Andere waarschuwingen
Zondag 09 Juni 2002 in categorie Lijf en ledematen
Lezer HH vermaant de roker in een reactie op het vorige stukje. Hij of zij krijgt van mij helemaal gelijk, daarom citeer ik deze bijdrage alhier:
Geen goed bedoelde vermaning is deugdelijk voor mensen die
als enige gedragsalternatieven ontkenning en hun kop in de as
te steken hebben. Wee hen!!!
Vooral door die laatste zin ga ik mij knap beklagenswaardig voelen. Ik denk echter niet dat ik mijn kop in de as steek. Ik ben al vanaf mijn 25ste min of meer grijs, dus dat is nergens voor nodig.
Maar nu even serieus. Ik denk dat de aanpak van dreigende waarschuwingen tegen het roken niet werkt. Sterker nog: ik heb u op 1 juni reeds het effect voorspeld dat nu in de media wordt gemeld: jongeren vinden het juist stoer!
Leest u maar even terug...
Rookbestrijders doen er beter aan onderzoek te doen hoe men rokers echt grootschalig kan ondersteunen bij de overgang naar een leven zonder roken. Dan bedoel ik niet een slap anti-rookcursusje hier of daar. Ik bedoel ook geen restrictieve maatregelen zoals het rookvrij verklaren van steeds grotere stukken Nederland. Het allerwege verketteren van rokers is eveneens een voorbeeld van een negatieve benadering. Dan neem je het probleem niet serieus genoeg.
Ik durf hier de stelling aan dat roken géén verslaving is. In een grijs verleden heb ik wel eens een boek gelezen over verslavingsproblematiek. Er is een verschil tussen verslaving en afhankelijkheid. Als ik mij goed herinner is het verschil: verslaving is iets lichamelijks, afhankelijkheid psychisch. Iemand die verslaafd is aan heroïne krijgt bij niet-gebruik direct sterke lichamelijke onthoudingsverschijnselen. Bij roken is dat niet het geval.
Roken is eerder een gewoonte die sterk is ingebed in een gedragspatroon. Laat ik niet teveel theoretiseren, maar mijzelf als praktisch voorbeeld nemen.
Ik rook zware shag. Ik rook echter niet over mijn longen. Vroeger deed ik dat wel, maar al sinds jaren ben ik daarvan afgestapt. Ik merkte dat inhaleren eigenlijk niets wezenlijks toevoegde aan het genot. Roken is voor mij een orale bevrediging, met een hoog 'knusheidsgehalte'.
Uiteraard krijg ik ook zonder inhaleren enige nicotine binnen. Wanneer ik stop met roken kunnen bloedcellen weer voedingsstoffen vervoeren in plaats van nicotine en gaat het buikje weer brutaal over de broekriem hangen.
Daarmee komen we direct op een vorm van sociale dwang die een rol kan spelen bij de beslissing om wel of niet te roken. Een buikje wordt beschouwd als iets waarvoor men zich eigenlijk dient te schamen, een buikje is niet sexy. Dat geldt voor mannen en vrouwen. Verbieden dus die reclames met breinaaldmeisjes en strakbuikige jongens. Slecht voor de volksgezondheid. Terug naar het Rubensiaanse model.
Allen Carr schreef een goed boek om van het roken af te komen. Een boek met één fataal zwak punt: hij stapt al te makkelijk heen over het probleem van de gewichtstoename die plaatsvindt na het stoppen. Men gaat meer eten en al die calorieën hebben ook nog eens een hoger rendement vanwege de eerder genoemde 'vrije' bloedcellen. De ene orale bevrediging maakt plaats voor de andere.
Of nicotine een 'verslavende' werking heeft zoals door velen wordt beweerd, betwijfel ik sterk. Wanneer ik stop met roken -en ik heb een aantal malen jarenlang rookloos geleefd- heb ik één à twee dagen nodig om het 'gewoontepatroon' te doorbreken. Daarna doet het me niets meer.
Zoals Allan Carr wèl terecht opmerkt: nicotinepleisters zijn pure onzin. Mocht er al sprake zijn van een nicotine-verslaving, dan houd je die daarmee in stand.
Gedurende het 'afkicken' dringt zich herhaaldelijk een sterke behoefte aan een sigaret op. Veel water drinken en het ontkenningsgedrag positief aanwenden: "Hoezo zin in een sigaret? Ik rook helemaal niet! Nooit gedaan ook!" De drang tot roken is dan al na enige minuten voorbij. Komt weer regelmatig terug, maar steeds minder. Als je slaapt word je toch ook niet wakker omdat je behoefte hebt aan roken?
