Dinsdag 18 Juni 2002 in categorie Israël en het Midden-Oosten
Deze morgen weer een bloedige bomaanslag op een bus in Jeruzalem. Negentien doden, waaronder zes schoolkinderen. Men telde de lege plaatsen in de klassen, om te zien wie er niet op school verscheen.
De Palestijnse Autoriteit veroordeelt routinematig de aanslag en een Hamas-leider zegt dat ze ermee doorgaan tot ze hun land terug hebben. Hij voert ter verdediging ook het aantal Palestijnse kinderen en burgers aan dat tot dusver is omgekomen. De logica daarvan ontgaat mij.
Ik erken het recht op een eigen Palestijnse staat. Ik vind eveneens dat de nederzettingen weg moeten. De meeste Israëlische burgers zijn dezelfde mening toegedaan. Nog wel. Er komt een moment waarop zelfs de meest vredelievende inwoners van dit land geen interesse meer hebben voor het lot van de Palestijnen. Dat is het effect van bomaanslagen op onschuldigen.
Bomaanslagen zijn het meest laffe en misdadige strijdmiddel dat je kunt gebruiken. Welk conflict je ook hebt, je laat de burgers erbuiten. In de eerste plaats de kinderen.
Geen mens, en dus ook geen Palestijn, zal ooit intelligent genoeg zijn om mij te kunnen uitleggen welke strategische waarde dit heeft. Wanneer ze denken de Israëlische burger daarmee murw te maken kan ik ze alvast vertellen dat het contraproductief werkt. Zelfs linkse Israëlis zie ik hierdoor rechtser worden en degenen die al rechts waren voelen zich gelegitimeerd om steeds minder consideratie voor de Palestijnen op te brengen. Met als gevolg dat men met een schoon geweten steeds harder terugslaat.
Doordat het conflict tegenwoordig voornamelijk wordt bepaald door de extremisten van beide zijden, kunnen de Palestijnen een eigen staat voorlopig wel vergeten.
Ik heb te doen met de gewone burger. In beide landen. Want die wil gewoon rust, werken en z'n kostje verdienen. Gisteren hoorde ik dat in de Gaza-strip grote armoede heerst en honger wordt geleden.
De economie van Israël holt achteruit, de werkloosheid neemt sterk toe en schoolverlaters en afgestudeerden schrijven zich bij gebrek aan beter maar in voor de volgende opleiding. Je moet toch wàt doen.
Heeft u in dit stukje al iemand langs zien komen die van deze ellende beter werd? En waar hebben we het hier eigenlijk over: een grote bak zand en rotsen met wat 'heilige plaatsen' waar ooit een profeet heeft staan pissen. Grow up and get real.
Ik kan de verleiding niet weerstaan een demagogisch adviesje aan mevrouw Duisenberg in Amsterdam te richten: Tijd om de vlag eens te wassen. Er zit weer bloed aan.
Tot slot een teken van hoop. Ik draag een zilveren ketting om mijn nek, met daaraan enkele hangertjes. Gisteren waren twee van die hangertjes tijdens mijn slaap onwrikbaar in de knoop geraakt. Ik deed de ketting af en probeerde vergeefs de zaak te ontwarren. Alles zat muurvast. Ik liet het erbij.
Vanmorgen ontdekte ik dat de hangertjes, die gisteren nog met geen mogelijkheid uit de knoop te peuteren waren, vanzelf weer waren losgeraakt.
De mechanismen van chaos en toeval blijken ook weer orde te kunnen scheppen...
Maandag 17 Juni 2002 in categorie Op reis, Israël en het Midden-Oosten
Gisteravond reed ik bijna de auto van mijn schoonmoeder in de prak. Althans, dat vond zij.
Ik wilde een rotonde oprijden toen er van links iemand kwam met dezelfde intentie, maar dan met hoge snelheid. Ik remde daarom iets harder dan normaal. De hoogbejaarde Citroën BX stond direct stil, zonder enig bandengekrijs. Dat lukt namelijk niet zo makkelijk bij hooguit 30 kilometer per uur. Niets aan de hand dus.
Toch kreeg ik later te horen dat 'ik reed als een maniak'. Ik moest lachen, maar dat kun je bij mijn schoonmoeder beter achterwege laten. Haar auto is haar trots. Elke keer dat ik hier ben moet ik wel een keer met het ding langs de garage, van het aantal vervangen onderdelen had ze inmiddels een nieuwe kunnen kopen, maar volgens haar is het een geweldige auto.
De Citroën heeft inmiddels meer dan 250.000 kilometer op de teller. De achteruitkijkspiegels gebruik je voornamelijk om te zien of je geen onderdelen verliest. De automatische versnelling dementeert en vergeet vooral op steile wegen tijdig te schakelen. De ruitensproeier sproeit de ruiten van alle weggebruikers, behalve de eigen.
Maar dat mag ik allemaal niet zeggen. Dan wordt mijn schoonmoeder kwaad. Waarschijnlijk verdacht zij mij er gisteravond dan ook van dat ik haar prachtige wagen, dit wonder van moderne techniek, op een natuurlijke manier uit zijn lijden wilde verlossen.
Niks daarvan. Ik kijk wel beter uit. Vergeldingsacties zijn mij te populair in deze contreien...
Maandag 17 Juni 2002 in categorie Op reis, Israël en het Midden-Oosten
Ik zat vandaag nog wat na te mijmeren over gisteren. Toen was ik in een dorp dat wordt bevolkt door Druzen, Arabieren, Christenen en Joden.
De Druzen zijn een volk apart, een volk met zijn eigen cultuur, geheimen en onafhankelijkheid. Ze schikken zich loyaal naar het land waar zij wonen, verdedigen het zonodig. Er zijn veel Druzen te vinden in het leger en in beveiligings-diensten. Zeer betrouwbaar.
In Syrië leven eveneens Druzen. De Syrische Druzen voegen zich weer naar het Syrische bewind. Dat is hun vorm van onafhankelijkheid, aanpassen en opgaan in de omgeving, maar ondertussen blijven zij zichzelf. Boeiend door hun geheimzinnigheid.
Naast een parkeerplaats zat een oude man in Druzische kledij. Ik zoomde mijn camera in en nam van afstand een foto. Ik wilde die kop ook nog wel een keer vol in beeld, dus toen ik even later langs hem liep, vroeg ik of ik een foto van hem mocht maken. Hij gebaarde dat hij dit niet wilde.
Ik stak mijn duim op en zei in het Nederlands:
"Ok, geen punt. Je staat er toch al op."
Hij zwaaide mij vriendelijk gedag.
Verneukt door de moderne techniek.
Zondag 16 Juni 2002 in categorie Op reis
Een enkele lezer vraagt zich bezorgd af of ik in dit warme land niks beters heb te doen dan schrijfsels produceren. Jazeker, ik heb het verder erg druk, en wel hiermee:
zijnde in het privézwembad van kibboetz Yagur:
En dit kan af en toe ook knap vermoeiend zijn:
Kortom, zeer inspannende, maar ook inspirerende bezigheden. Gerustgesteld?
U ziet dat ik me weer behoorlijk heb uitgesloofd voor u.
Zaterdag 15 Juni 2002 in categorie Op reis
Vandaag voor u het uitgebreide verslag van de Joodse bruiloft en wat daar allemaal nog bij komt kijken. Dat is natuurlijk weer een nieuwe aflevering uit de serie 'Bij ons, bij de Jordaan'.Tevens heb ik gisteravond met gevaar voor eigen leven op een terras gezeten. En ik vroeg mij af: krijgen de serveersters hier in Israël gevarentoeslag?
Vrijdag 14 Juni 2002 in categorie Op reis, Israël en het Midden-Oosten
juni 2002
Ze zijn nu even weg, dus ik kan het er nu wel even over hebben. Maar hoe formuleer ik dat nu eens diplomatiek? Een heikel onderwerp moet je een beetje omzichtig inleiden...
Laat ik het zo zeggen: bij mij thuis in Amsterdam, op het plein, is een dierenwinkel. Daar zit zo'n suffe papegaai een beetje lamlendig op z'n stok te schommelen. Maar zet hem buiten in de zon en hij komt tot leven. Het beest lult je de oren van het hoofd en imiteert perfect het complete Nokia-ringtone repertoire.
Vrouwen van Israël: u bent niet ver meer van dit stadium verwijderd! Zie dit als een welgemeende waarschuwing.
Uit onderzoek schijnt gebleken te zijn dat vrouwen gemiddeld pakweg zeventig procent meer praten dan mannen. Afgemeten aan mijn eigen praatpercentage kun je dit getal voor Israëlische vrouwen gevoeglijk verdubbelen. Toegegeven, ikzelf kan ook best af en toe eens op mijn klepstoel zitten, maar in standaard 'operating-modus' ben ik vrij stilletjes.
Vrouwen in het algeméén communiceren dus al behoorlijk intensief. Zoals ik al eerder ergens schreef: ze vertellen je 'hun dag' en ze kondigen altijd aan wat ze gaan doen. Dat laatste is handig, zult u zeggen, dan kom je niet voor verrassingen te staan. Maar mag het iets minder gedetailleerd? Ik hoef namelijk alleen de grote lijnen te weten, niet elke handeling. Als ik maar weet waar ze ergens uithangen.
Dus niet: ik ga even een paar andere schoenen aantrekken, ik ga even naar de wc, ik denk dat ik even mijn handen ga wassen, ik ga even douchen, ik neem even wat te drinken, ik ga even mijn benen ontharen. Altijd 'even'.
Als man ga je dan afstompen, wordt je Oost-Indisch doof. Dat is linke soep, je moet namelijk scherp blijven. Anders mis je misschien op een kwade dag dat ze net zo terloops opmerkt: ik duik even met de buurman de koffer in.
Het is dus altijd opletten geblazen. Geloof me: dat vréét energie!
Vrouwen in Israël zijn dus zoals gezegd nog dubbel zo erg. Dat kan ik goed waarnemen omdat ik, op een handvol overlevingszinnen na, de taal niet spreek. Dan lijkt het dameskletsen oneerbiedig gezegd een voortdurende ethervervuiling. Ik kan een uur gezellig bij de familie zitten en het klatert maar door. Als onophoudelijke stromen morse-seinen op de korte golf.
Na dat uur zeggen de aanwezige mannen tegen mij: "Heb je het een beetje kunnen volgen? Nee? Maak je geen zorgen, je hebt niets gemist."
De telefoon, inclusief de mobiele, is een zegen voor de Israëlische vrouw. Daarmee verliezen zij elkaar geen moment 'uit het oor'.
Wie lid is van een beleggingsclubje zou ik adviseren: investeer in Israëlische telecomproviders!
Ik vond het altijd nogal sneu dat men in dit land zes dagen per week moet werken. Maar nu zie ik de logica: om de telefoonrekening te kunnen betalen.
Over de méést verfoeilijke gewoonte heb ik het nog niet gehad. Deze staat bij mij absoluut vastgeroest op nummer één in de lijst bloeddrukbedreigende ergernissen.
U moet weten: de bouw van Israëlische huizen is in het algemeen tamelijk 'open'. Er zijn dikwijls open keukens, de schuifdeuren naar balkon of tuin staan open, de deuren tussen veelgebruikte vertrekken staan open, tenzij de airconditioning anders vereist. Op zichzelf is dat allemaal best lekker licht en luchtig.
Maar Gods schepping zou Gods schepping niet zijn wanneer elk gemak niet ook een aspect van smartelijk lijden in zich droeg. De 'natuurlijke' communicatiebarrières binnen de woning zijn namelijk weg. Dit heeft tot gevolg dat men vanuit alle hoeken van het huis dingen toegeroepen krijgt.
Nee hoor, niet even de moeite nemen naar je toe te gaan om iets te vragen. Kóm zeg: gewoon op afstand iets blêren! Ook al staat de één in de keuken en zit de ander op het balkon! Staat de derde op het dakterras en ligt de vierde in de garage onder de auto te sleutelen!
En %@*!@ nog aan toe: je verstáát het nóóit, never, af pa'am lo! Per definitie hoor je niet wat ze zeggen! Altijd is het nét te zacht wat ze roepen.
En ik, welopgevoede lulhannes die ik ben, krijg dan ook nog de neiging er naar toe te lopen!
Niks daarvan! Negeren! Want zelfs op de plee zit je niet veilig! Onderdrukken die reflex om haastig je togus af te vegen! Vingers in je oren en dóórschijten!
U begrijpt, de allereerste zin die ik in dit land leerde is:
"Ani lo mevin, ani lo medaber Ivrit!" (ikke niet begrijp, ik spreek geen Hebreeuws). Louter zelfbehoud.
Vrijdag 14 Juni 2002 in categorie Gozertje
14 juni 2002
Vandaag trouwt Amit met Tal. Dat hadden we eigenlijk niet verwacht van hem. Nooit zien we hem met een vriendin, het volgende moment deelt hij doodleuk mee dat hij gaat trouwen. Amit is het van het rustige, laconieke type dat maling heeft aan allerlei conventies en gedoe. En zeker wanneer het gaat om Joodse conventies en gedoe. Daarom zijn er maar vierhonderd mensen op zijn bruiloft, een reportageploeg van de BBC en een Brits parlementslid. En wij natuurlijk.
De bruiloft wordt op een speciale plek in de kibboetz gevierd. Tientallen ronde tafeltjes in de schaduw onder de bomen, iedereen praat met iedereen, iedereen danst met iedereen. Want bijna iedereen kent iedereen. Wanneer Joden elkaar onverhoopt niet kennen, gaan ze net zo lang bij elkaar informeren naar familieleden en kennissen, tot ze beet hebben. Want verdomd als het niet waar is: ten lange leste komt er altijd wel iemand bovendrijven die ze allebei kennen.
Ik ben verbijsterd over het aantal van vierhonderd mensen. Misschien ben ik van nature een beetje teveel 'op mezelf', maar al zou ik nog zo groots en meeslepend leven, ik zou er van z'n levensdagen geen vierhonderd bij elkaar krijgen die ik allemaal persoonlijk ken. U wel? Misschien als je de trouwpartij combineert met een reünie van alle onderwijsinstellingen die je ooit hebt bezocht, aangevuld met nog wat ex-collega's. Dan lukt het misschien net...
Een bruiloft in Israël verloopt aan de buitenkant tegenwoordig niet ongedwongen. Het feest is letterlijk omgeven met wantrouwig kijkende bewaking en ook tussen de gasten lopen lieden met een decent verborgen revolver tussen de broekriem.
Maar alles verloopt vlekkeloos. In Israël kun je voor een trouwpartij niet om de rabbi heen. Dat is de reden dat vele Israëlis voor het ja-woord de wijk nemen naar Cyprus. Maar Amit wilde het kennelijk lekker knus in de kibboetz, dus dan maar die rabbi erbij.
Zonder al teveel plichtplegingen worden de nodige formuleringen en bezweringen opgedreund, waar ik toch niets van versta, maar er zit tenminste schot in op die manier. Op gezette momenten roept de menigte 'amen' (ah, dat ken ik!), ik zie Amit een kaartje met een tekst kussen, de moeder van de bruid krijgt een glas wijn aangereikt, wil daarvan een slok nemen, hetgeen de rabbi nog net kan voorkomen: het is de bedoeling dat het glas aan haar dochter wordt doorgegeven. De sluier wordt opgetild en de bruid neemt een slok terwijl moeder ietwat jaloers toekijkt.
