Door het lint
Maandag 27 Januari 2003 in categorie Ergernis, Woede of Frustratie, Even afreageren
Niets kan zo diep ingrijpen op het doorsnee-dagelijkse mentale welzijn van de mens als het fenomeen van 'de eigen stommiteit'. Zo'n geval van dikkebultschuld kan leiden tot acute depri, redeloze razernij, of bijkans moordlustige agressie. Denkt u nu niet dat ik iemand ben die u beter niet in Venlo op de brommer kunt tegenkomen. U moet het klein blijven zien, dan herkent u het ook bij uzelf.
Vroeger had ik een auto met een achterklep, een vijfde deur, zo'n auto die in de folder een 'hatchback' wordt genoemd. Wanneer die klep openstond bestond er een theoretisch gevaar dat ik mijn hoofd gemeen kon stoten aan een uitstekende pal, een soort haak, waarmee het ding in het slot werd vergrendeld. Theoretisch, want ik was gelukkig nét niet lang genoeg om er tegenaan te kunnen lopen wanneer ik iets achter uit de auto pakte.
Theoretisch, tót de keer dat ik, ergens diep in Duitsland, bij een Raststätte op het gezellige idee kwam de campingstoeltjes achter uit de auto te halen om onder het genot van een drankje mijn welverdiende 'twee uur rijden, kwart uur rust' te nemen.
Echter, de auto stond met de achterzijde naar een stoepje geparkeerd. U ziet hem al aankomen: dan sta je al gauw een decimeter hoger bij je auto.
Wanneer ik zeer ongenadig mijn kop stoot kan ik echt woest worden. De eerste keer weet ik mijzelf dan nog met moeite te bedwingen, maar wanneer ik de ezel overtref en voor een tweede en zelfs derde maal venijnig en fors in aanraking kom met de slothaak, slaan bij mij de stoppen he-le-maal door. Zo ook toen.
Diep gefrustreerd door zo'n onmetelijke dosis eigen stommiteit, aangevuurd door die vuile, scherpe pijn aan mijn schedel, schopte ik in redeloze drift de kampeerstoelen dwars over de Raststätte, onderwijl verbijsterd gadegeslagen door de omringende Germanen.
Vele monden zakten ontzet open, in sommige ogen zag ik angst, bij de wat ouderen zelfs enige weifelende aanstalten om de arm weer gestrekt te heffen. Kennelijk spelen bij het zien van zoveel uitzinnig geweld weer een paar oude reflexen op.
Gisteravond moest ik weer aan dit voorval denken. Twintig jaar staren naar een beeldscherm hebben mij aan de leesbril gebracht. Bij het naar bed gaan liet ik mijn kekke brilletje in het pikkedonker op de grond vallen. Terwijl ik een stap achteruit deed dacht ik: "Kijk uit dat je er niet op gaat staan."
Inderdaad.
Ik deed het licht aan. Ik kan u thans zeggen: bijna niets ziet er zo ellendig zielig en tragisch uit als een leesbrilletje dat net wreed onder de voet is gelopen. Ongeveer als een fiets onder de tram, maar dan eigenlijk nog veel kwetsbaarder. Want de uit het verkreukeld montuur gesprongen kunsstof glazen staren je achteraf ook nog eens hevig verwijtend aan.
Iedereen met een béétje inlevingsvermogen zal begrijpen: ik schoot direct in een zelfmedelijdende neerslachtigheid en ik ben er nóg niet overheen.
Tweet |