bolletjesslikker
Zaterdag 16 Maart 2002 in categorie Satire
Dat is ook weer zo'n buzzword heden ten dage: bolletjesslikker. Wat moeten toekomstige generaties daar nu weer van denken wanneer zij de digitale archieven doorspitten? Genoeg materiaal voorhanden, daar niet van, want elke televisiezender aast op een interview met een bolletjesslikker.
Toevallig kennen wij ook een bolletjesslikker. Die kans laten wij dus niet aan onze neus voorbijgaan!
Daarom een exclusief interview met bolletjesslikker M. te L.
Hoe lang doet u dit werk al?
Ruim twintig jaar, denk ik zo. Ik was er vrij vroeg bij.
Waarom bent u ermee begonnen?
Ach, daar rol je eigenlijk vanzelf in. Ik ben ermee opgegroeid, zogezegd. Mijn vader en moeder deden het ook. En verder nog een oudere broer van me...
Bent u wel eens gepakt?
Nee, nooit eigenlijk. Maar als je zoveel ervaring hebt in dit vak als ik gebeurt dat ook niet zo snel.
Levert deze business nu veel geld op?
Wanneer je een tijdje bezig bent gaat het aardig aantikken. Je maag rekt namelijk in de loop der tijd steeds meer op. Dus kun je ook meer vervoeren, zeg maar.
Hoeveel bolletjes vervoert u per keer?
Dat hangt van het type bolletjes af.
Zijn er dan verschillende bolletjes?
Ja, natuurlijk. Nogal logisch. Het ene bolletje is het andere niet.
Welke soorten bolletjes slikt u dan zoal?
Toen ik pas begon voornamelijk crocus-bolletjes. Maar al snel ga je dan over op de tulpenbollen. Die zijn het meest gevraagd. En natuurlijk de narcisbolletjes.
Welke bolletjes slikt u het liefst?
De grootste uitdaging is natuurlijk de amaryllisbol. Die is erg groot, dus dat is wel even slikken. Maar daar staat tegenover dat de uitscheiding weer echt genieten is.
Uitscheiding?
Ja, ze moeten er toch weer uit? Het is echt kicken, van die grote bollen in je endeldarm. Waarom denkt u dat er zoveel bolletjesslikkers zijn?
Het liefst houd ik het altijd nog een beetje op, net als bij het gewoon poepen. Het heeft veel weg van een orgasme. Je zou kunnen zeggen dat de amaryllis hierdoor een verslavend aspect aan het bolletjesslikken geeft.
Is er geen gevaar bij?
Mwah, je houdt er hooguit een tros fikse hemorroïden aan over.
Wat voor soort bolletjes zijn dat?
Aambeien. Klinkt ook latijns, nietwaar? (lacht).
Ah, op die manier. Wat is eigenlijk te beschouwen als het centrum van de bolletjesslikkerij?
Lisse. Keukenhof. Vlak bij Schiphol, dus goede logistiek. De hele infrastructuur in dat gebied is er op ingesteld.
Heeft u onderweg wel eens problemen gehad?
Niet vaak. Het lastigst zijn eigenlijk de crocusbolletjes. Tijdens een lange vliegreis willen die wel eens te vroeg uitlopen, zoals wij dat noemen.
Uitlopen?
Ja, uitlopen. Dat kent u toch wel? Voorjaar, beetje zon en het eerste wat boven de grond komt zijn die rottige crocussen.
Mooi om te zien, maar onderweg in het vliegtuig zit je niet te wachten op die kleurenpracht uit je anus.
Welke soorten bolletjes heeft u zoal vervoerd in uw carrière?
De uitdaging is natuurlijk de markt steeds te voorzien van telkens nieuwe variëteiten en soorten. Eens kijken... Het assortiment is eindeloos tegenwoordig. Galtonia candicans en viridiflora, Ornithogalum varianten, Gladiolussen, Bogoniaceae, Oxalis deppei voor geluk onderweg en natuurlijk de Freesiaatjes. Maar die laatste doe ik liever niet, want die geuren zo sterk in het vliegtuig. Valt teveel op.
Bent u niet bang voor de toekomst, vanwege het huidige restrictieve overheidsbeleid ten aanzien van de bolletjesslikkers?
Bang? Integendeel! Het ziet er juist prima voor ons uit. Vijf april start de Floriade!
Ziehier het moderne Nederlandse drugsbeleid.
Tweet |