Serie: flarden vakantie
Maandag 16 Augustus 2004 in categorie Waargebeurde verzinsels, Op reis, Israël en het Midden-Oosten
“Ik wist eigenlijk niet eens dat ik ze had, maar vanwege een doorgezakte chartervliegtuigstoel kreeg ik toch wel tamelijk last van mijn aambeien. Het eerste dat ik dus zo'n beetje deed na aankomst was een tochtje naar Hammat Gader in de hoop daar enige verlichting voor mijn nieuwverworven ongemak te vinden. De zwavelrijke warmwaterbronnen van Hammat Gader (spreek uit: Chamat Gadèr) liggen in de vallei van de rivier Yarmoek, 21 kilometer ten oosten van Tiberias, aan de grens met Jordanië.
Een waarlijk geneeskrachtige beleving, kan ik u melden! Aan de heerlijke openluchtbaden met een watertemperatuur van 40 graden ontsteeg de verkwikkende lucht van rotte eieren. Door de indringende inweekkracht van de zwavel voelde ik mijn hemorroïden ter plekke verschrompelen. Daar was Biotex niks bij!
Vervolgens had ik ruimschoots tijd over om mijn medepatiënten gade te slaan. Op diverse plaatsen stortten fonteinen hun stinkende stralen krachtig uit over uitzakkende oudere vrouwen. Met een verbeten trek op de lippen, dichtgeknepen ogen en de vingers in hun oren leken zij vastbesloten nog vóór sluitingstijd volledig te genezen van hun jicht in de nekwervels.
Opvallend was ook het bovengemiddeld aantal mannen met haardossen op hun rug, hals, borst en bovenarmen. Hun routineus geslenter door het hete bronnenbad deed vermoeden dat zij hier regelmatig vertoefden. Hadden zij soms ontdekt dat de thermale inwerking van het bronnenbad hun testosteronniveau verhoogde? Het zou zomaar kunnen. Ikzelf voelde mij in de dagen na mijn verblijf in Hammat Gader in elk geval significant geiler. Het aantal borstharen is bij mij nochtans hetzelfde, zijnde drie. Groeten uit Israël.”
Serie: flarden vakantie
Zondag 15 Augustus 2004 in categorie Waargebeurde verzinsels, Op reis
“Ja, hier zijn we dan eindelijk, test 1-2-3, hallo hier Bandoeng of zo... Gut, dat valt nog niet mee om hier in deze barbarij toegang tot cyberspace te krijgen zeg! In 't plaatselijke internetcafé staat één computer met Windows 3.11 en daarachter zit de stadsranddebiel onder de airco de godganse dag patience te spelen.
Ik kan er tussendoor effetjes bij als hij zit te poepen, maar dan moet ik nòg uitkijken dat ik z'n score niet verpest, want hij is gewapend. Dat is blijkbaar de laatste hippe trend onder de jongeren. In Nederland zijn het giftige skoebidoe-touwtjes, hier hangen ze een automatisch geweer of minstens een doorgeladen pistool om hun nek. Vet cool wel. Zolang je geen ruzie met ze hebt.
Ah, de patiencespeler is uitgekakt. Tot later. O ja, het woord 'kak' komt trouwens uit het Hebreeuws. Altijd nuttig om te weten. Groeten uit Israël.”
Maandag 17 Juni 2002 in categorie Op reis, Israël en het Midden-Oosten
Gisteravond reed ik bijna de auto van mijn schoonmoeder in de prak. Althans, dat vond zij.
Ik wilde een rotonde oprijden toen er van links iemand kwam met dezelfde intentie, maar dan met hoge snelheid. Ik remde daarom iets harder dan normaal. De hoogbejaarde Citroën BX stond direct stil, zonder enig bandengekrijs. Dat lukt namelijk niet zo makkelijk bij hooguit 30 kilometer per uur. Niets aan de hand dus.
Toch kreeg ik later te horen dat 'ik reed als een maniak'. Ik moest lachen, maar dat kun je bij mijn schoonmoeder beter achterwege laten. Haar auto is haar trots. Elke keer dat ik hier ben moet ik wel een keer met het ding langs de garage, van het aantal vervangen onderdelen had ze inmiddels een nieuwe kunnen kopen, maar volgens haar is het een geweldige auto.
De Citroën heeft inmiddels meer dan 250.000 kilometer op de teller. De achteruitkijkspiegels gebruik je voornamelijk om te zien of je geen onderdelen verliest. De automatische versnelling dementeert en vergeet vooral op steile wegen tijdig te schakelen. De ruitensproeier sproeit de ruiten van alle weggebruikers, behalve de eigen.
Maar dat mag ik allemaal niet zeggen. Dan wordt mijn schoonmoeder kwaad. Waarschijnlijk verdacht zij mij er gisteravond dan ook van dat ik haar prachtige wagen, dit wonder van moderne techniek, op een natuurlijke manier uit zijn lijden wilde verlossen.
Niks daarvan. Ik kijk wel beter uit. Vergeldingsacties zijn mij te populair in deze contreien...
Maandag 17 Juni 2002 in categorie Op reis, Israël en het Midden-Oosten
Ik zat vandaag nog wat na te mijmeren over gisteren. Toen was ik in een dorp dat wordt bevolkt door Druzen, Arabieren, Christenen en Joden.
De Druzen zijn een volk apart, een volk met zijn eigen cultuur, geheimen en onafhankelijkheid. Ze schikken zich loyaal naar het land waar zij wonen, verdedigen het zonodig. Er zijn veel Druzen te vinden in het leger en in beveiligings-diensten. Zeer betrouwbaar.
In Syrië leven eveneens Druzen. De Syrische Druzen voegen zich weer naar het Syrische bewind. Dat is hun vorm van onafhankelijkheid, aanpassen en opgaan in de omgeving, maar ondertussen blijven zij zichzelf. Boeiend door hun geheimzinnigheid.
Naast een parkeerplaats zat een oude man in Druzische kledij. Ik zoomde mijn camera in en nam van afstand een foto. Ik wilde die kop ook nog wel een keer vol in beeld, dus toen ik even later langs hem liep, vroeg ik of ik een foto van hem mocht maken. Hij gebaarde dat hij dit niet wilde.
Ik stak mijn duim op en zei in het Nederlands:
"Ok, geen punt. Je staat er toch al op."
Hij zwaaide mij vriendelijk gedag.
Verneukt door de moderne techniek.
Zondag 16 Juni 2002 in categorie Op reis
Een enkele lezer vraagt zich bezorgd af of ik in dit warme land niks beters heb te doen dan schrijfsels produceren. Jazeker, ik heb het verder erg druk, en wel hiermee:
zijnde in het privézwembad van kibboetz Yagur:
En dit kan af en toe ook knap vermoeiend zijn:
Kortom, zeer inspannende, maar ook inspirerende bezigheden. Gerustgesteld?
U ziet dat ik me weer behoorlijk heb uitgesloofd voor u.
Zaterdag 15 Juni 2002 in categorie Op reis
Vandaag voor u het uitgebreide verslag van de Joodse bruiloft en wat daar allemaal nog bij komt kijken. Dat is natuurlijk weer een nieuwe aflevering uit de serie 'Bij ons, bij de Jordaan'.Tevens heb ik gisteravond met gevaar voor eigen leven op een terras gezeten. En ik vroeg mij af: krijgen de serveersters hier in Israël gevarentoeslag?
Vrijdag 14 Juni 2002 in categorie Op reis, Israël en het Midden-Oosten
juni 2002
Ze zijn nu even weg, dus ik kan het er nu wel even over hebben. Maar hoe formuleer ik dat nu eens diplomatiek? Een heikel onderwerp moet je een beetje omzichtig inleiden...
Laat ik het zo zeggen: bij mij thuis in Amsterdam, op het plein, is een dierenwinkel. Daar zit zo'n suffe papegaai een beetje lamlendig op z'n stok te schommelen. Maar zet hem buiten in de zon en hij komt tot leven. Het beest lult je de oren van het hoofd en imiteert perfect het complete Nokia-ringtone repertoire.
Vrouwen van Israël: u bent niet ver meer van dit stadium verwijderd! Zie dit als een welgemeende waarschuwing.
Uit onderzoek schijnt gebleken te zijn dat vrouwen gemiddeld pakweg zeventig procent meer praten dan mannen. Afgemeten aan mijn eigen praatpercentage kun je dit getal voor Israëlische vrouwen gevoeglijk verdubbelen. Toegegeven, ikzelf kan ook best af en toe eens op mijn klepstoel zitten, maar in standaard 'operating-modus' ben ik vrij stilletjes.
Vrouwen in het algeméén communiceren dus al behoorlijk intensief. Zoals ik al eerder ergens schreef: ze vertellen je 'hun dag' en ze kondigen altijd aan wat ze gaan doen. Dat laatste is handig, zult u zeggen, dan kom je niet voor verrassingen te staan. Maar mag het iets minder gedetailleerd? Ik hoef namelijk alleen de grote lijnen te weten, niet elke handeling. Als ik maar weet waar ze ergens uithangen.
Dus niet: ik ga even een paar andere schoenen aantrekken, ik ga even naar de wc, ik denk dat ik even mijn handen ga wassen, ik ga even douchen, ik neem even wat te drinken, ik ga even mijn benen ontharen. Altijd 'even'.
Als man ga je dan afstompen, wordt je Oost-Indisch doof. Dat is linke soep, je moet namelijk scherp blijven. Anders mis je misschien op een kwade dag dat ze net zo terloops opmerkt: ik duik even met de buurman de koffer in.
Het is dus altijd opletten geblazen. Geloof me: dat vréét energie!
Vrouwen in Israël zijn dus zoals gezegd nog dubbel zo erg. Dat kan ik goed waarnemen omdat ik, op een handvol overlevingszinnen na, de taal niet spreek. Dan lijkt het dameskletsen oneerbiedig gezegd een voortdurende ethervervuiling. Ik kan een uur gezellig bij de familie zitten en het klatert maar door. Als onophoudelijke stromen morse-seinen op de korte golf.
Na dat uur zeggen de aanwezige mannen tegen mij: "Heb je het een beetje kunnen volgen? Nee? Maak je geen zorgen, je hebt niets gemist."
De telefoon, inclusief de mobiele, is een zegen voor de Israëlische vrouw. Daarmee verliezen zij elkaar geen moment 'uit het oor'.
Wie lid is van een beleggingsclubje zou ik adviseren: investeer in Israëlische telecomproviders!
Ik vond het altijd nogal sneu dat men in dit land zes dagen per week moet werken. Maar nu zie ik de logica: om de telefoonrekening te kunnen betalen.
Over de méést verfoeilijke gewoonte heb ik het nog niet gehad. Deze staat bij mij absoluut vastgeroest op nummer één in de lijst bloeddrukbedreigende ergernissen.
U moet weten: de bouw van Israëlische huizen is in het algemeen tamelijk 'open'. Er zijn dikwijls open keukens, de schuifdeuren naar balkon of tuin staan open, de deuren tussen veelgebruikte vertrekken staan open, tenzij de airconditioning anders vereist. Op zichzelf is dat allemaal best lekker licht en luchtig.
Maar Gods schepping zou Gods schepping niet zijn wanneer elk gemak niet ook een aspect van smartelijk lijden in zich droeg. De 'natuurlijke' communicatiebarrières binnen de woning zijn namelijk weg. Dit heeft tot gevolg dat men vanuit alle hoeken van het huis dingen toegeroepen krijgt.
Nee hoor, niet even de moeite nemen naar je toe te gaan om iets te vragen. Kóm zeg: gewoon op afstand iets blêren! Ook al staat de één in de keuken en zit de ander op het balkon! Staat de derde op het dakterras en ligt de vierde in de garage onder de auto te sleutelen!
En %@*!@ nog aan toe: je verstáát het nóóit, never, af pa'am lo! Per definitie hoor je niet wat ze zeggen! Altijd is het nét te zacht wat ze roepen.
En ik, welopgevoede lulhannes die ik ben, krijg dan ook nog de neiging er naar toe te lopen!
Niks daarvan! Negeren! Want zelfs op de plee zit je niet veilig! Onderdrukken die reflex om haastig je togus af te vegen! Vingers in je oren en dóórschijten!
U begrijpt, de allereerste zin die ik in dit land leerde is:
"Ani lo mevin, ani lo medaber Ivrit!" (ikke niet begrijp, ik spreek geen Hebreeuws). Louter zelfbehoud.