de excuses van berlusconi

Zaterdag 03 Februari 2007 in categorie Waargebeurde verzinsels

In een klein appartement vlakbij de via Pagano te Milaan zit de dichter Francesco Mortale te knikkebollen in zijn leunstoel, terwijl op de achtergrond een oude grammofoonplaat van Fabrizio De André zich zachtjes krakend naar de uitloopgroef worstelt. Het is laat op de avond en eigenlijk had Francesco al in bed willen liggen. Maar een flesje wijn is hem dusdanig in de benen gezakt, dat hij de fut niet heeft om zich richting slaapkamer te begeven.
De bejaarde dichter hoort niet dat voor de deur een donkere, gepantserde limousine stopt. Een stevige, gedrongen man stapt uit, kijkt snel om zich heen of niemand hem ziet en haast zich naar het appartement van Francesco Mortale. Hij bonst op de deur. Met de laatste krachten van de dag wankelt de dichter naar het halletje en opent voorzichtig de voordeur. Je weet tenslotte maar nooit welk onguur volk zich op dit late tijdstip aandient. De bezoeker dringt zich haastig naarbinnen.
Francesco is verbijsterd: "Signore Berlusconi!"
"Zeg maar Silvio. Luister, ik heb een probleem en dat ga jij oplossen!"
"Si signore.. eh... Silvio..." stottert de oude man, want aan de toon te horen wordt hier geen tegenspraak geduld.
"Je kent mijn vrouw? Het lieftallige secreet Veronica?"
"Natuurlijk ken ik die, Silvio."
"Zij eist van mij publieke excuses! Van mij, de grote Berlusconi! Mevrouw voelt zich namelijk vernederd door mij!"
"Heeft u soms weer grapjes lopen maken, Silvio?"
"Ach, ik had ergens op een prijsuitreiking tegen een knappe dame geroepen dat ik meteen met haar zou trouwen als ik al niet getrouwd was. En tegen een andere dat ik overal met haar naartoe zou gaan. Niente di serio! Maar nu moet signora Veronica Lario zo nodig een advertentie in La Republica zetten. Nota bene bij die coglioni van La Republica, Francesco, niet in één van m'n eigen kranten! Zij eist publiekelijk excuses van mij omdat ik háár waardigheid ook in het publiek heb aangetast!"

Berlusconi beent met één hand in de zak geagiteerd door het kleine vertrek. Zijn gezicht is rood aangelopen. Francesco overweegt hem iets te drinken aan te bieden, maar alle wijn is op, die zit in z'n eigen benen.
"En wat gaat u nu tegen haar zeggen, Silvio?"
"Juist, Francesco!" brult Berlusconi, "Wát ga ik nu tegen haar zeggen?"
"Sorry, scusi misschien?"
"No-no-no-no, Francesco! Zo simpel is dat niet. Daarmee verneder ik mezelf! Ik moet mijn excuus verpakken in een uitspraak van grote allure, van grandeur! Dat iedereen zegt: wat een groots man is die Silvio toch!"
"Ai, dat zal niet makkelijk zijn, Silvio..."
"Precies! Dat zal niet makkelijk zijn, Francesco! Daarom kom ik bij jou! Want jij gaat dat excuus voor mij verzinnen!"
"Ik? Waarom ik?"
Berlusconi brengt zijn gezicht dichtbij dat van de arme Francesco.
Dreigend bromt hij: "En wel immediatamente! Wie is hier nou de dichter?"

Het zweet breekt Francesco uit. Maar dan klaart zijn gezicht op. Hij hoeft alleen maar terug te denken aan zijn eigen staat van dienst waar het de vrouwen betreft. En die is lang. Een makkie dus eigenlijk.
Francesco recht zijn rug en spreekt dan plechtig: "U moet het volgende zeggen, Silvio, u moet het volgende zeggen..."
Hij zwijgt even, zich bewust van het belang van dit moment.
Dan haalt hij diep adem en spreekt op verheven toon: "Vergeef me Veronica, mijn trots zwicht onder jouw woede."

Berlusconi slaat de ogen in vervoering ten hemel en proevend herhaalt hij de woorden die Francesco hem in de mond heeft gelegd: "Vergeef me, mijn trots zwicht onder jouw woede... Ja, zó ga ik het zeggen! Dit is waarlijk poëtisch, hier kan ik zonder gezichtsverlies mee aankomen! Pozzo fatto, Francesco! Bravo! Gij zijt een groot dichter!"

De limousine verdwijnt weer heimelijk in de Milanese nacht.
Die avond verdient Francesco Mortale met één enkele zin méér dan met zijn hele oeuvre tot dusver.

Tags: