hans plomp: karma sutra gedichten

Zondag 24 December 2006 in categorie Lezen

Zelden zal een literaire carrière zo grillig zijn verlopen als de loopbaan van schrijver, dichter, performer Hans Plomp (1944). In de jaren zestig oogstte hij lof voor zijn hippieachtige romans. In 1968 debuteerde hij met De ondertrouw, het relaas van een homo, die gaat trouwen met een meisje en alle gevolgen van dien. De grote doorbraak kwam in 1970, toen Plomp Het Amsterdamse dodenboekje publiceerde. Spannende avonturen in de Amsterdamse drugs- en lovescene met veel vaardigheid en humor neergepend. Hij werd bejubeld door o.a. Gerrit Komrij en vergeleken met Nescio. Zijn bedje leek gespreid. Ook zijn boek over een psychose Satan ontmaskerd werd nog welwillend ontvangen, maar de kentering kwam bij In de buik van moeder Natuur uit 1976. Het was immers duidelijk dat er geen golven te hoog waren voor Hans Plomp. Hij woonde allang in Ruigoord, het kunstenaarsdorp bij Amsterdam, maakte reizen naar India, gebruikte mescaline en peyote en geloofde in de hogere dingen des levens. Vooral recensent Carel Peeters doopte zijn pen in vitriool bij het recenseren van het boek van Plomp. Het luidde een periode in van uitsluiting uit het literaire circuit. Men vond Hans Plomp eenvoudigweg te eng, zijn geloof in geesten en de hemel kon men niet begrijpen en zijn buitenzintuiglijke waarnemingen nam men al helemaal niet serieus. Als finaal argument werd de arme Plomp er ook nog eens van beschuldigd niet meer te kunnen schrijven. De kritieken werden vaak zelfs erg persoonlijk en venijnig. Men speelde duidelijk de man en niet de bal. Intussen schreef Hans Plomp nog wel degelijk prachtige boeken zoals het wonderschone Gedroomde reizen met vrouwen uit 1982, maar de boeken werden bijna niet meer besproken. Ook de pogingen om de sfeer van Het Amsterdamse dodenboekje weer te laten herleven door uitgever Knipscheer haalden bakzeil.
De verhalen rond Larrie, de held van weleer, lezen als een trein maar bleven redelijk onopgemerkt. Zijn boek In India met reisverhalen was een plotseling succes in 1991, werd in een aantal talen vertaald en beleefde de ene herdruk na de andere. Ook zijn boek over drugs Uit je bol, dat hij samen met Gerben Hellinga schreef, werd hartelijk ontvangen. Maar het literaire werk liet op zich wachten. Was Plomp verslagen door zijn critici?

In de tussentijd trad de reiziger Plomp overal en nergens op met zijn poëzie, waarvan een aantal excerpten in de Dikke Komrij werden opgenomen. Hij trad op in het vaak illustere gezelschap van grote dichters als Allen Ginsberg en maakte een beroemd geworden tournee door de Verenigde Staten van Amerika. Zijn bestorming van het onmogelijke kreeg nog het best gestalte in zijn krachtige manier van voordragen.

Maar nu ligt er dan eindelijk een heuse dichtbundel voor ons, met de titel Karma Sutra. We zien Hans Plomp op de voorkant van de bundel, in een wit kostuum de deur op een kier houden. Hij lijkt zich weer na zoveel jaar- te willen aansluiten bij de literaire Voorhoede, maar blikt nog wat onwennig naar de ruimte, die hij wil gaan betreden. Voorin de bundel staat geschreven:
Zoekt u vooruitgang?
Nee, dank u, de ingang.


Het lijkt een logisch motto voor een mens met een queeste, die beheerst wordt door een ontdekkingsreis naar de essentie van Liefde, de mythe van Isis en Osiris en het Gilgamesj-epos.
Wie echter zou verwachten dat hier gezwollen gedichten zijn uitgerold komt -gelukkig- bedrogen uit. In het gedicht voor de Vlaamse dichter Gust Gils is veel van wat Plomp in deze bundel wil zeggen samengebald:


Psychonaut
voor Gust Gils

Voor de geboorte en na de dood
ging je en zag
wat een mens niet zien mag
van priesters en geleerden
die de poorten van het paradijs bewaken
en kruisigen of gek verklaren

degenen die de door angstmuren en wetten braken:
de eters van door valse god verboden bomen,
de dromers van lucide dromen.



Je keek door t sleutelgat en zag
een andere dimensie,
ontdekte achter muur en hek
een paradijs dat klaar ligt
voor de wijze gek
die tegen het bevel
van bijbel en geleerde
op eigen wijze zich naar binnen keert
en ziet dat daar de sleutel ligt
en uit een heilig soort nieuwsgierigheid
de poorten opent naar de eeuwigheid.


De zoeker in dit gedicht is een substituut voor de eeuwige zoeker, de nieuwsgierige mens, maar ditmaal een mens die benieuwd is naar de waarheid achter de waarheid. Of deze bestaat is niet de vraag, maar of we willen gaan zoeken is een opdracht.
(..)Waar het je brengt /weet niemand/niemand kwam ooit aan.

In andere gedichten in de bundel wordt de liefde bezongen zoals in het gedicht Vriendschap: Ooit zullen we ont-slapen/niet meer ontwaken hier/maar daar waar alleen vrienden zijn/nooit meer hoeven slapen.
Wat blijft na de dood is de liefde en de vriendschap en Hans Plomp meent het echt. Er staan ook erotische gedichten in de bundel want:
Neem mij over, stort je in me/knijp me, kietel me, streel me/slorp me op en spuug me uit/lik mijn ruige apensnuit.

Maar het best is Hans Plomp in zijn gevoelige observaties:

(..)Moeder ik huil niet
van verdriet
door mijn ogen
huilt het kind in mij,
omdat jij echt bestaat
in de verbijsterende wereld  


Het kind in mij  
dat alles ziet
huilt van geluk
niet van verdriet.


Mooie verzen staan er in deze bundel over Orpheus en over Isis. En de liefdesoorlog wordt volgens Hans Plomp in bed uitgevochten:
Love out of hate
Gold out of lead

The third world war
Is fought in bed.


De fantasie is weer aan de macht want:
(..) als er geen paashaas is
en geen beschermengel
blijven wij achter
als zinloze wezens
in de gestolde nachtmerrie
van de werkelijkheid.


Dat Hans Plomp lang buiten beeld is gebleven is jammer, dat hij zijn tijd heeft gebruikt om prachtige gedichten te schrijven wordt nu duidelijk door deze fraaie bundel. Er is een grote dichter bijgekomen, waar men in literair Nederland terdege rekening mee moet houden en dat hij spiritualiteit als de gewoonste zaak van de wereld heeft omarmd maakt hem in onze moerasdelta uniek. Of om met Novalis te spreken:Niet
over een tafel spreken alsof het een engel is, maar over een engel spreken alsof het een tafel betreft. Hans Plomp kan dat. Men leze!

Karma Sutra gedichten van Hans Plomp (uitg. Nymfaeum, ISBN 90 810270 3 4, blz.38, 12,50)

Tags: