Donderdag 15 Januari 2004 in categorie Media
De Volkskrant
plaatste donderdag een bericht van het ANP over een demonstratie van leerlingen van het Haagse Terra College. De kinderen betuigden hun steun aan degene die dinsdag adjunct-directeur Hans van Wieren doodschoot. Volgens de betogende kinderen werd de dader 'slecht afgeschilderd'.
Hebben wij hier nu te maken met een volwassen ochtendkrant of met een boulevardblad? Want dit is het soort nieuws waarbij je de verleiding moet kunnen weerstaan om het te plaatsen. Onnozele kinderen moet je tegen zichzelf in bescherming nemen. De Volkskrant gooit echter nog even lekker olie op het vuur.
Lees verder...
Woensdag 14 Januari 2004 in categorie Criminaliteit en recht, Politiek & Maatschappij
Dinsdagmiddag werd de 49-jarige adjunct-directeur van het Haagse
Terra College Hans van Wieren in het hoofd geschoten door de 17-jarige geschorste leerling Murat D. Het slachtoffer overleed rond tien uur diezelfde avond.
In de media speculeren deskundigen en politici hoe het zover heeft kunnen komen. Handhaving van regels en meer duidelijkheid vanaf de eerste dag dat de leerlingen op school komen is een veel gehoord advies.
Een belangrijke medeoorzaak blijft echter tot dusver ongenoemd.
Lees verder...
Zaterdag 10 Januari 2004 in categorie Klein Proza
Nederland is doortrokken van drogisterijen en ze heten bijna allemaal hetzelfde. In het bijzonder heb ik de winkelketen op het oog met de ietwat sjofele zaken, daar waar u altijd doorheen schuifelt op zoek naar goedkope klassieke cd's.
Het ochtendblad brengt mij het bericht dat deze hedendaagse Jozef Geelman nu ook een eigen boekenlijn gaat uitbrengen. Want zonder lijn tel je niet mee. Popartiesten en topsporters hebben hun kleding- of cosmeticalijn, drogisten hun boekenlijn. Logisch toch?
Eigen 'lijnen' zijn doorgaans duur. Zo niet bij de schuifeldrogist. Deze levert zijn lijn juist tegen een luttel bedrag en omzeilt in sommige gevallen ook listig de vaste boekenprijs. Gewoon een ander kaftje eromheen, in eigen beheer uitgeven et voilà, de serieuze boekhandel heeft het nakijken.
Een bekende kleine uitgever verschijnt wederom als Don Quichot op de buis en verdedigt daar vurig de eer van zijn Vrouwe Dulcinea, oftewel de Vaste Boekenprijs. Maar ik voorspel u: er is de Vrouwe geen lang leven meer beschoren. In uitgeversland lamenteert men steevast dat zonder vaste boekenprijs het uitbrengen van risicovolle titels onder druk komt te staan. Dit is waar, maar anderzijds ook wat hypocriet. Bij de uitgave van een boek lijken namelijk de literaire drijfveren in toenemende mate het veld te moeten ruimen voor de commerciële.
Wanneer een debutant niet behoort tot een marketingtechnisch aantrekkelijke categorie kan hij of zij het gevoeglijk schudden. Het is dus een voordeel wanneer je een door andere oorzaken bekende Nederlander bent. Of een hypergeïntegreerde allochtoon. Die lui scoren opvallend goed de laatste tijd. Reeds langer succesvol is uiteraard de jonge, aantrekkelijke en liefst rondborstige vrouw.
Ach ja, het boek, hoe lang zal het nog bestaan? Wij werden opgevoed met respect voor het boek: voor het lezen eerst je handjes wassen. Op de middelbare school ging het al bergafwaarts met de heilige status van het boek. Vertwijfeld hief mijn docent Engels de handen ten hemel terwijl hij verhaalde over de cultuurbarbarij van Amerikanen, die de gelezen bladzijden van een pocketboek doodleuk afscheurden! Hier in Nederland kwam dit gebruik gelukkig niet in zwang. Het is bij nader inzien ook nooit nodig geweest, want een béétje paperback valt traditiegetrouw reeds bij eerste lezing vanzelf uit elkaar.
