Even dissen...

Zondag 21 Januari 2007 in categorie Het vaderlandsch cultuurgoed

Al geruime tijd heerst er verontwaardiging over het belabberde taalniveau van instromers bij diverse soorten onderwijs. Vorige week waren de HBO-ers aan de beurt om een taalachterstand op hun bord te krijgen. De aspirant leraren van de Pabo hadden geloof ik al eerder op hun donder gehad.

Ja, dat krijg je als je decennia lang het proza van types als Ali B., Lange Frans en Def P ongelimiteerd blijft verheerlijken. Niemand heeft in de kwart eeuw dat de rapcultuur ons nu teistert het volslagen onbenul ervan aan de kaak durven stellen.

Noem mij gerust een ouwe lul die er niets van begrijpt, want betere tegenargumenten zijn er toch niet. Sinds schrijver Adriaan van Dis live op televisie rapper Ali B. qua rijmvaardigheid volkomen in de schaduw stelde, weet ik het gelijk aan mijn kant. Van Dis (what's in a name) kan zó een extra s achter z'n naam zetten.

Van het weblog van mijn rapgewijs meer deskundige collega Menno Kooistra leen ik even het volgende citaat, afkomstig uit het literaire oeuvre van Def P.:
We leven hier zij aan zij en toch vrij en blij en das het goeie leven voor mij.

Def P. gaat voor de P.C. Hooftprijs, dat is duidelijk. Getormenteerde leraren Nederlands zou ik ondertussen willen adviseren om het jonge volkje bovenstaande zin maar eens te laten ontleden. Dat motiveert en kweekt tegelijkerheid inzicht.

Overigens gaat menig docent ook niet vrijuit. Deze week zag ik op de beeldbuis een in het vak vergrijsde dame. Zij legde twee taalkundig verminderd toerekeningsvatbare HBO-studenten een zin voor om het volk te tonen hoe bar het was gesteld met de hedendaagse jeugd.
Haar vraag luidde: is het eerste woord van die zin een bijwoord, een voegwoord of een voorzetsel?

Ali B.Als antwoord bleven glazige blikken onnozel in de klasruimte hangen. En ergens terecht, want dergelijke opgaven hebben niets met taalvaardigheid te maken, zij gaan over de beschouwing en analyse van de taal. Dit soort kennis is alleen relevant voor toekomstige taalvorsers.

Wie is in het verre verleden niet geterroriseerd met allerlei bijwoordelijke dan wel bijvoeglijke bepalingen van tijd, handeling, gesteldheid of ongesteldheid?
Die laatste verzonnen we er zelf bij als bijvoeglijke bepaling van baldadigheid, anders bleef je niet wakker tijdens de les. Wie weet nog het verschil tussen al die ellendige voorwerpen: de lijdende, meewerkende, belanghebbende, handelende of ondervindende voorwerpen? En wie heeft ze sindsdien nog nodig gehad bij het besturen van de tram, het bakken van een brood, het bouwen van een brug, het speculeren op de beurs, het leiden van een bedrijf of zelfs het schrijven van een boek?
Ik zie hier geen vingers omhoog gaan...

Hoe de taalachterstand nu op te lossen? Om te beginnen zou ik zeggen: een verplichte taaltoets voor rappers. Wie zakt laten we verbaal afmaken door Henk-Jan Smit, want van hém schijnen ze dat wel te pikken. Afdoende zal het niet zijn, maar het bespaart óns in elk geval een hoop ellende...

Tags: