Met een kunstknie naar het kerkhof
Dinsdag 10 Mei 2011 in categorie Lijf en ledematen, Klein Proza, Persoonlijke notities
Door het dorp loopt Annie. Elke dag wandelt zij naar de begraafplaats.
Die is toch zeker een kilometer of drie verderop.
Annie is een oude vrouw, maar nog bijzonder goed ter been. Dus dat redt zij wel.
Vorig jaar is haar man overleden. Zij heeft het daar nog moeilijk mee, natuurlijk.
Om het leed wat te verzachten gaat zij elke dag even bij hem kijken.
Als ik Annie tegenkom begint zij steevast een kletspraatje.
Dat zijn kletspraatjes van het soort waar de meeste mensen niet om verlegen zitten.
En ik dus ook niet. Maar Annie vindt ze fijn.
Dus vooruit dan maar.
Zo keuvelde zij laatst dat zij een kunstknie heeft.
Ze trok haar rok ietsje op en wees de kunstknie aan.
Eigenlijk zag ik geen verschil met een gewone knie.
Maar dat kwam vooral doordat er een dikke nylonkous overheen zat.
Halverwege de route naar het kerkhof ging ze altijd even op het bankje zitten.
Om de kunstknie wat rust te gunnen, af te laten koelen, weet ik veel wat...
Inderdaad, herinnerde ik mij, halverwege staat een bankje.
Alsof het er speciaal voor Annie is neergezet.
Tijdens de kletspraatjes merkte ik tevens dat Annie behoorlijk aan het dementeren is.
Zij vergeet wat zij even tevoren heeft gedaan.
Zo kan het gebeuren dat ik haar op één dag voor de tweede keer zie langskomen op weg naar het kerkhof.
En laatst zag ik haar zelfs voor een dérde keer mijn tuinhek passeren.
In haar kletspraatje beklaagt zij zich dan over het feit dat ze vaker last krijgt van haar kunstknie.
Ik vind dat geen wonder. Die kunstknie maakt onderhand steeds meer kilometers.
Zeg nooit tegen Annie dat ze vandaag al een keer naar het kerkhof is geweest.
Zij wordt dan knorrig en er komt een wantrouwende blik in haar ogen. Ze probeert te verdoezelen dat ze even in paniek is, ze merkt dat achter haar een grote leegte in de dag zit.
Eén keer heb ik tegen Annie gezegd dat zij dingen vergeten was.
Mijn fout. Het dient geen enkel doel om haar te confronteren met haar weggevallen geheugen.
Nu loopt zij tenminste blijmoedig de weg naar het kerkhof en terug.
Haar man is nog steeds een doel in haar leven.
Halverwege zwaait zij vanaf haar bankje vrolijk naar passanten.
Ze neemt maar aan dat ze ze allemaal kent.
'Gedenkt te sterven', staat er dreigend op het ijzeren hek van het kerkhof.
Dat is aan Annie niet besteed. In haar hoofd vergeet zij gewoon te sterven.
Zo eenvoudig is dat.
Mogelijk zit zij op zekere dag gewoon dood op dat bankje.
Dat zou voor haar dan wel het beste zijn.
Tweet |