Wij gaan voor ons leesgenot richting internet, beste letterconsument, al lijkt dit idee u op dit moment misschien nog een gruwel. Lezen van een computerbeeld is heden ten dage nog niet bijster comfortabel. Maar daar zit verbetering in, kan ik u melden. Binnen luttele jaren ligt u met een flexibel beeldschermpje ter dikte van een placemat lekker in uw bedje de vroeger zo onhandelbare pillen van Umberto Eco of A.F.Th. van der Heijden te verslinden.
Maar het belangrijkste voordeel is dat u toegang krijgt tot alle onbekend gebleven letterkunde die op internet voor het grijpen ligt. U weet wel, het werk van de auteurs die voor de boekenuitgevers niet bekend, jong, allochtoon of rondborstig genoeg waren. Het boek bracht blijkbaar met zich mee dat wij slechts het topje van de ijsberg lazen.
verschenen in nieuwsbrief nr 139 van het literair tijdschrift OpSpraak
№ 16
Vrijdag 09 Januari 2004 in categorie Voor de Notulen & Ter Kennisname
U denkt misschien: waar hangt-ie uit? Misschien ook niet. In elk geval is het antwoord: gewoon hier. Achter de schermen probeer ik namelijk deze site een beetje te verbouwen, niet teveel natuurlijk, want ik houd nu eenmaal niet van rigoureuze omwentelingen in 't leven.
Maar dat u 't weet: als hier af en toe het plafond naar beneden komt (dat kan bij een website meerdere malen), dan weet u dat ik nog aan het sleutelen ben.
Ja, voor je 't weet gaan ze je moeder bellen ofzo...
Dinsdag 06 Januari 2004 in categorie Baanbrekende denkbeelden
Wanneer de resultaten van een opinieonderzoek worden gepresenteerd is er altijd een groep mensen die 'geen mening' heeft. Dit intrigeert mij. Ik zou zeggen: als je geen mening hebt kwaak je er toch gewoon eentje na van de televisie? Dat doet het grootste deel van die andere negentig procent namelijk óók hoor, maak je maar geen illusies! Of dacht u soms dat iedereen een
echte eigen mening had, een mening die is gebaseerd op tal van afwegingen, een mening die is gevoed door pluriforme en gedegen informatie? Ik dacht van niet, alleen kan ik dit niet met feiten staven, want zoals u zult begrijpen is hier geen opinieonderzoek naar te doen. Misschien zijn een heleboel Nederlanders wel gewoon te lui om een mening te hebben...
Ik denk dat ik maar een mening-adviesbureau ga beginnen. Dat noem ik dan heel gewichtig Opinion Consultancy. Met dit bureau verkoop ik mijn mening aan de meninglozen. Zeg nu zelf: als er bedrijven zijn die geld kunnen verdienen met meningen
vragen, waarom dan geen bedrijf dat geld verdient met meningen
geven? En wanneer mijn bedrijf binnen de kortste keren heel groot geworden is kan het Nipo mij rechtstreeks bellen om te horen wat Nederland ergens van vindt. Maurice de Hond doet dit trouwens al. Maar die wil altijd gratis, dus die geef ik dan ook gewoon een waardeloze mening.
Vandaar dat hij het af en toe mis had de laatste tijd...
Maandag 05 Januari 2004 in categorie Ergernis, Woede of Frustratie
Geschiedenis is een onderwerp dat mijn interesse heeft. Om die reden houd ik alvast rekening met toekomstige geschiedschrijvers die, wanneer de grote kwesties van onze tijd eenmaal zijn gedocumenteerd, onvermijdelijk overgaan tot het beschrijven van het leven van alledag. Wat mij betreft mogen zij dan een apart hoofdstuk wijden aan onze ergernisjes. Ik kom op dit idee omdat ik in onze huidige geschiedschrijving dit aspect uit het leven van onze voorouders een beetje mis. Waarschijnlijk leefden zij te kort om ze allemaal te kunnen documenteren. Het enige historische ergernisje dat mij nu zo even snel in het blote hoofd opkomt is van de Amsterdamse koopman Jacob Bicker Ray, die in zijn dagboek bij herhaling klaagt over zijn jicht. Maar jicht is een vervelende kwaal en daarom waarschijnlijk juist een behoorlijk grote ergernis. Nee, het moet nóg kleiner, op het niveau van het haakje aan je nagel dat telkens in je kleren blijft hangen.
