Zaterdag 21 Februari 2004 in categorie Altijd handig
Het Belgische
Elektro Magazine heeft volgens eigen zeggen “meer dan 200.000
verschillende lezers”. Het is goed dat zij dit erbij zetten, want het is natuurlijk geen kunst om groots te gaan lopen doen met 200.000 dezelfde lezers.
Ook staat de site boordevol interessante wetenswaardigheden. Zoals
deze:
Lees verder...
Zaterdag 21 Februari 2004 in categorie Klein Proza
Ik loop regelmatig langs dat statige bankgebouw aan de gracht, waarin tegenwoordig helemaal geen bank meer woont. Ik weet nog hoe het er van binnen ongeveer uitziet, want ik had daar in een ver verleden mijn vakantiebaantjes.
Helemaal bovenin is een grote zaal. Daar stonden tientallen bureaus met elk een Adler schrijfmachine. Met mijn collega's typte ik de godganse dag formulieren met carbondoorslagen. Wij brachten een oorverdovend geratel voort. We draaiden en rookten zoveel mogelijk sigaretten om de sleur te doorbreken en keken constant vertwijfeld op de klok of het nog geen vijf uur was.
Telefoons rinkelden onophoudelijk. Maar die werden gewichtig opgenomen door de over de zaal verdeelde procuratiehouders en souschefs. Daar kwamen wij onderhorigen niet aan te pas. En zo was die grote zaal een kermis van geratel en gerinkel, met een zuurstofarme atmosfeer van sigarettenrook, transpiratie en automatenkoffielucht.
De procuratiehouders konden potentaten zijn. Jaren hadden zij staan dringen in de hiërarchie voor hun promotie, vuile handen gemaakt aan het carbon, vernederingen verduurd van hen die toen nog boven hen stonden. En nu konden zij dan eindelijk zelf eens naar beneden trappen. Het was hun enige verzetje in de monotonie van het paraafjes krassen op elke doorslag van de formulieren.
De jonge, onopvallende Indische vrouw zat een eind van mij vandaan en eigenlijk kende ik haar niet. Doordat zij op een dag hysterisch werd weet ik nog dat zij Frida heette. Blijkbaar had haar chef haar weer eens grof bejegend en luid snikkend vluchtte zij naar de garderobe. Daar bevonden zich ook enkele wc's. Deze ruimte was door een glazen wand gescheiden van de afdeling. En zo kon iedereen zien en horen hoe Frida's verdriet escaleerde. Binnen tien seconden accelereerde zij van snikken naar gierend krijsen, dat ons door merg en been ging. Zij sloot zich vervolgens op in één van de toilethokjes.
Zuchtend stuurde de dikke kettingrokende afdelingschef één van de andere meisjes naar haar toe. “Ach toe, Antoinette, ga jij haar eens kalmeren, wil je?”
Antoinette klopte indringend op de wc-deur om met Frida in contact te treden. Dit lukte: zij begon vreemd uit haar ogen te kijken en stond al snel met Frida mee te gillen. Het geratel van de Adlers stopte en gek genoeg gingen ook de telefoons ineens niet meer. De zaak dreigde uit de hand te lopen, want de andere dames van de afdeling werden ondertussen eveneens zichtbaar instabieler.
De heer Werner was een bruut met een grote bek en een sergeantensnor, die 't daarmee reeds op vrij jonge leeftijd had gebracht tot procuratiehouder. Hij bestormde de toiletten, drukte onverdroten het kunststof deurtje uit z'n voegen en trok Frida naar buiten.
Maar het gekrijs ging lustig verder. Sergeant Werner brieste dat het nu afgelopen moest zijn. Zelfs dit dienstbevel drong niet door. Kordaat diende hij daarop Frida en Antoinette elk een fikse oorvijg toe. Een onthutste stilte trad onmiddellijk in.
De meedogenloze heer Werner zal het ongetwijfeld nog ver hebben geschopt in het bankwezen.
verschenen in nieuwsbrief nr 145 van het literair tijdschrift OpSpraak
&8470; 22#
Zaterdag 21 Februari 2004 in categorie Lijf en ledematen
Minister Hoogervorst van Volksgezondheid maakte zich deze week ineens ontzettend kwaad over de kwalijke praktijken van de alternatieve geneeskunde en gaf in één moeite door de homeopathie een veeg uit de pan. Dit alles naar aanleiding van een inspectierapport over de dubieuze praktijken van Jomanda en andere alternatieve genezers rond de dood van actrice Sylvia Millecam. De mening van Hoogervorst is duidelijk: alleen de reguliere geneeskunde is betrouwbaar. Helaas, te vroeg gejuicht...
Lees verder...
Vrijdag 20 Februari 2004 in categorie Waargebeurde verzinsels
Het leek mij wel een gezond idee om eens een stukje te gaan wandelen. Gewoon een lekker ommetje om even een frisse neus halen. Maar waarheen? Nederland is klein, dus we moeten groot denken, wordt ons telkens voorgehouden.
Dan maar meteen naar Santiago de Compostela. Ja toch? Dan gaan we ook niet kinderachtig doen en gooien we er meteen een dikke tweeduizend kilometer tegenaan. Of de uiterst populaire voetreis naar Rome. Ook mooi is het om in de voetsporen van Herman Hesse romantisch door het zuidoosten van Duitsland 'zu wandern'.
Probleem is echter: ik kan de kat niet alleen laten.
Lees verder...
Maandag 16 Februari 2004 in categorie Politiek & Maatschappij
De directeuren Tjibbe Joustra en Pieter Cloo van het UWV in Amsterdam vonden hun hoofdkantoortje niet chique genoeg. O nee, dat kon toch echt niet, deze vloerbedekking. Op kosten van de premiebetaler moest die zooi van Carpetland eruit en marmer erin. En de wc-pot zat ook veel te hard. Dus weg met die ordinaire volksplee. Zij wilden de koninklijke zitbeleving, de keizerlijke kak-ervaring.
O, o, o, wat gieren die kosten van de WAO toch uit de klauwen hè? We moesten dat hele sociale stelsel maar eens op de schop gooien. Iedereen weer strenger goedkeuren, niet aanstellen en verplicht sollicteren tot je tachtigste. Dat soort aanpak. Anders wordt het werkelijk allemaal onbetaalbaar...
Lees verder...
Zaterdag 14 Februari 2004 in categorie Klein Proza
Twee jongetjes van naar schatting amper zestien jaar reden door het park. Zij zaten gezellig met z'n tweeën op een zogeheten 'Quad', een stoer brommertje met vier wielen. De gebaande paden bestonden niet voor hen. Met zo'n regelrechte machomachine zoek je uiteraard het onvoorspelbaar woeste terrein op van de geschoren gazons.
Het was een brommertje waarvan de hoeveelheid lawaai omgekeerd evenredig is aan de gereden snelheid. Zo'n ding hoor je al aankomen wanneer hij nog drie hele wijken van je vandaan is. Pas na een krap halfuur komt ten langen leste de bron van de snerpende herrie in zicht. De berijder hangt met de neus op het stuur teneinde de aërodynamica van dit beestachtig stuk toptechniek ten volle tot haar recht te doen komen. Met de duivelse snelheid van bijna achttien kilometer per uur passeert het krijsende racemonster. Onderwijl wordt het laconiek ingehaald door een bejaarde op een elektrische scootmobiel.
Toen ik mij dreigde te gaan ergeren dacht ik snel terug aan mijn eigen jonge jaren, waarin Kreidler, Puch, Tomos en Zündapp even luidruchtig de boventoon voerden in het dagelijks verkeer als de huidige generatie opgevoerde brommers en scooters. Ik maande mijzelf daarom niet ouwelullig te doen en het maar gelaten te ondergaan. Sinds de uitvinding van de explosiemotor is dit lawaai van alle tijden en het staat los van enige technische vooruitgang.
Vanuit de fabriek was de bromfiets altijd redelijk geluidsarm. Ook was de snelheid begrensd tot een niveau waarmee je bij je vrienden niet aan hoefde te komen. Deze fabricagefouten dienden zo spoedig mogelijk te worden rechtgezet. Daartoe stonden middelen ter beschikking als het inbouwen van een grotere carburateur, het verwijderen van de snelheidsbegrenzer, het uitboren van de zuiger en het aanbrengen van een vet ronkende uitlaat. Bij Puch en Tomos moest tevens het stuur op kinhoogte. Pas dan begon het er een beetje op te lijken.
Het was natuurlijk weer mijn karma dat ik geen geld had voor een dure bromfiets. Ik wist uiteindelijk een oude Honda op de kop te tikken. Dit was allesbehalve een hippe brommer. Hij was voorzien van plastic beenkappen en een tank in de vorm van een rechtopstaand ei. Louter het feit dat dit rijwiel een wonder van techniek was voorkwam een vernietigend oordeel van de 'merkrijders'.
De Honda had namelijk een viertaktmotor in plaats van een ordinaire tweetakt en reed niet op mengsmering maar op zuivere benzine. Met een speciale uitlaat maakte hij een sexy grommend geluid. Toen mijn kameraden het ding voor het eerst zagen wisten ze niet goed wat ervan te denken. Dat moment van aarzeling buitte ik uit door omstandig het technisch raffinement van deze Japanse lulhannesbrommer aan te prijzen. Daarop gunden zij mij het voordeel van de twijfel.
Wat ik nooit heb begrepen is de populariteit van het hedendaagse scootermodel. Met zo'n wangedrocht zou je vroeger zijn weggehoond. In Amsterdam stond een scooter sowieso bekend als een 'raceplee'. De eerste die dáármee durfde rijden moet wel een héél mooie meid achterop hebben gehad!
verschenen in nieuwsbrief nr 144 van het literair tijdschrift OpSpraak
№ 21
Zaterdag 14 Februari 2004 in categorie Brutale brieven
De Iraniër
Mehdy Kavousi uit Zaandijk naaide afgelopen zondag zijn mond en ogen dicht uit protest tegen het uitzettingsbeleid van minister Verdonk. Aldus verminkt ging hij de volgende dag demonstratief op het Binnenhof staan en zat maandagavond ook nog eens zielig wiegend bij
Vara Laat. Zijn Nederlandse vrouw Marjon legde namens hem ons uit wat hem tot dit staaltje Iraans borduren had gebracht. Ik nam mij voor om hem een briefje te schrijven...
Lees verder...