De ringen worden trots getoond en trefzeker plaatst Amit de ring aan de wijsvinger van zijn bruid. Er wordt ook nog een groot papier met een tekst geëtaleerd, de rabbi ratelt onderwijl onverdroten voort en tenslotte trapt Amit krachtdadig een glas kapot. Dit moet symbolisch gesproken het laatste zijn dat breekt binnen dit huwelijk.
Mijn vriendin is zo vriendelijk mij mee te delen dat ze nu getrouwd zijn.
Dit is natuurlijk de beschrijving van de 'goj' die er allemaal niet veel van verstaat. Maar dat is niet erg, veel belangrijker is de sfeer van saamhorigheid en mooie rituelen die wel degelijk overkomt. Daar is geen kennis van de taal voor nodig. Het is een gevoel van vriendschap, liefde en hartelijkheid dat tussen iedereen bestaat. En ik hoor daarbij, niemand die daar enige twijfel over laat bestaan.
Tijdens de informele gesprekken komt onontkoombaar menigmaal de oorlogssituatie ter sprake. Ik spreek Raanan. Hij heeft zijn kwekerij vlak achter de geluidswal die de snelweg scheidt van de kibboetz. Op 10 april werd op deze snelweg een bus opgeblazen (zie: 'Aanslag'). Hij vertelt over de onwerkelijke, absolute stilte die er na de explosie intrad. Alle auto's die in een lange file tot stilstand waren gekomen, een onbeweeglijke verbijstering, ongeloof. Het enige dat tot hem doordrong was de doordringende brandlucht, die hij omschreef als 'de lucht van een barbecue...'
De BBC-ploeg ruikt tijdens ons gesprek wat anders: sensatie. Wanneer ik even naarbeneden kijk zie ik plotseling een hengelmicrofoon tussen onze knieën hangen.
Later spreek ik jongeren die her en der, al of niet op herhaling, hun dienstplicht vervullen. Verhalen over hun angsten, hun belevenissen, de voortdurend aanwezige dreiging die het op hun leven heeft gemunt.
De vijfentwintigjarige Chai was twee weken op herhaling in de Gaza-strip. Die twee weken bracht hij voornamelijk door op een wachttoren. Maar veelzeggend was zijn opmerking dat er altijd een collega meeging wanneer hij ging douchen. Om op de uitkijk te staan.
Ik probeer zo objectief mogelijk tegen alles aan te kijken. Maar objectief zijn doe je met je verstand. Ik begrijp de emoties van mensen die klappen krijgen en hard willen terugslaan. Die emoties zullen er aan beide zijden zijn, want dat is oorlog.
Ik besef dat het goed is om nauwkeurig te luisteren, mij in te leven. Het is zo gemakkelijk meteen een politiek hygiënisch oordeel te hebben. En die pretentie had ik hier tijdens vorige bezoeken al afgeleerd. In West-Europa wordt ten aanzien van Israël gemakkelijk het woord 'oorlogsmisdaden' in de mond genomen. Het zijn inderdaad vast geen lekkere jongens, maar misschien is het hier wel 'gewoon' ouderwets óórlog en geen videogame met zware Amerikaanse luchtdrukbommen, waarbij in onze journaals nooit slachtoffers vallen. En burgers in café's en bussen opblazen is naar mijn maatstaven ook een regelrechte oorlogsmisdaad. Dus waar hebben we het over... Elke onschuldige dode is een misdaad tegen de menselijkheid.
In Amsterdam hing mevrouw Duisenberg in haar politieke onnozelheid een Palestijnse vlag buiten. Dat heet dan solidariteit. Zou het kunnen zijn dat in een oorlog een begrip als 'solidariteit' vervangen moet worden door 'partij kiezen'?
Het zou beter zijn wanneer beide vechtersbazen eindelijk eens een witte vlag aan het balkonhek knoopten.
Het zal geen liefde worden tussen Palestina en Israël, laat staan een huwelijk. Maar is een vreedzaam samenlevingscontract nu echt teveel gevraagd?
U ziet: het was een buitengewoon geslaagde, gezellige en leerzame Joodse bruiloft...