Ik had mijn moeder moeten aangeven
Vrijdag 26 November 2010 in categorie Persoonlijke notities, Ergernis, Woede of Frustratie, Geldkwesties
De afgelopen week had ik De Belastingdienst achter me aan, dus er was even geen tijd om een stukje te schrijven.
Ik had namelijk mijn moeder niet bij hen aangegeven en dat had wel gemoeten.
Ik wist van niks.
Het lijkt mij nuttig om over deze kwestie te vertellen, want de ervaring heeft mij nu geleerd dat je geheel buiten je schuld en nietsvermoedend in de problemen kunt geraken.
Grote problemen, misschien wel...
Het was zo: mijn moeder ging dood.
Dat was in januari.
Na een tijdje meldde zich de Belastingdienst.
Niet om te condoleren, maar om zijn aandeel op te eisen.
Ze noemen dat eufemistisch 'erfbelasting', maar het is natuurlijk gewoon diefstal van overheidswege.
Er is immers al een keer belasting over betaald.
Maar zo is het nu eenmaal democratisch afgesproken.
Dat geld hebben ze dringend nodig.
Bijvoorbeeld om het wachtgeld van weggestuurde PVV-kamerleden van te betalen.
Ze waren daarom genoodzaakt om vanwege de dood van mijn moeder een aangifteformulier erfbelasting te sturen.
Naar mijn vader.
Maar mijn vader was inmiddels óók al overleden.
Dat wisten ze, want voor hém stuurden ze later óók een aangifteformulier erfbelasting.
En dat kwam wél op het goede adres, namelijk het mijne.
Het is vreemd en ondoorgrondelijk.
Het formulier voor mijn moeder is gestuurd naar een man die dood is en naar een adres waar niemand meer woonde.
Het formulier kwam daardoor nooit aan.
Ik bleef in het ongewisse.
Onlangs kreeg mijn vader een aanmaning.
Niet in de hemel, maar nog steeds op zijn oorspronkelijke aardse woonadres.
En toen ging het pas echt mis: de huidige bewoner deed er een maand over om die aanmaning bij mij in de brievenbus te gooien.
Ik las: 'U ontving van ons een aangifteformulier.'
En als onze Rijkstollenaars dat zeggen, dan is dat zo.
Tegenspreken of -sputteren helpt niet.
De Dienst is immers onfeilbaar en van God gezonden of iemand die daar nog boven staat.
Jan Kees de Jager waarschijnlijk.
In eerste instantie deed Zijne Heiligheid nog een zwakke poging tot klantvriendelijkheid:
'Misschien bent u er nog niet aan toegekomen om het aangifteformulier in te vullen. In de afgelopen periode moest u vast ook nog veel andere zaken regelen.'
Slijm, slijm...
Maar daarna kwam de ware aard toch boven: het formulier diende binnen tien werkdagen na dagtekening te worden ingevuld en opgestuurd. Anders volgden er zware sancties.
Ik zou een boete krijgen van maximaal 4920 euro.
De erfenis zou worden geschat.
Ik stel mij zo voor dat op de afdeling Erfbelasting dit het hoogtepunt van de werkdag is: het schatten van erfenissen. De miljoenen vliegen daarbij natuurlijk over tafel.
De brief was gedateerd op 25 oktober 2010.
Klein probleempje: het was nu al ruim een maand later.
In blinde paniek heb ik 's nachts nog een aangetekende brief geschreven naar Zijne Excellentie de Inspecteur der Erfbelasting en andere Afpersingen om de zaak uit te leggen.
Die brief komt nooit aan, vrees ik.
De volgende dag staakten de posterijen.
En ook de dag daarna.
Het postkantoor in mijn wijk sloot intussen definief zijn deuren.
Het kan niet anders of die brief ligt daar nog steeds.
Aangetekend terzijde gelegd.
Het maakt niet meer uit. Ik ben en blijf te laat. Over mijn lot is intussen toch allang beslist.
Ik overweeg nu te vluchten naar een ver belastingparadijs.
Het ware belastingparadijs is een land waar men geen belastingdienst kent.
Of waar ze in elk geval nog met een tientje en een goede sigaar zijn om te kopen...
Tweet |