Doodsteek

Dinsdag 11 December 2007 in categorie Gastcolumns

"Uiteindelijk kunnen we jullie, mannen, maken en breken," zegt mevrouw Tholen met een vreemde glimlach om de lippen. Ik ben in een uiterst goed humeur deze dag, dus besluit ik de opmerking niet te beantwoorden.

A.F.Th van der Heijden won een tijdje geleden de AKO-prijs voor zijn roman 'Het schervengericht'. De uitreiking werd voorafgegaan door een heuse rel. Dat gebeurt niet zo vaak in deze moerasdelta. Arnon Grunberg opende het vuur met een brief in Trouw. In deze vermakelijke brief 'Waarde A.F.Th van der Heijden' werd Adri -voor intimi- op een geestige manier
gefileerd. Zonder een onvertogen woord zette Grunberg de schrijver neer als een mislukte sul, die niet kon schrijven. Journalisten en uitgevers doken in het troebele water en dit ontaardde in scheldkanonnades over en weer. Van der Heijden beschuldigde Grunberg van Literair Hooliganisme en Grunberg vond opeens dat Van der Heijden een psychiatrisch geval was. Maar zoals altijd in Nederland ebde de rel weg. De prijs werd uitgereikt -Adri wenste niet in één ruimte te verkeren met Grunberg voor de uitreiking- en Grunberg gaf Adri, sportief, een hand na afloop. Eind goed, al goed, dacht iedereen.

Van der Heijden kende ik redelijk in de jaren 70 van de vorige eeuw, hij was toen gespierd en dun. Niet de blubberhulk die hij nu is geworden, helaas. Hij probeerde mevrouw Tholen op een feest te versieren, maar dat lukte natuurlijk niet, want ze ging al met mij. Adri snoof wat coke, dronk wat champagne en stortte zich verder in het feestgewoel. Zijn eerste roman schreef hij onder het pseudoniem Patrizio Canaponi, een toepasselijke schuilnaam voor iemand met het voorkomen van een gigolo. Hier leerde hij Mirjam Rotenstreich kennen. Ze zouden later trouwen en een zoon krijgen: Tonio (zie je wel toch Italiaans).

In één van de laatste nummers van ESTA (nr.24 2007) staat een interview met Mirjam Rotenstreich onder de titel 'Zij van...'
Bedoeld wordt waarschijnlijk dat er een serie in de lucht hangt. Het zullen interviews worden met vrouwen van bekende mensen, dat wordt lachen!

Mirjam is, volgens goed vrouwelijk gebruik, alleen met zichzelf bezig. Gelukkig heeft ze het aan de andere kant erg druk met het verzorgen van Adri, want -zoals zal blijken- deze is hulpbehoevend. Adri at veel te veel en kreeg een anti-vraatpil voorgeschreven van een ziekenhuis. Adri snurkte te erg en kreeg een nachtmasker aangemeten door datzelfde ziekenhuis, anders zou zijn hart (schrijvershart?) ermee ophouden op een onbewaakt moment. Dat horen we nu allemaal van Mirjam. Verder lezen we dat het echtpaar zich 's middags -na gedane arbeid- tegoed doet aan hapjes en drankjes. Was Adri niet aan het lijnen?

Het beeld dat uiteindelijk blijft hangen van Adri is dat van een gemankeerde dikke, zielige, vretende en snurkende loser. Eigenlijk een psychiatrisch geval. Wat Arnon Grunberg niet lukte, lukt Mirjam Rotenstreich -heeft ze een blinde kapper?- wel! Het is de doodsteek voor A.F.Th!

"Je hebt gelijk schat," zeg ik na een poosje. Mevrouw Tholen kijkt me even onderzoekend aan. Ben ik gek geworden of blijf ik gewoon een psychiatrisch geval, zoals de meeste beroemde schrijvers?

Tags: