hork op wielen

Vrijdag 06 Januari 2006 in categorie Lezen

Misschien was Hermans een groot schrijver. Ik ken zeker vijf meeslepende boeken van zijn hand. Maar zijn latere werk was erger dan matig. Heeft iemand dat ooit durven toegeven? Ik ontmoette hem een aantal malen, meestal ten huize van de familie Van Oorschot, waar hij zijn eerste boeken liet uitgeven.

W.F.Hermans had weinig manieren. Of misschien had hij ze wel, maar dan wist hij ze voortreffelijk te verbergen. Op feesten had hij iets ongenaakbaars. Mensen die hem ongevraagd iets vroegen, of de schrijver benaderden met een vriendelijke opmerking, werden meestal getrakteerd op oneliners van het soort: Hoe komt u daar nou in godsnaam bij, wat een kolder!
Op een van de feesten had hij al snel de duurste fles wijn te pakken, zette hem tussen zijn benen en dronk hem vervolgens klokkend leeg, waarna hij zich hardop afvroeg wie dat vieze bocht had menen te moeten kopen. Een hork dus. Wellicht zelfs op wielen. Geert van Oorschot werd eenmaal zo woest op Wim -voor intimi- dat hij hem buiten het balkon in de lucht hield, een hele krachttoer. Vervolgens dreigde hij Hermans naar beneden te zullen laten kletteren als deze zijn snavel niet hield.
Het kwam niet meer goed, Hermans ging naar de Bezige Bij en liet iedere maand de afrekeningen controleren van zijn voormalige broodheer Van Oorschot, louter en alleen om te pesten. Want: Wiens brood men eet, diens wijn men drinkt!
Met zijn familie had Hermans een belabberde verhouding. In interviews was het hele onderwerp 'familie' absoluut taboe. Moest er een boek ten doop worden gehouden, dan verbood Hermans zijn uitgever om ook maar één enkel familielid op de lijst van genodigden te plaatsen.

Evenals bij de schilder Moesman, die een lijst bij zijn deur had met vijanden en vrienden, groeide het aantal vijanden van Hermans gestaag. Vrienden waren veelal hielenlikkers, die na gedane slavenarbeid werden afgedankt. De vertaler Kees Helsloot schreef een boekje over onterechte kritiek op Hermans' werk. Hij reisde stad en land af, was geruime tijd in de weer met het speurwerk, maar mocht geen enkele blijk van waardering van Hermans ontvangen, die hij nota bene op eigen kosten meerdere malen in Parijs had bezocht.

In het debat speelde Hermans altijd de man, in plaats van de bal. Demagogie van het ergste soort schuwde Hermans niet. Zo mocht ik eens in het Amsterdamse Paradiso getuige zijn van een debat tussen de schrijver en criticus Jaap Goedegebure. De laatste werd voortdurend beschimpt, in de rede gevallen en tot overmaat van ramp riepen de kranten de volgende dag Hermans uit tot de winnaar van het debat. Wie later de banden beluisterde werd onaangenaam getroffen door het loze gebral van Hermans en de puntige en ter zake dienende opmerkingen van de arme Goedegebure.

Renate Rubinstein nam het in het Weinreb-debat op tegen de grijzende schrijver. Ook hier meende Hermans de meest elementaire fatsoensbeginselen met voeten te mogen treden en liet hij Rubinstein, die wél opgevoed was, overkomen als een doetje, een vrouw die niet wist waar ze het over had.

Tegen Gerard Reve durfde Hermans niet in het strijdperk te treden. Reve had Hermans getart met een opmerking over dode schrijvers waar Hermans gif over spuwt, maar levende die hij liever ontwijkt. Het debat kwam er niet.
De voortdurende aanvallen op de ontslapen Ter Braak kwamen op het laatst potsierlijk over. In zijn 'Mandarijnen op zwavelzuur' had Hermans al veel heilige huisjes omver gehaald, maar hij bleef zijn hele leven twistziek.

Voor interviews rekende hij destijds de niet onaanzienlijke somma van duizend gulden. De resultaten waren veelal mat en matig. Een verslaggever die het waagde naar Parijs af te reizen zonder de gevraagde biljetten, werd met de jas nog aan gedwongen een door Hermans gedicteerde schuldbekentenis op een A4tje te krabbelen. Eerder kon het vraaggesprek niet doorgaan.
Tijdens zijn hoogleraarschap in Groningen verzuimde hij veelal colleges te geven, later bleek dat hij het te druk had gehad met drinken en het schrijven van 'Onder Professoren'. Hierin werden de professoren één voor één afgefikt op een weinig zachtzinnige wijze.
Uiteindelijk stierf Hermans verzuurd en eenzaam op een regenachtige namiddag. De tranen der acacias spoelden de zure sporen van deze Nederlandstalige Strindberg weg en zijn meesterwerken bleven voor velen. Of voor even?

Tags: