Twitteren met de wijkagent

Geschreven voor Amsterdam Centraal

Vorige week was er brekend nieuws van de Amsterdamse politie: negen buurtregisseurs gaan twitteren.
Ze gaan ons op de hoogte houden van het wel en wee in de wijk.
Zo wil de politie een nieuw instrument inzetten om de communicatie met de buurt te verbeteren.

Dat leek mij wel wat. Ik woon immers in een beruchte buurt, volgens de media een echte 'no-go area'.
Een paar weken geleden werden op onze parkeerplaats nog zestien autoruiten ingeslagen, dus op zo'n moment is het handig als je dit aan de politie kunt twitteren. Nog even de GPS-coördinaten erbij, et voilà, ze kunnen meteen kijken of ze zin hebben om even mee te socializen op onze parkeerplaats.

Ik vind het een ge-wel-dig initiatief! Want omdat wij de politie niet zoveel op straat zien als wij zouden willen, is het toch mooi dat we onze toevlucht kunnen nemen tot de moderne 'social media'.
Ik ging er dus blind vanuit dat onze bloedeigen buurtregisseur als eerste vooraan had gestaan om deel te nemen aan dit experiment.

Maar niks hoor, wij hebben kennelijk weer een twitter-digibeet getroffen als buurtregisseur. Onze buurt staat er in elk geval niet tussen. En dus ook onze buurtregisseur niet.
Waarschijnlijk mocht hij niet: "Leer jij eerst maar eens foutloos typen! En dán praten we nog wel eens over Twitteren..."
Wie is het eigenlijk? Oh, Vincent Albers zie ik.
Ja, je moet tegenwoordig alles online opzoeken, anders heb je geen flauw benul welke diender er in je wijk hoort rond te lopen.
Maar goed, het is een proef. Straks mag Vincent misschien ook fijn twitteren.

Lekker bezig
Voorlopig ben ik aangewezen op één van de geselecteerde twitter-juten: Don de Jong uit de Ookmeerbuurt (geen familie).
Kijk, die is al lekker bezig zie ik.
Toch zal het nog beter moeten, Don.
Niet teveel vervallen in algemene opmerkingen en tips, nee, de burger wil bij wijze van spreken van minuut tot minuut weten waar je uithangt.
Want dát is het principe van Twitter. Niet voor niets staat er boven het tekstvakje: "What's happening?"
Het is dan de bedoeling dat jij ons gaat vertellen wat er gebeurt en wat je eraan doet, Don!

Dus niet: "Ong. 20 jongeren hebben gisteravond sneeuwballen gegooid naar een woning op de Nieuwe Laan. Waren al weg toen politie kwam. #durftemelden "
Maar: "Twintig jongeren opgepakt die woning terroriseerden met sneeuwballen. Flink ingepeperd. #durfintegrijpen."

Er valt dus nog wel het één en ander te verbeteren.
De agenten moeten nog wat meer 'twitter-happy' worden, om het zo te noemen.

Evaluatie
Hopelijk neemt de korpsleiding mijn opmerkingen en raadgevingen mee in de evaluatie van deze proef.
Want zo steekt dat natuurlijk in elkaar: straks in februari moet dit Twitter-experiment uitgebreid geëvalueerd, ge-debrieft en doorgesproken worden. Er worden allerlei ingewikkelde analyses op losgelaten met betrekking tot kosten, baten, statistieken en de subjectieve 'twitterbeleving' van de agent.
Als bedachtzame overheid kun je nu eenmaal niet domweg volstaan met het dienstbevel: "Allemaal twitteren jullie. Nu!"

Maar goed. We zullen zien hoe dit afloopt. In Twitter-jargon zeggen we dan: we blijven ze 'volgen'.
Don de Jong heeft op moment van schrijven trouwens al 97 volgers.
Waaronder opmerkelijk veel politici en media.
Blijkbaar weten de burgers in de Ookmeerbuurt nog niet zo best wat twitteren is...

Geef een reactie: