het nut van een schuurtje

Zondag 28 September 2003 in categorie Klein Proza

Wanneer je als schrijver geen tuinschuurtje hebt tel je niet mee, had ik bedacht. Was vroeger een koude tochtige zolder de geëigende plek voor het creatieve lijden, tegenwoordig komt literatuur uit de schuur. En dus had ik mij alvast bij de bouwmarkt een dergelijk optrekje verschaft. De juiste condities waren geschapen, nu mijn meesterwerk nog. Ik staarde wat onwennig door de openstaande deur naar buiten, waar een droefgeestig neerdruilende regen de tuin met plassen vulde. Ik dorstte naar roem en erkenning, maar ik voelde mij nog niet helemaal zeker van mijn zaak. Ik stak eerst maar eens een sigaretje op. Zo kon ik beter peinzen en mijmeren.

Een dag eerder was ik nog naar de grootste boekwinkel in de stad geweest. Op het moment dat ik op de ingang toeliep, projecteerde mijn fantasie achter de etalageruit al direct een prominente poster met mijn portret. En daaronder natuurlijk mijn naam en de datum waarop ik alhier mijn boek zou signeren. Tja, welke datum zou ik eens kiezen? Hoe lang duurt dat eigenlijk, het schrijven van een beetje behoorlijk boek? Voor een levenswerk kon ik beter wat ruim calculeren en ik gunde mijzelf in gedachten twee jaar. Inclusief een incidenteel writers block moest dat te doen zijn.
Nog half achterom kijkend naar de denkbeeldige poster was ik de boekentempel binnengegaan. De lucht was er duidelijk zwaarder door al dat literair gehalte en in dit milieu leek mij het ademen ineens een stuk moeizamer. Ik bezag de honderdduizend boeken en betwijfelde of het eigenlijk wel nut had daar tussen te gaan staan. Had ik daaraan nog iets toe te voegen?

Vanaf mijn duim en wijsvinger schoot ik het restant van mijn opgerookte sigaret in de richting van de uitgebloeide dahlia's. De peuk werd gevangen in een spinnenweb, temidden van de daarin uitrustende regendruppels. Na een kort oponthoud zag ik ze weer verder richting aarde vallen, maar de uitgebluste rookwaar bleef hangen. Te licht bevonden om de reis voort te zetten zeker.
Had ik wel de juiste bagage voor het schrijverschap? Behalve vaardig met de pen moest je immers ook een beetje excentriek zijn en de juiste mensen kennen. In mijn jonge jaren had ik een kroegmaat die nu uitgever was. Maar die had ik in een dronken bui eens dusdanig op de bek gemept dat die nu wel niet genegen zou zijn mij uit te geven.

Was ik eigenlijk wel in staat tot het schrijven van een boek? Een klamme vlaag faalangst waaide de schuur binnen en trof mij vol in het gelaat. Waarschijnlijk was ik niet anders dan al die andere ambitieuze amateurs bij wie de veel te complexe zinnen van links naar rechts in eindeloze slalom over de bladspiegel stuntelden. Nee, dit werd waarschijnlijk helemaal niks.
Aangezien de moed mij in de schoenen dreigde te zinken, stapte ik maar haastig over in mijn klompen en vluchtte klossend de schuur uit. Ietwat mistroostig heb ik tussen de bloemperken nog een uurtje in de regen staan schoffelen om het onkruid van de illusie eens duchtig onder de grond te werken.
En ach, zo'n schuurtje is nooit weg tenslotte...
verschenen in nieuwsbrief nr 124 van het literair tijdschrift OpSpraak

№ 01