de collega's

Zaterdag 26 April 2003 in categorie Politiek & Maatschappij

Is het u wel eens opgevallen? Politieagenten spreken altijd over elkaar als 'de collega's'. Natuurlijk verwijzen alle mensen die in een eenzelfde bedrijf werken naar elkaar als zijnde collega's, maar minder nadrukkelijk. Men heeft het hooguit over mijn collega('s). Sommige dames spreken onderling zelfs graag over 'een collegaatje'. Hoe dan ook, het klinkt allemaal toch wat losser dan bij de politie. Daar heeft men het steevast over de collega's. Dat 'de' hoort er absoluut bij, de politie heeft wel iets weg van een clan.

Normaal gesproken noem je alleen mede-werknemers die je daadwerkelijk ként 'collega's'. Voor de rest zijn het bijvoorbeeld 'die lui van het hoofdkantoor' of 'die klojo's van de directie'. Zo niet in ons politie-apparaat. Voor randstedelijke smerissen zijn onbekende dienders die langs de verre en verlaten dorpswegen van Wittewierum in Oost-Groningen patrouilleren nog steeds de collega's. Wanneer een politievakbondsman over zijn leden praat, blijft hij volharden in dezelfde aanduiding. Waarschijnlijk is het een accentuering van teamgeest, solidariteit, lotsverbondenheid. Wordt dit er soms op de politieschool al ingeramd? Vaak valt het woord 'collega' dermate frequent, dat ik niet meer weet of ik het vermakelijk dan wel een pietsie irritant moet gaan vinden.

Onlangs deed ik aangifte van het feit dat mijn kentekenplaten waren gestolen. Ik moest eigenlijk dringend naar Friesland. Dan maar zonder nummerborden, dacht ik. De dienstdoende collega raadde mij dit af. De collega's in Amsterdam zouden dit nog wel door de vingers zien, maar hij kon niet garanderen dat de collega's in Friesland dit ook zouden doen. Nou, ik wist wel zéker dat de Friese collega's dit niet zouden doen, sinds mijn ervaring met een soort Feldwebel van het korps Lemsterland, die mij 'een stukje verkeersopvoeding' gaf omdat mijn achterband per ongeluk tien centimeter op de stoeprand stond in plaats van ernaast.

Bromsnor (sorry, collega) nam mijn aangifte op. In vol ornaat zat hij achter zijn bureau: koppel met pistool, pepperspray, handboeien, communicatiemiddelen en weet ik al niet meer. Ik kon mijn ogen er niet vanaf houden. Vooral de pepperspray intrigeerde mij: op de plaats van het stoere spuitbusje zag ik in gedachten baldadig een krakkemikkig pepermolentje van Blokker aan zijn riem bungelen.
Met twee vertwijfeld zoekende priemvingertjes ging de politieman de strijd aan met de computer. Ik moest mij voortdurend bedwingen om niet te zeggen "laat mij maar even", want ik tiep zelf tien vingers blind. Een half uur (!) later mocht ik eindelijk de aangifte ondertekenen.

Hier is al dikwijls in de media over gesproken: dit kan efficiënter. Zet een vingervlugge administrateur met Schoeversgetuigschrift achter dat toetsenbord, laat het desnoods nakijken en ondertekenen door een daartoe wettelijk bevoegd opperhoofd en stuur bromsnor in het blauw de straat op om te voorkomen dat mijn nummerborden worden gejat. Dus als we het tóch over collega's hebben: het Nederlandse politiekorps kan nog wel een paar rappe administratievelingen gebruiken!

Minder blauw achter het bureau, dáár gaat het over!