de afwas

Zaterdag 23 Oktober 2004 in categorie Klein Proza

In dit huis heeft zich een technologische revolutie voltrokken, een Grote Sprong Voorwaarts. Gisteren is hier onze allereerste afwasmachine binnengesjouwd en ik ben er nog steeds opgewonden van. Dat ik dit nog mag meemaken, zou ik bijna zeggen, want ik ben ook geen twintig meer.

Tot dusver was ik altijd de afwasmachine en daar kwamen nogal eens klachten over. Tijdens een gezellig etentje met vrienden was het dan: “Goh, hebben jullie gisteren spinazie gegeten? Smaakt nog best goed!” Waarna ik een bestraffende blik van mijn geliefde wederhelft mocht incasseren. Vanaf heden kan ik in voorkomende gevallen de falende technologie de schuld geven en dat stemt mij blij.
Ook voor mijn progressief imago is het beter. Naar mijn gevoel waren wij de enige in de provincie die nog geen afwasmachine hadden. Dat kon natuurlijk niet. Dat schijnt behoorlijk achterlijk te zijn. Maar ik was het zo gewend, dat zelf afwassen. Ik ruziede als kind al met mijn zusje wie de vaat moest doen. Logisch, want het was een afwas van vijf personen en mijn moeder had de inefficiënte gewoonte om het eten vanuit de pannen in mooie schalen over te scheppen. Want dat stond zo gezellig op tafel. Mijn zus en ik zagen dit altijd met lede ogen aan. Na het eten taxeerde mijn zus steevast met walging de enorme stapel smerig serviesgoed en moest vervolgens ontzettend nodig naar de wc. Daar bleef zij totdat mijn vader mij maar in arren moede ging helpen.
Maar de tijden zijn veranderd. Tegenwoordig voeren de kinderen van mijn zus strijd wie de afwasmachine moet inruimen. Gezien haar historische afkeer van het afwassen spreekt het vanzelf dat zij al aan haar derde afwasmachine toe is.

Het vergt nog heel wat voorbereidingen voor zo’n automatisch afwasteiltje eindelijk aan de gang kan, merkte ik. Nadat de loodgieter verscheidene moeilijke leidingen had gelegd moest ik erop uit om bij de supermarkt allerlei rare ingrediënten te halen. Nooit geweten dat je ook zout bij het afwaswater moest doen. Dat ding heeft jandorie wèl veel noten op z’n zang: glansmiddel, zeeptabletjes. Verwend kreng. Waarom kan daar niet gewoon een drupje Dreft in?

Bij wijze van overdrachtsceremonie heb ik mij hedenmorgen met afwasborstel en theedoek op een laag krukje voor de fonkelnieuwe afwasmachine geposteerd. Met een uitdagende houding van ‘laat jij maar eens zien wat je kunt’ heb ik het hele proces gevolgd. Jammer dat er geen ruitje inzit. Dat was de amusementswaarde van het apparaat zeer ten goede gekomen. Aan de andere kant begrijp ik het wel. Ik zou ik zelf ook niet willen dat iemand mij tijdens de afwas op de vingers keek.

Wat doet zo’n ding er trouwens lang over, zeg! Bijna anderhalf uur! Die twee ontbijtbordjes en een koffiebeker doe ik zelf sneller! Maar goed, ik berust er maar in. Ik kan nu niet meer terug. Eerlijk gezegd heb ik alweer heimwee naar de Lolaborstel. Ik begin me behoorlijk te vervelen. Mijn hele dagritme is van slag. Ik ga de buitenkant van die vaatwasser ondertussen maar eens een lekker sopje geven, denk ik...
Nr. 53 | publicatiedatum 18-10-2004 | vorige opspraak-columns