Tokkiebloed

Woensdag 18 Juni 2008 in categorie Lijf en ledematen

Binnen het kader van de huidige gezondheidshype wilde ik wel eens weten hoe het stond met mijn cholesterol. Zo langzamerhand kom ik namelijk op een leeftijd dat een mens zich dient af te vragen: kan ik lekker door met de 'Elke dag' roomboter van Albert Heijn of moet ik toch aan die laffe Becel? Volgens mij is het al bijna vijftien jaar geleden dat mijn bloed voor het laatst is gecontroleerd.
Mijn huisarts gelooft niet zo in dergelijke dingen wanneer er geen concrete aanleiding is. Zolang je niet stuiptrekkend bij haar in de spreekkamer ligt is er niets aan de hand, lijkt zij te redeneren. Maar laatst werd zij waargenomen door een arts in opleiding en deze kans benutte ik. Deze hulphuisarts schreef bereidwillig een opdrachtformulier uit voor een grondige analyse.

Gisteren vervoegde ik mij in alle vroegte en broodnuchter bij het artsenlaboratorium. Dat is nog een hele prestatie tijdens zo'n EK, al zeg ik het zelf.
De wachtkamer zat bomvol en er waren 31 mensen voor mij. Bij elkaar opgeteld was dat een behoorlijk bloedbad. Een groot display aan de wand liet af een toe een pingeltje horen en toonde het volgnummer van degene die aan de beurt was.

Er waren nog maar twee stoelen vrij om op te zitten. Die bevonden zich aan weerszijden van de heer Ruijmgaart, landelijk beter bekend als Pa Tokkie. Althans, daar leek hij op. Of misschien was het hem wel.
Waarom zat hij zo overdreven met zijn benen wijd?
In elk geval een Michelin-mannetje, opgeblazen dik alsof zijn vel maar met moeite de lichaamsinhoud bij elkaar hield. Hij was klein van stuk en had een bolronde, rood aangelopen Hazes-kop. Zijn dikke armen staken in strakke korte t-shirtmouwtjes en hij droeg een uitgelubberde grijze trainingsbroek. Die dingen zijn handig voor zowel overdag als in bed.
De Tokkie zat pontificaal met zijn benen wijd en vergrootte op die manier zijn territorium tot drie stoelen. Vandaar dat er vooralsnog niemand naast hem zat. Ik heb een uitgesproken hekel aan lang staan, dus daar ging ik verandering in brengen. Hij schoof zowaar bereidwillig een beetje in.

Met 31 wachtenden voor me had ik ruim de gelegenheid om het mannetje gedetailleerd in mijn geheugen te griffen en mijn gedachten over hem te laten gaan. Allereerst vroeg ik mij af of het wel verstandig was om in zo'n strakgespannen opgeblazen mannetje te willen prikken. Dat kon nooit goed gaan.

En waarom zat hij zo overdreven met zijn benen wijd? Om zijn geringe lengte in de breedte te compenseren? Zijn buik was dik, maar van zichzelf voldoende stevig om niet tussen zijn dijen te hoeven hangen.
Ik kon niet anders dan concluderen dat de tokkie leed aan een extreem gezwollen scrotum.

Er hing een vaag chemisch luchtje om de man heen. Alsof hij bepaalde broeierige intieme delen had ingesmeerd met een of ander krachtig paardenmiddel. Iets met zink of zwavel? Uierzalf? Teer? Een pasta tegen hoefrot? Een middel tegen algengroei? Uitdampende huiswijn van de Xenos of de Action? Of gewoon een hele foute deodorant uit de nieuwe Tokkie-geurlijn?

Hij zat kaarsrecht en met zijn ogen dicht, de armen berustend in de schoot. Af en toe leek hij weg te dutten. Daarbij maakte hij van die langgerekte gromgeluidjes, bijna vertederend, als een vetzuchtige pitbull die in z'n mandje ligt te slapen.
Plotseling ging het pingeltje weer. Het display liet nummer 23 zien, prikkamer 2. Pa Tokkie sprong op, beende met uitstaande voeten naar de prikkamer en verdween achter een gordijntje.
De spanning in de wachtkamer nam toe. Wat zou er gebeuren als je een naald zet in een opgeblazen Tokkie?

Helemaal niets. Het was een regelrechte anticlimax. Voor het verhaal zou een krachtige ontploffing véél beter zijn geweest! De opgekropte ingewanden vliegen, eindelijk bevrijd, in ruime hoeveelheden door de wachtkamer! Een tsunami van lichaamssappen overspoelt de dames achter de bali, het bloed druipt waar het niet gaan kan! Botten rollen ratelend naar de uitgang, aldaar beleefd doorgelaten door de automatisch openschuivende deuren. Maar niets van dat alles. Dat een verhaal een climax nodig heeft, daar houden ze dan weer geen rekening mee bij zo'n artsenlaboratorium.

Hoewel, wacht eens even, dat is misschien maar beter ook. Want ik moet mijn eigen uitslag nog binnenkrijgen natuurlijk...

Tags: