de man met de wonderoren

Woensdag 20 December 2006 in categorie Waargebeurde verzinsels

Ik bericht u vandaag vanuit Friesland. Ik sta met de handen in de zakken uit te kijken over de weilanden en staar naar de stilte. Stilte ervaren wij stadsmensen niet zozeer als de afwezigheid van geluid, maar als de afwezigheid van lawaai. Wanneer de mist bij de bleke decemberzon hoorbaar uit de bomen druppelt blijft het stil. Of als de ganzen roepend overvliegen is daarmee de rust nog niet verstoord.

Stilte is de olie op de golven van eventuele innerlijke onrust. Alleen in stilte kun je denken. Nadenken, overdenken, terugdenken. Zo dwaalden mijn gedachten af naar de stad, naar lang geleden, naar Kofi, de wonderlijke Ghanees die een kluizenaarsbestaan leidde op één van de zolders boven de oude etagewoning waar ik toen woonde. Ik leerde van hem dat Kofi 'vrijdag' betekent. Zijn naam onthield ik dankzij het latere aantreden van die andere Kofi bij de VN.
Kofi had zichzelf bedlegerig verklaard en ging hoogstens het huis uit om zijn voorraad goedkoop kattenvoer aan te vullen. Het vermoeden bestond dat hij dat kattenvoer zelf at, want hij hád helemaal geen kat. Oude etagewoningen zijn berucht om hun gehorigheid, met hun houten vloeren en gebrek aan isolatie. Hier was Kofi in zijn element. Want Kofi had zich ontwikkeld tot een specialist in het interpreteren van de zwakste geluiden. Weliswaar is de stad het tegenovergestelde van stilte, maar dat was in onze buurt voornamelijk overdag. 's Nachts en op de late avond sloeg Kofi zogezegd zijn slag. Hij was een luistervink, een auditieve gluurder. Tot op de meter nauwkeurig wist hij waar de buren beneden hem zich in hun huis bevonden, wie zich opmaakte het huis te verlaten, wie op de wc zat, wie er de trap op kwam, wie zich uit- of aankleedde, wie er naar bed ging (en eventueel met wie) en of het spreeuwen of mussen waren die onder de dakpannen scharrelden. Hij hoorde niet alleen de regen, maar ook de sneeuw en de mist, nog zonder uit zijn dakraam te hebben gekeken. God mag weten in welke Afrikaanse dorre vlakten der woestijnen hij zo goed had leren luisteren, maar via listig analyseren, deduceren en combineren wist hij elk geluid te duiden.

Had Kofi daarover maar zijn mond gehouden. Dat zou de zielenrust van zijn buren zéér ten goede zijn gekomen. Dan hadden wij allen in zalige onwetendheid verkeerd. Maar nee, Kofi moest zijn bevindingen zo nodig kenbaar maken aan alle andere bewoners van het pand, die hij via terloopse opmerkingen liet weten waarvan hij allemaal op de hoogte was.

Hij adviseerde bijvoorbeeld Danny, de hippe muzikant van drie hoog, de schroeven van zijn koperen bed wat aan te draaien voordat hij daarin Lillie ontving. Dat laatste over Lillie zei Kofi er niet bij, maar uit het feit dat Danny nog diezelfde dag een schroevendraaier bij mij kwam lenen bleek dat de boodschap was overgekomen.
Lillie was de ietwat slettige buurvrouw naast ons. Lillie zélf was op zo'n moment een makkie voor Kofi, want deze dame had sowieso de gewoonte haar genot luidkeels met de wijde omgeving te delen. Maar kunstig was dan weer wél, dat hij tussen al die hitsige bedrijven door kon vaststellen dat Lillies vierjarig zoontje ondertussen angstig snikkend bij de buurvrouw op de overloop stond. Nota bene in het pand ernaast! Kofi had het gehoord en sprak er schande van.

Op één hoog woonde het oude echtpaar Van der Kraak. Zij hadden een douche, maar daarin stond de strijkplank. En de stofzuiger. En een droogrek. De oudjes wasten zich traditiegetrouw nog bij de gootsteen.
Op een dag liep de oude baas met een grote brandblaar op zijn scheenbeen.
Via Kofi vernamen we de toedracht. Oma Van der Kraak had het spillepootje van haar stramme echtgenoot in de gootsteen gehesen om diens zweetvoeten eens lekker onder de geiser af te wassen. Kofi had haar bestraffend toegesproken. Oma had éérst de koude kraan moeten opendraaien en daarná pas de warme. Nu had opa Van der Kraak, terwijl hij machteloos op één been voor het aanrecht balanceerde, scheldend en hinkelend moeten toezien hoe zijn vel werd gepocheerd. De wonderoren van Kofi hadden het drama feilloos geregistreerd.

Uiteraard probeerden alle buren de afluisterpraktijken van Kofi te saboteren. Door letterlijk en figuurlijk op kousenvoeten te gaan lopen of door juist extra veel lawaai te maken, dat dan moest fungeren als stoorzender. Maar niets hielp. Wanneer Danny zijn muziek te hard zette schreeuwde Kofi door het trappenhuis: "Ik heb zélf radio, hoor!" Dat was overigens niet waar, maar hij bleef schreeuwen tot Danny de boel dan maar weer zuchtend zachter draaide.

Op een lekkere lentedag was iedereen naarbuiten getogen, behalve Kofi. Die zat zwetend in zijn eentje op zijn zolder. Toen hij plotseling doodging heeft hij misschien geschreeuwd, maar niemand hoorde hem, niemand gaf antwoord. Hooguit de stilte, die zich nu tegen hem keerde. 's Avonds heeft Danny hem op de overloop gevonden.
Sindsdien is de rust in ons pand werkelijk weergekeerd. Dat was weer ouderwets genieten.

Beluister het Radiolog van Verbal Jam elke woensdagavond om ±21:45 uur bij
De Avonden, het cultureel radioprogramma van de VPRO.

Aflevering gemist? Alle Radiologs kunt u als audiostream terugluisteren in de rechterkolom onder de kop 'Verbal Jam op de radio'.

Klik hier voor de inhoud van De Avonden van vandaag.

Het programma De Avonden is te ontvangen via de Concertzender op de kabel, met DAB-radio en als live stream op internet.

Tags: