Zondag 23 Juni 2002 in categorie Israël en het Midden-Oosten
Het totaal aantal burgerslachtoffers dat de afgelopen week bij Palestijnse aanslagen in Israël viel is achtendertig.
Ik zit in het noorden van het land en het bizarre is dat je daar absoluut niets merkt van de rampen die zich in het zuiden voltrekken.
Vandaag komen er echter signalen dat dit kan veranderen. Er worden reservisten opgeroepen om ook het noorden beter te kunnen beschermen. De Hezbollah, die actief is in Libanon, heeft namelijk vandaag beschietingen uitgevoerd op het noorden van Israël. Vermoedelijk is dit ook de afgelopen dagen al het geval geweest, want af en toe hoorde ik in de verte het dreunen van kanonnen. Dat kan overigens ook het Israëlische leger zijn geweest.
Wees gerust, daar liggen wij allemaal niet wakker van. Het dagelijks leven gaat gewoon door.
Ik bezocht de voorbije week een feestelijke maar plechtige bijeenkomst waar de diploma's aan studenten werden uitgereikt. Op het podium een gemoedelijk orkestje, vele veel te lange toespraken en tussen het publiek mannen met pistolen op hun rug achter de broekband. Gewoontegetrouw en achteloos gedragen. U ziet: men heeft zich hier al lang aangepast.
De afgelopen dagen heb ik een poging gedaan de situatie in dit land te begrijpen. Tijdens de vele gesprekken met bewoners van dit land wordt het namelijk steeds moeilijker om met een enigszins open blik de hele problematiek te blijven bezien.
Achtendertig doden in één week: dat zijn nog meer slachtoffers dan bij een vreselijke Nederlandse nationale ramp als Enschedé, om het perspectief maar eens om te zetten naar onze eigen leefwereld.
Het zijn twee tamelijk lange stukken geworden. Misschien interesseert het u ze te lezen. In dat geval kunt u ze beter uitprinten. Misschien handig als bijlage bij journaalbeelden.
Een poging tot begrijpen (deel 1)
Een poging tot begrijpen (deel 2)
Reageren, meedenken en discussiëren kunt u desgewenst hieronder.
Nu maar eens zien wie de echte power-lezers van Verbal Jam zijn... (smiley).
Serie: Bij ons bij de Jordaan
Zaterdag 22 Juni 2002 in categorie Israël en het Midden-Oosten
22-06-2002
Deel 2 (lees deel 1 hier)
In oorlogen vloeit het meeste bloed onder burgers. In het Israëlisch-Palestijns conflict is het niet anders. De propaganda-machines van beide partijen draaien op volle toeren om dit te verdoezelen, te relativeren of daarentegen juist uit te buiten.
In de harde werkelijkheid spelen aantallen burgerslachtoffers tragisch genoeg nauwelijks een rol. Het werkelijke vraagstuk zit dieper.
De juiste maatstaven
Het heeft geen zin aantallen slachtoffers bij de partijen tegen elkaar af te zetten. Cijfers worden dikwijls gemanipuleerd en elke dode is er sowieso één teveel.
Het is noodzakelijk dat men in de kritiek op beide partijen ethische, juridische en morele waarden als standaard neemt. Aan de hand daarvan zijn hun gedragingen het beste te beoordelen en zonodig te veroordelen.
Nederzettingen
Neem de kwestie van de nederzettingen die door Israël in bezet gebied zijn gesticht en alsmaar worden uitgebreid. In internationaal juridisch opzicht is dit onwettig. Israël schendt hiermee internationale conventies. Ook op de Golan-hoogte (vroeger onderdeel van Syrië) worden huizen en grond aan Israëlis verkocht. Eveneens niet toegestaan. Op het punt van de nederzettingen staan de Palestijnen dus volledig in hun recht.
Het bijzondere aan deze hele affaire is, dat de meerderheid van de Israëlische bevolking zélf vindt dat de nederzettingen moeten worden ontruimd. De 'settlements' vormen een van de belangrijkste obstakels op de weg naar vrede.
Lees verder...
Serie: Bij ons bij de Jordaan
Vrijdag 21 Juni 2002 in categorie Israël en het Midden-Oosten
21-06-2002
Wanneer ik in Israël ben ontkom ik er niet aan: ik wil het begrijpen. Het conflict, de emoties, de redenen waarom het niet tot vrede komt.
Ik doe een poging, daarbij geholpen door het luisteren naar meningen van mensen die hier permanent wonen. Vervolgens denk ik er het mijne van...
Het primaire instinct
Om mij te kunnen voorstellen hoe het is om hier te wonen, of beter: hoe het is om je land nu juist op deze plaats te hebben, bedacht ik het volgende.
Nederland is net als Israël een klein land. Stel dat de landen in Europa die ons omringen ons vijandig gezind zouden zijn, sterker nog: dat zij zouden vinden dat wij er überhaupt niet zouden moeten zijn?
Daar zouden wij knap zenuwachtig van worden. Vooral als bovendien een belangrijk deel van onze bevolking ons landje als de enige veilige plek ter wereld beschouwt.
Voor de specifieke situatie van Israël moet ik daar het trauma van de holocaust bij optellen. Zeer velen in dit land hebben broers, zusters, vaders, moeders, opa's en oma's die werden vermoord in de concentratiekampen. En de jeugd is tot in elke vezel van het lichaam doordrongen van dit immense leed. Dit mag niet opnieuw plaatsvinden: dit keer zullen wij overleven, tot elke prijs.
Dat is het primaire instinct van Israël: overleven tot elke prijs, met alle middelen.
Lees verder...
Donderdag 20 Juni 2002 in categorie Israël en het Midden-Oosten
Gisteravond opnieuw een aanslag, weer in Jeruzalem. Zeven doden dit keer. Troepen van het IDF (Israeli Defense Force) zijn weer Palestijnse steden binnengetrokken.
Inmiddels is er ook een groep van Palestijnse intellectuelen die kenbaar heeft gemaakt dat de zelfmoordaanslagen de Palestijnse zaak geen goed doen. Dat is een goed teken, hoewel je natuurlijk geen intellectueel hoeft te zijn om dat door te hebben.
Aan de andere kant zijn de invallen van het Israelische Leger in Palestijnese steden waarschijnlijk ook niet erg productief. Wanneer ik een Palestijnse activist was zou ik wel maken dat ik de stad uit was op het moment dat er weer een bomaanslag had plaatsgevonden.
Dinsdag 18 Juni 2002 in categorie Israël en het Midden-Oosten
Deze morgen weer een bloedige bomaanslag op een bus in Jeruzalem. Negentien doden, waaronder zes schoolkinderen. Men telde de lege plaatsen in de klassen, om te zien wie er niet op school verscheen.
De Palestijnse Autoriteit veroordeelt routinematig de aanslag en een Hamas-leider zegt dat ze ermee doorgaan tot ze hun land terug hebben. Hij voert ter verdediging ook het aantal Palestijnse kinderen en burgers aan dat tot dusver is omgekomen. De logica daarvan ontgaat mij.
Ik erken het recht op een eigen Palestijnse staat. Ik vind eveneens dat de nederzettingen weg moeten. De meeste Israëlische burgers zijn dezelfde mening toegedaan. Nog wel. Er komt een moment waarop zelfs de meest vredelievende inwoners van dit land geen interesse meer hebben voor het lot van de Palestijnen. Dat is het effect van bomaanslagen op onschuldigen.
Bomaanslagen zijn het meest laffe en misdadige strijdmiddel dat je kunt gebruiken. Welk conflict je ook hebt, je laat de burgers erbuiten. In de eerste plaats de kinderen.
Geen mens, en dus ook geen Palestijn, zal ooit intelligent genoeg zijn om mij te kunnen uitleggen welke strategische waarde dit heeft. Wanneer ze denken de Israëlische burger daarmee murw te maken kan ik ze alvast vertellen dat het contraproductief werkt. Zelfs linkse Israëlis zie ik hierdoor rechtser worden en degenen die al rechts waren voelen zich gelegitimeerd om steeds minder consideratie voor de Palestijnen op te brengen. Met als gevolg dat men met een schoon geweten steeds harder terugslaat.
Doordat het conflict tegenwoordig voornamelijk wordt bepaald door de extremisten van beide zijden, kunnen de Palestijnen een eigen staat voorlopig wel vergeten.
Ik heb te doen met de gewone burger. In beide landen. Want die wil gewoon rust, werken en z'n kostje verdienen. Gisteren hoorde ik dat in de Gaza-strip grote armoede heerst en honger wordt geleden.
De economie van Israël holt achteruit, de werkloosheid neemt sterk toe en schoolverlaters en afgestudeerden schrijven zich bij gebrek aan beter maar in voor de volgende opleiding. Je moet toch wàt doen.
Heeft u in dit stukje al iemand langs zien komen die van deze ellende beter werd? En waar hebben we het hier eigenlijk over: een grote bak zand en rotsen met wat 'heilige plaatsen' waar ooit een profeet heeft staan pissen. Grow up and get real.
Ik kan de verleiding niet weerstaan een demagogisch adviesje aan mevrouw Duisenberg in Amsterdam te richten: Tijd om de vlag eens te wassen. Er zit weer bloed aan.
Tot slot een teken van hoop. Ik draag een zilveren ketting om mijn nek, met daaraan enkele hangertjes. Gisteren waren twee van die hangertjes tijdens mijn slaap onwrikbaar in de knoop geraakt. Ik deed de ketting af en probeerde vergeefs de zaak te ontwarren. Alles zat muurvast. Ik liet het erbij.
Vanmorgen ontdekte ik dat de hangertjes, die gisteren nog met geen mogelijkheid uit de knoop te peuteren waren, vanzelf weer waren losgeraakt.
De mechanismen van chaos en toeval blijken ook weer orde te kunnen scheppen...
Maandag 17 Juni 2002 in categorie Op reis, Israël en het Midden-Oosten
Gisteravond reed ik bijna de auto van mijn schoonmoeder in de prak. Althans, dat vond zij.
Ik wilde een rotonde oprijden toen er van links iemand kwam met dezelfde intentie, maar dan met hoge snelheid. Ik remde daarom iets harder dan normaal. De hoogbejaarde Citroën BX stond direct stil, zonder enig bandengekrijs. Dat lukt namelijk niet zo makkelijk bij hooguit 30 kilometer per uur. Niets aan de hand dus.
Toch kreeg ik later te horen dat 'ik reed als een maniak'. Ik moest lachen, maar dat kun je bij mijn schoonmoeder beter achterwege laten. Haar auto is haar trots. Elke keer dat ik hier ben moet ik wel een keer met het ding langs de garage, van het aantal vervangen onderdelen had ze inmiddels een nieuwe kunnen kopen, maar volgens haar is het een geweldige auto.
De Citroën heeft inmiddels meer dan 250.000 kilometer op de teller. De achteruitkijkspiegels gebruik je voornamelijk om te zien of je geen onderdelen verliest. De automatische versnelling dementeert en vergeet vooral op steile wegen tijdig te schakelen. De ruitensproeier sproeit de ruiten van alle weggebruikers, behalve de eigen.
Maar dat mag ik allemaal niet zeggen. Dan wordt mijn schoonmoeder kwaad. Waarschijnlijk verdacht zij mij er gisteravond dan ook van dat ik haar prachtige wagen, dit wonder van moderne techniek, op een natuurlijke manier uit zijn lijden wilde verlossen.
Niks daarvan. Ik kijk wel beter uit. Vergeldingsacties zijn mij te populair in deze contreien...
Maandag 17 Juni 2002 in categorie Op reis, Israël en het Midden-Oosten
Ik zat vandaag nog wat na te mijmeren over gisteren. Toen was ik in een dorp dat wordt bevolkt door Druzen, Arabieren, Christenen en Joden.
De Druzen zijn een volk apart, een volk met zijn eigen cultuur, geheimen en onafhankelijkheid. Ze schikken zich loyaal naar het land waar zij wonen, verdedigen het zonodig. Er zijn veel Druzen te vinden in het leger en in beveiligings-diensten. Zeer betrouwbaar.
In Syrië leven eveneens Druzen. De Syrische Druzen voegen zich weer naar het Syrische bewind. Dat is hun vorm van onafhankelijkheid, aanpassen en opgaan in de omgeving, maar ondertussen blijven zij zichzelf. Boeiend door hun geheimzinnigheid.
Naast een parkeerplaats zat een oude man in Druzische kledij. Ik zoomde mijn camera in en nam van afstand een foto. Ik wilde die kop ook nog wel een keer vol in beeld, dus toen ik even later langs hem liep, vroeg ik of ik een foto van hem mocht maken. Hij gebaarde dat hij dit niet wilde.
Ik stak mijn duim op en zei in het Nederlands:
"Ok, geen punt. Je staat er toch al op."
Hij zwaaide mij vriendelijk gedag.
Verneukt door de moderne techniek.