maar echt volledig gesloopt. En ja hoor, daar komt weer zo'n professor die roept dat het tussen de oren zit en dat een duchtige Cognitieve Gedragstherapie een hoop ellende wegneemt. Dit is arrogante modieuze praat om de aandacht op het eigen vakgebied te vestigen. Bij de professor zit het duidelijk niet tussen de oren, maar tussen de oogkleppen. Zijn therapie zal hooguit een nuttige bagage blijken op de weg naar beterschap. Want theoretisch zijn er duizenden manieren om chronisch moe te worden, maar die manieren worden dikwijls nog door de reguliere geneeskunde met scepsis bekeken. Allergie of intolerantie voor bepaalde (voedings)stoffen bijvoorbeeld. Zeker vijfentwintig procent van de Nederlandse bevolking is 'atopisch', hetgeen wil zeggen: heeft de erfelijke eigenschappen om mogelijk in zijn leven een allergie te ontwikkelen. Dit percentage is het hoogste in de wereld. Waarschijnlijk gewoon toeval, veroorzaakt door de genen die de oude Batavieren en Kaninefaten hier importeerden.

Allergie uit zich niet alleen via hooikoorts of huiduitslag. Er kunnen ook heel andere andere klachten zijn, waaronder dus die chronische vermoeidheid, de angsten, de depressies, de stress. En zie er dan maar eens achter te komen wélk stofje de klachten precies veroorzaakt. Sommige mensen worden zelfs beroerd bij het ruiken van aardgas. Treffend is ook dat er zelfs een kans bestaat dat juist de lekkernijen waarvoor je 's nachts de voorraadkast induikt, duiden op een allergie of intolerantie voor dat produkt.

Wondermiddel

De opvattingen van Descartes zijn verouderd. Ons lichaam is een veel te complex biochemisch systeem om zomaar in tweeën te hakken. En de les van Linus Pauling is, dat wij geen zaken moeten weghonen die nog achter de horizon van ons begrip liggen. Serieuze wetenschap staat juist open en onbevooroordeeld tegenover nieuwe ideeën. Wij moeten leren dat er niet één enkele oorzaak behoeft te zijn voor nog niet geheel te bevatten kwalen en dus ook niet één wondermiddel daartegen.

Laten we voorlopig dus die kunstmatige breuk tussen lichaam en geest maar lijmen. Ná dit leven kunnen we dan altijd nog bezien of Descartes misschien gelijk had...


Opgedragen aan mijn liefste doctorandus in de chemie.
De stoffelijke resten van René

Tweede dag

Maandag 17 Februari 2003 in categorie Lijf en ledematen

Ik had een spectaculaire nachtmerrie, waarin ik tegen mijn zin oraal genomen werd door een sigaret. Ja, beste luisteraars, na het ontwaken liet ik deze droom even bezinken, ter evaluatie bij volledig bewustzijn, zogezegd...

...Ik heb dus eigenlijk nóg geluk gehad, want het gevaar had ook best van de andere kant kunnen komen! En dan had ik nu op de blaren gezeten.
Nou ja, u ziet, ik ben geestelijk nog wat verward, maar verder gaat het wel.

Helemaal zonder gevaar is het dus niet, kennelijk...
Tweede dag

Stoppen met roken

Zondag 16 Februari 2003 in categorie Lijf en ledematen

[Proloog] Vandaag een special bij Verbal Jam! Het is namelijk nu wel genoeg geweest! Wij gaan stoppen en daar mag u vandaag met veel leedvermaak van meegenieten!
Dus stay tuned en wij houden u live op de hoogte van de dramatische ontwikkelingen alhier.

12.00 uur Ai, sommige lezers zette ik blijkbaar op het verkeerde been! Nee, nee: andere been! Verbal Jam is aan het stoppen met roken! Titel van dit stukje dus maar gewijzigd. Gisteravond voor het slapen gaan de laatste sigaret genuttigd. Daarna lang uitgeslapen, want zolang je slaapt merk je niks, behalve wat enge dromen waarin je beleeft dat je er toch eentje opsteekt. Dus dat scheelt weer een paar uur lijden.

12:25 uur Ja hoor! Zit ik even Buitenhof te kijken, hebben ze daar Zalm. Gerookte Zalm, want Zalm rookt. Ik denk: niet naar kijken!
Rob Trip grijpt in en zegt tegen Zalm: "U rookt niet meer, hè?" Nee, Zalm is gestopt en Zalm hoopt het vol te houden. U ziet, Zalm is ook niet meer wat ie geweest is.

13:00 uur Mijn brein moest vanmorgen duidelijk nog leren zónder nicotine scherp te zijn. Zo heb ik vijf minuten onder de douche gestaan met de kraan dicht, schoof ik het douchegordijn naar rechts in plaats van naar links en kwam ik er tien minuten geleden Buitenhof-kijkend achter dat ik nog immer met een uitgeschakelde elektrische tandenborstel in mijn bek zat. Zie je? Zó gewend is men nou om iets in de mond te hebben!

Stoppen met roken Lees verder...

Leven als borstbeeld

De revalidatiekliniek

Maandag 03 Februari 2003 in categorie Lijf en ledematen

Hoe is het om te bestaan als een levend borstbeeld? Want iets dergelijks stel ik me erbij voor wanneer alles lager dan ongeveer de nek niet meer meebeweegt en niet meer voelbaar is. De gangbare uitdrukkingen zijn dan niet meer op je van toepassing. Je kunt niet in het leven staan, je hebt geen levenswandel, want al zesentwintig jaar sta je niet meer op die eigen benen. Ze doen het namelijk niet. Niets beneden die dwarslaesie doet het nog. Je enig vertier bestaat uit zeuren tegen de zusters of ze een asbak op je borst willen zetten en je een aangestoken peuk tussen de lippen willen proppen. En dag en nacht tv kijken, waarbij je door in een buisje te blazen langs de kanalen zapt.

Leven als borstbeeld Lees verder...

Vergeten voorbehoedmiddel

Zaterdag 26 Oktober 2002 in categorie Lijf en ledematen

Het Chemisch Weekblad las ik nooit. Ik dacht altijd dat het veel te moeilijk was voor mijn alfa-hersentjes en dat ik beter mijn toevlucht kon nemen tot de 'Kijk'. Tot vandaag. Vandaag ontdekte ik dat mijn brein weliswaar inderdaad de aansluiting miste met het grootste deel van de artikelen, maar dat er ook begrijpelijke interessante dingetjes in stonden. Dus voortaan blader ik het tóch even door. Want anders mis ik van die lekker behapbare weetjes, zoals over dat vergeten voorbehoedmiddel.

Sommige dames onder u zullen nu zeggen: "So what? Big deal! Komt best wel eens voor dat ik die pil vergeet in te nemen!"
Nee, nee, dames en ook heren: u zit op het verkeerde spoor. Het vergeten voorbehoedmiddel betreft een contraceptief dat eeuwenlang populair was, maar nu volkomen uit beeld is. Citroensap. U leest het goed: citroensap.
Citroensap schijnt effectief te zijn tegen zwangerschap en zelfs tegen hiv-besmetting. Althans volgens het Chemisch Weekblad, dat hieromtrent de Australische wetenschapper Short citeert.

Citroensap, zo lees ik met almaar roder wordende oortjes, heeft een verlammend effect op de zaadcellen en vermindert de activiteit van het hiv-virus dramatisch. Het verhaal wordt zelfs nóg sappiger, maar dat is te verwachten met citroenen. Want zelfs de historische versierder Casanova wordt ten tonele gevoerd. Die duwde de dames eigenhandig een stuk citroen in de baarmoedermond alsvorens hen te bespringen.

O ja, heren: ga nu niet direct voortvarend en enthousiast een fles Dubro Citron in haar leegwringen. Dat is weliswaar zacht voor de handen en wie weet ook voor de genitaliën, maar het schuimt als een gek. Wetenschapper Row doet het liever met citroensap in een spons.

Ik zie u ietwat huiveren. Dat had ik nu ook! Brrrr: dat wordt tandenknarsend klaarkomen!

[De meer wetenschappelijk verantwoorde bron: Chemisch Weekblad, 26-10-02, blz. 13]

Schat, wat ruik je lekker fris!
Vergeten voorbehoedmiddel

broederliefde

Maandag 21 Oktober 2002 in categorie Lijf en ledematen

De vriend die ik als een broer beschouw is plotseling opgenomen in het hospitaal met een heel foute ziekte. Dermate fout dat hij daar binnen kortere of langere tijd aan doodgaat. Maar hoe dan ook te kort om zijn langste tijd al gehad te hebben.

Zo'n onheilstijding komt altijd overwacht en op het verkeerde tijdstip. Heel verkeerd is bijvoorbeeld het ogenblik van wakker gebeld worden op de vroege ochtend van mijn verjaardag. Maar ach, voor dit soort berichten is er nooit een goed moment, dus dan kan het evengoed maar gebeuren wanneer ik tegen mezelf net 'langzallieleven' lig te dromen. Misschien helpt het voor hém ook nog wat, bij nader inzien...

Deze morgen ben ik direct gaan kijken hoe hij er bijligt, mijn broer. Z'n eerste stralingsbombardement kreeg hij met spoed dit weekend al, want er dreigt een hoge dwarslaesie. Ik betreed zaal 2B36 en zie dat hij gelukkig nog monter uit de ogen kijkt, zeker gezien de omstandigheden.

"Dat heb je weer lekker getimed, lul!" zeg ik liefdevol tegen hem. Want zo kunnen wij met elkaar praten, altijd. Ik weet dat hij begrijpt dat in zo'n voor buitenstaanders harteloze zin al mijn angst en ongerustheid ligt besloten. Mijn broer en ik verpakken onze bezweringsformules in harde humortaal. Hij is nog erger dan ik, want hij is het grootste deel van zijn leven al invalide door de psoriasis en rheumatische artritis. Om zoiets te verdragen heeft hij zich het pantser van cynisme moeten aanmeten tegenover het leven en het functioneren van zijn lijf.

Mijn broer en ik hebben allebei geen broers, alleen maar zusters. Daarom hebben wij al jaren geleden besloten elkaars broer te zijn. Mijn moeder reageerde zeer begrijpend en zei alleen maar: "O, da's mooi."

Wij verdroegen elkaars eindeloze gezeik over ontspoorde liefdes, gedonder op het werk en de toestand in de wereld. We wierpen elkaar het touw toe wanneer één van ons zich in de put bevond.

Na krap drie kwartier zeg hij: "Donder nou maar weer op, want ik ben moe."

En ik ga, want ik laat hem toch niet alleen, dat weet hij. Dit keer zal ik een heel lang en stevig touw moeten zoeken, vrees ik...

Kun je de dood op afstand houden met voldoende medeleven?
broederliefde

Broederliefde

Maandag 21 Oktober 2002 in categorie Lijf en ledematen, Persoonlijke notities

De vriend die ik als een broer beschouw is plotseling opgenomen in het hospitaal met een heel foute ziekte. Dermate fout dat hij daar binnen kortere of langere tijd aan doodgaat. Maar hoe dan ook te kort om zijn langste tijd al gehad te hebben.
Zo'n onheilstijding komt altijd overwacht en op het verkeerde tijdstip. Heel verkeerd is bijvoorbeeld het ogenblik van wakker gebeld worden op de vroege ochtend van mijn verjaardag. Maar ach, voor dit soort berichten is er nooit een goed moment, dus dan kan het evengoed maar gebeuren wanneer ik tegen mezelf net 'langzallieleven' lig te dromen. Misschien helpt het voor hém ook nog wat, bij nader inzien...

Deze morgen ben ik direct gaan kijken hoe hij er bijligt, mijn broer. Z'n eerste stralingsbombardement kreeg hij met spoed dit weekend al, want er dreigt een hoge dwarslaesie. Ik betreed zaal 2B36 en zie dat hij gelukkig nog monter uit de ogen kijkt, zeker gezien de omstandigheden.

"Dat heb je weer lekker getimed, lul!" zeg ik liefdevol tegen hem. Want zo kunnen wij met elkaar praten, altijd. Ik weet dat hij begrijpt dat in zo'n voor buitenstaanders harteloze zin al mijn angst en ongerustheid ligt besloten. Mijn broer en ik verpakken onze bezweringsformules in harde humortaal. Hij is nog erger dan ik, want hij is het grootste deel van zijn leven al invalide door de psoriasis en rheumatische artritis. Om zoiets te verdragen heeft hij zich het pantser van cynisme moeten aanmeten tegenover het leven en het functioneren van zijn lijf.

Mijn broer en ik hebben allebei geen broers, alleen maar zusters. Daarom hebben wij al jaren geleden besloten elkaars broer te zijn. Mijn moeder reageerde zeer begrijpend en zei alleen maar: "O, da's mooi."
Wij verdroegen elkaars eindeloze gezeik over ontspoorde liefdes, gedonder op het werk en de toestand in de wereld. We wierpen elkaar het touw toe wanneer één van ons zich in de put bevond.

Na krap drie kwartier zeg hij: "Donder nou maar weer op, want ik ben moe."
En ik ga, want ik laat hem toch niet alleen, dat weet hij. Dit keer zal ik een heel lang en stevig touw moeten zoeken, vrees ik...

Kun je de dood op afstand houden met voldoende medeleven?
Broederliefde