Lees verder...
Zondag 04 Januari 2004 in categorie Klein Proza
Het is nieuwjaarsdag en het sneeuwt. Dat begint goed. Ik heb bij sneeuw altijd het heimelijk verlangen dat het compleet uit de hand loopt, dat het uitdraait op Siberische toestanden. Een geweldige blizzard bijvoorbeeld, die ons opzadelt met meer dan anderhalve meter sneeuw. Dat zou wel eens goed zijn voor dit land, een milde natuurramp die de zaak een tijdje volledig ontregelt maar verder weinig ernstigs aanricht.
Heerlijk lijkt me dat, die kinderlijke opwinding die dan over ons volk komt, de kriebels van een beetje avontuur. Dorpen die insneeuwen, het journaal dat met een ernstig gezicht vertelt welke gebieden geheel van de buitenwereld zijn afgesneden. Op de snelwegen deelt de ANWB soep uit aan gestrande automobilisten, uiteraard op vertoon van hun ledenpas. Er dreigt lawinegevaar op de schamele resten van de Sint Pietersberg.
En elke dag weer die uitdaging of het ons lukt ons werk te bereiken. Nee natuurlijk, al bij de eerste straathoek moeten wij uitgeput terugkeren, er is geen doorkomen aan. We bellen de werkgever dat het wéér niet gaat lukken vandaag, maar er wordt niet opgenomen. Die heeft het ook niet gered.
't Is pure mazzel dat het zo vlak na de feestdagen is. Daardoor hebben we nog een mud overgebleven oliebollen en een ketel huzarensalade om de eerste week door te komen. Daarna zien we wel verder, tegen die tijd zal het buitenland wel voedseldroppings voor ons organiseren.
De saamhorigheid keert terug in de natie, na jaren leert men eindelijk zijn buren kennen. Opvallend is de hernieuwde waardering voor onze bejaarden. Zij weten immers als geen ander hoe je overleeft in barre tijden. Zij zijn het ook die meteen onverdroten de strijd aangaan met het natuurgeweld. De eerste colonnes rollators met sneeuwschuivers en sneeuwkettingen zijn reeds gesignaleerd.
Bijzonder verkwikkend is de rust die over stad en land neerdaalt. Al het politiek en maatschappelijk gekrakeel wordt gedempt onder de spreekwoordelijke witte deken. De aandacht is nu gevestigd op de werkelijk belangrijke zaken, de primaire levensbehoeften, de hoogste prioriteiten. Zoals: hoe komen we volgende week het land uit? We zouden namelijk gezellig met z'n allen op wintersport naar Oostenrijk, naar Hinterstoder-Wurzeralm, Obergurgl, Sankt Jacob im Defereggental of hoe al die rare jodeldorpen heten mogen. En we hebben alles al betaald!
Ik sta op en werp een verwachtingsvolle blik uit het raam. Hoe ver zijn we inmiddels? Tjonge jonge, kijk toch eens aan: er ligt op sommige plekken al een vleugje sneeuw van minstens één millimeter! Nou, nou, nou... Kan het eraf daarboven? De buurtkindertjes zijn kraaiend van enthousiasme bezig met een Barbie-sneeuwpoppetje.
Dit schiet niet op natuurlijk. Typisch Nederland: altijd slappe polderpudding, nooit eens lekker klimatologisch uit het dak gaan, nooit eens doorzetten, nooit eens royaal uitpakken, altijd benepen lopen miezeren. In mijn gedachten dooit en druilt het reeds en modderen wij halfslachtig voort...
verschenen in nieuwsbrief nr 138 van het literair tijdschrift OpSpraak
№ 15