Een echte netkwestie
Vrijdag 12 Maart 2004 in categorie Media
Het voorval rondom fotograaf Thomas Schlijper waarover ik maandag berichtte is inmiddels door nieuwslogger Tonie van Ringelestijn tot een echte Netkwestie gemaakt. Op enigszins verwijtende toon schrijft hij dat een aantal weblogs, waaronder Verbal Jam, de email van Thomas Schlijper 'letterlijk overnamen' en dat het dus voor de fotograaf een prima manier was om 'aandacht te krijgen'. Die laatste formulering vind ik nu net een beetje te suggestief.
Het betreffende bericht is hier namelijk gepubliceerd als citaat, met de duidelijke vermelding erbij dat het een 'ontvangen bericht' was. Het waarheidsgehalte stond en staat voor mij niet ter discussie, want Thomas Schlijper en ik werken samen voor Amsterdam Centraal. Ik ken hem als een integer en betrokken persoon. Ik heb hem vooraf gevraagd of het bericht gepubliceerd mocht worden en heb de namen van de betrokkenen geanonimiseerd, alhoewel dat laatste op internet tegenwoordig vrij nutteloos is. Vervolgens is er ook iets met het bericht gedaan, namelijk het op humoristische wijze aan de kaak stellen van de bedenkelijke handelwijze der Jonge Fortuynisten.
De Jonge Fortuynisten zijn volgens Van Ringelestijn nog het meest kwaad op de website van de Nederlandse Vereniging van Journalisten, Villamedia, omdat ook deze het bericht zonder 'hoor en wederhoor' zouden hebben overgenomen van een weblog. Laat ik de Jonge Fortuynisten dan meteen uit de droom helpen: journalisten doen een groot deel van de dag niet anders dan kleinere berichten klakkeloos overnemen, zoals van het ANP. Verder wordt een dergelijke 'officiële' journalistensite zo'n beetje door hetzelfde soort jongens en meisjes volgeschreven als degenen die serieuze weblogs maken. Tonie van Ringelestijn is daar zelf een voorbeeld van en of je nu op de ene of de andere plek je stukkie schrijft maakt in principe weinig uit. Je ethische normen omtrent je berichtgeving behoren intrinsiek te zijn en niet afhankelijk van het medium waarvoor je schrijft.
Ook het principe van 'hoor en wederhoor' is nogal eens omgeven door misverstanden. Dit gebruik is in de loop van de journalistieke geschiedenis tot morele verplichting verheven, maar de laatste jaren zijn er genoeg journalisten die dit ter discussie stellen. In heel wat gevallen is het ook onzin en kent men er meer waarde aan toe dan gerechtvaardigd is. Voorbeeld: je schrijft een artikel over een bepaalde kwestie. Daarin beweert meneer A van alles over meneer B. In je artikel laat je er geen misverstand over bestaan dat het de mening van meneer A is over B. Volgens het boekje zou je nu ook de mening van persoon B moeten gaan vragen: wederhoor.
Het aardige is nu dat wanneer je een andere vorm voor je stuk had gekozen -bijvoorbeeld een interview met meneer A- de kwestie van wederhoor helemaal niet aan de orde was gekomen. Meneer A kan onbelemmerd zijn ei kwijt over meneer B en draagt zelf de verantwoording over wat hij allemaal uitkraamt. Het is immers een interview? Maar het resultaat is per saldo hetzelfde en het illustreert de lichte hypocrisie rond het principe van hoor en wederhoor.
Dus ja, wat hadden die Jonge Fortuynisten bij die wederhoor dan willen zeggen? Het is niet waar? Het is juist andersom? Thomas Schlijper stond bij ons voor de deur? Volgens Schlijper is dat namelijk precies wat het Rotterdamse LPF-bestuurslid Hannah Löbler momenteel rondvertelt...
Zie ook: Vandervlies
Update 27-03-2004: Op Jelmers Infostek staat inmiddels een foto zonder bivakmuts van twee van de drie heren. Dan weet u bij gelegenheid wie u precies aan de deur heeft.
Tweet |