Rolstoelduwen

Maandag 22 Juni 2009 in categorie Grijze Golfslag

Backflip met rolstoelDe laatste tijd ben ik erg druk met het rolstoelduwen. Goed voor de conditie, ik kan niet anders zeggen.
Mijn vader zit tegenwoordig in het verpleeghuis en daar moet ik mijn moeder dan naartoe duwen in de rolstoel. En weer terug natuurlijk.
Bij elkaar is dat toch wel een uurtje duwen.

Mijn moeder is heel erg slecht ter been. Veel mensen staan daar niet bij stil, maar het is nog een hele logistieke operatie om iemand per rolstoel op de plaats van bestemming te krijgen.
Het begint thuis.
Ja, moeder, ga maar even staan, dan trek ik je jas aan.
Dat opstaan gaat uiterst moeizaam.
Als ze al één arm in de mouw van haar jas heeft, bedenkt ze dat ze eerst nog naar de wc moet.

Het komt erop aan je geduld dan niet op de proef te laten stellen.
Je weet: dit gaat een tijdje duren. Nestel je op de bank met een krant, maak het je gemakkelijk.
Met een beetje mazzel is ze binnen tien minuten klaar.

Nadat de sanitaire zaken zijn afgehandeld kunnen we opnieuw de vertrekprocedure in gang zetten.
Jas aan, rolstoel zodanig positioneren dat ze er makkelijk in kan gaan zitten.
Nee, nog een beetje draaien, zo ja, laat jezelf maar zakken.
Ja, hij staat op de rem, er kan niets gebeuren.
Als ze zit moeten de voetjes nog van de vloer om op de voetsteunen gezet te kunnen worden.

Ik voer haar bijna onafgebroken mentossnoepjes, opdat ze haar mond een poosje houdt.

Eindelijk zijn we dan op weg.
Je merkt meteen hoe rolstoelvriendelijk de stad is. Het stadsdeel heeft z'n best gedaan om bij elke oversteek de stoepranden af te schuinen.
Maar er zijn nog genoeg plaatsen waar dat niet zo is. Met wat kiepen, sjorren en trekken moet je daar de stoepen op en af.
Mijn moeder is dan altijd bang dat ze uit de rolstoel valt. Voortdurend moet ik haar geruststellen.
De trottoirs zijn meestal erg hobbelig, met veel bulten en kuilen.
Ja, ik houd me maar zoveel mogelijk slap, zegt m'n moeder dan.
Het voelt inderdaad alsof ik een zak aardappelen voortduw.

Mijn moeder zit meestal aan één stuk door te kletsen. Door het omringend verkeerslawaai versta ik daar geen moer van. Af en toe roep ik op goed geluk ja en nee of nou en of.
Het is bijzonder vermoeiend om tijdens het duwen van een rolstoel ook nog eens pogingen te moeten doen om iemand te verstaan.
Ik voer haar bijna onafgebroken mentossnoepjes, opdat ze haar mond een poosje houdt.
Tegen de tijd dat we weer thuis zijn is er meestal een hele rol doorheen gejaagd.

Bij ons in de buurt zie je regelmatig andere mensen die worden voortgeduwd in rolstoelen. Er zijn veel verzorgings- en ziekenhuizen.
Zo te zien heb ik het nog getroffen met mijn moeder.
Zij ziet er aardig goed uit voor haar leeftijd.
Ik bedoel: je loopt als duwer niet voor gek.
Maar ik kom ook wel rolstoelen tegen met een behoorlijk afzichtelijke inhoud.
De duwer daarvan kijkt je in het voorbijgaan dan aan met zo'n smekende blik van 'zullen we ruilen?'.

Onderweg word ik regelmatig aan het twijfelen gebracht over mijn gezichtsvermogen. Mijn moeder heeft vorig jaar twee staaroperaties gehad en wijst nu naar allerlei dingen die er volgens mij helemaal niet zijn.
Ofwel ze ziet ineens extreem goed of nog slechter dan voor de operatie. Ik krijg er geen hoogte van. Ik tuur me telkens gek om op een kilometer afstand weer één of andere vogel in een boom te ontdekken.
Ineens ziet ze een bloemenstal.
Shit, die bloemenstal zie ik ook, die is er dus echt.
En ja hoor: Zullen we een bloemetje voor je vader meenemen?
Moeten we weer bloemen gaan kopen.
Daar heb ik een hekel aan, aan bloemen kopen.
Het is weekend, het zijn ouwe bloemen, zeg ik.
Ze laat zich gelukkig overtuigen.
Een rolstoel duwen is tot daaraan toe, maar dan onderweg nog allerlei inkopen te moeten doen trek ik niet.

We komen bij het verpleeghuis.
De oudjes zijn blij elkaar te zien.
Gelukkig, ze herkennen elkaar nog.
En dat maakt de hele onderneming dan wel weer de moeite waard.
Rolstoelduwen, ik kan het iedereen aanraden. Het is een heel dankbare sport.

Tags: