de auschwitz-toets

Zaterdag 29 Januari 2005 in categorie Opinie

Afgelopen donderdag was het zestig jaar geleden dat het concentratiekamp Auschwitz door het Rode Leger werd bevrijd. Dit gaf weer aanleiding tot discussies over een andere manier van herdenken. Immers, het was allemaal nu zo lang geleden dat dit soort rouwbeklag maar eens in een modern jasje moest worden gestoken, vonden sommigen. Onze minister Verdonk van Integratie bijvoorbeeld opperde het idee dat 5 mei een 'Dag van de Binding' moest zijn, van de democratie. Dat zou het belang van de rechtsstaat onderstrepen. Nieuwe Nederlanders konden dan meteen een feestje vieren ter gelegenheid van hun kersverse poldernationaliteit.

Ik denk daar anders over. Wanneer je die binding en de democratische rechtsstaat zo belangrijk vindt verzin je daar ook maar een aparte dag voor. Ga niet benepen zitten doen en daarvoor onze herdenkings- en bevrijdingsdag inruilen. Als 't zó moet weet ik nog wel andere dagen. Die bungelen er toch maar een beetje lamlendig bij, zoals tweede paasdag, tweede pinksterdag of tweede kerstdag. Maar je zult zien: zó'n ruiltje is dan ineens onbespreekbaar!

Zestig jaar, ís dat eigenlijk wel zo lang geleden? Misschien voor de jongeren, maar voor wie ouder is dan zestig zou dat wel eens anders kunnen liggen. Iemand die op z'n zestigste doodgaat vinden wij te jong gestorven, dus zó lang wordt die periode kennelijk niet ervaren.
En doet het er eigenlijk toe hoe lang het geleden is? Wordt het daardoor minder erg? Wordt het aantal vermoorde mensen daardoor kleiner?
Er is niets mis mee om een schrikwekkend voorbeeld voor ogen te hebben...
Er is niets mis mee om een schrikwekkend voorbeeld voor ogen te hebben dat ons helpt de -jawel- democratische rechtsstaat en de burgerlijke vrijheden in goede conditie te houden. Anders herkennen we de gevaren niet meer.
De aantrekkingskracht van lieden als Geert Wilders en Filip de Winter is gebaseerd op enkele mechanismen die vele Nederlanders in de jaren dertig voor de NSB deden kiezen, zoals nationalisme, angst voor bepaalde bevolkingsgroepen en het streven naar strenge orde in de samenleving.
De staat Israël grijpt in z'n strijd tegen de Palestijnen -paradoxaal genoeg uit vrees voor herhaling van de verschrikkingen uit de Tweede Wereldoorlog- af en toe naar onderdrukkingsmethoden waaronder veel van haar oudere inwoners ook zélf hebben geleden.
Onze eigen minister Donner voert een identiteitsbewijs in zonder kennelijk al te diep te hebben overdacht wat daarvan de mogelijke implicaties op langere termijn kunnen zijn. Gaat hij straks de geschiedenis in als de nieuwe Jacobus Lentz?

Remkes: We hebben die instrumenten nodig.
Het zal wellicht allemaal zo'n vaart niet lopen, maar het lijkt mij verstandig om nieuwe maatregelen op z'n mogelijke ongewenste effecten ook eens te toetsen aan de historie.
De afgelopen week werden door de regering voorstellen gedaan om ter bestrijding van het terrorisme de rechtsbescherming van bepaalde verdachten in te perken, alsmede burgerlijke vrijheden die een verdere afkalving kunnen betekenen van de privacy.
"We hebben die instrumenten in deze tijd gewoon nodig," zegt de minister van Binnenlandse Zaken Remkes. Dat is best mogelijk, maar willen hij en collega Donner dan ook zo goed zijn om precies de grenzen van die maatregelen af te bakenen? Anders is 't eind zoek.

"Wie niets te verbergen heeft, hoeft niet te vrezen voor z'n privacy," is het veelgehoorde kul-argument. Allereerst is het kenmerk van privacy nu juist dat een burger in principe zelf mag uitmaken wat hij wel of niet wil verbergen. Voor allerlei overheidsdiensten is dat soms knap onhandig, maar het is niet anders.
Ten tweede is vooraf nooit vast te stellen welke persoonsgegevens in toekomstige omstandigheden beter voor anderen verborgen kunnen blijven. Want welke Jood had destijds ooit kunnen denken dat hij nog eens op grond van z'n ras in aanmerking kwam voor een enkele reis Auschwitz?

Nee, dóórgaan met die herdenkingen! Ze moeten ons scherp houden...