Alle mensen en instellingen die nu te hoop lopen tegen het roken zouden productiever bezig zijn door creatief aan de slag te gaan met het bedenken van middelen ter vervanging van de 'knusheidsfactor' van de sigaret.
Het element van 'stoerheid' is tegenwoordig te verwaarlozen. Hierbij is het ene object makkelijk te vervangen door een andere, zoals Kojak in de jaren zeventig al liet zien door permanent met een lollie in de bek te lopen.
Nee, het werkelijke probleem zit mijns inziens toch in de oerbehoefte die in de mens zit ingebakken en die om bevrediging vraagt: veiligheid, gezelligheid, knusheid. Wat eerst de moederborst bood, biedt nu de zachte warme rook. Het is louter pech dat die rook nu net schadelijk is.
Elk mens heeft recht op één slechte gewoonte. Dit is niet door een of andere filosoof bedacht, maar dat kun je gewoon om je heen constateren. Ikzelf drink geen alcohol, thee of koffie. Anderen zweren dat ze de dag niet kunnen beginnen zonder een pittig bakkie leut.
Mensen zitten verschillend in elkaar. Ik geloof zeker in het feit dat de biochemische balans binnen ieder mens anders kan zijn. Best kans dat veel mensen stimulerende of dempende stoffen nodig hebben om een bepaald tekort binnen zichzelf op te heffen en te kunnen functioneren.
Ik vind het bijvoorbeeld best voorstelbaar dat iemand als Jules Deelder de nodige quota amfetaminen inneemt om zich prettig te voelen en te functioneren.
Het is absoluut logisch dat rokers allerlei uitvluchten en redenen bedenken om niet te hoeven stoppen. Er zijn namelijk geen alternatieven voor de bevrediging van de oerbehoefte. Daarin zit hem namelijk de kern van het probleem, niet in de nicotine. Zuigen aan iets lekkers, daar gaat het om. Waarom deden of doen wij anders aan duimzuigen, lollie-lebberen, zoethout kauwen, zuurstokzuigen, frisdrank met een rietje? Om van meer erotisch getinte genotstechnieken maar te zwijgen...
De hypocrisie van overheid en bedrijfsleven biedt de roker ook geen steun bij het stoppen. Zij reikt hem of haar impliciet alleen maar nog meer flauwe exuses aan om ermee door te gaan.
De overheid heft hoge belastingen op tabak en alcohol en heeft een immens financieel belang bij doorroken. Schipholplaza is geheel rookvrij verklaard, behalve op de terrasjes die geld in het laatje brengen. Ondertussen ziet mijn balkon zwart van de rooksmurrie die de vliegtuigen uitbraken. Schiphol mag van mij eerst zelf stoppen met roken.
Uiteraard zijn dit geen geldige excuses voor doorroken, maar zij scheppen absoluut niet het positieve klimaat om rokers te helpen. Er moet gezocht worden naar middelen om mensen intrinsiek te motiveren. Men moet zelf willen. Het aardige daarbij is: de meeste rokers willen zelf best! De enige barrière is het gebrek aan brede maatschappelijke, positieve ondersteuning.
Ook de medische wereld kan wel wat minder selectief zijn in haar voorlichting. Roken kan longkanker veroorzaken. Maar vertel dan ook dat het gevaar enorm versterkt kan worden door combinaties van factoren. Bijvoorbeeld de arbeids-omstandigheden van beroepsgroepen die een hoog risico lopen gevaarlijke stoffen in te ademen. Is er bijvoorbeeld wel eens onderzoek gedaan naar het eventuele verschil in longkankersterfte onder rokende tapijtleggers, schilders en bankdirecteuren? Eerlijke voorlichting is eveneens belangrijk.
Kort en goed: een antirookbeleid is prima, maar dan wel een beleid waarbij de gehele maatschappij dit als een gezamenlijke verantwoordelijkheid voelt en er sprake is van een aanpak met een meer positieve ondertoon. Of heeft men de illusie dat het internet nog te overtreffen valt wanneer het gaat om enge plaatjes? Nee, de huidige jeugd is daar echt niet meer van onder de indruk.
Tijd voor een nationale afkickdag?
Tweet |